Opnieuw twee Lafarge-directeurs in verdenking gesteld voor betalingen aan IS

De hoofdzetel van cementgroep LafargeHolcim in Parijs. © AFP

Na de ex-CEO van LafargeHolcim Eric Olsen zijn vrijdagavond in Parijs ook nog twee andere kopstukken in verdenking gesteld in verband met de activiteiten van de cementgroep in Syrië. Het gaat om de voormalige Lafarge-CEO Bruno Lafont (Olsens voorganger voor de fusie met Holcim) en de vroegere adjunct-directeur-generaal Christian Herrault.

Lafont en Herrault worden – net als Olsen – ‘financiering van een terroristische onderneming’ en ‘het in gevaar brengen van andermans leven’ ten laste gelegd. Ze zijn nu onder gerechtelijk toezicht geplaatst.

Lafarge wordt ervan verdacht in 2013 en 2014 sommen geld betaald te hebben aan Islamitische Staat (IS) om zijn Syrische fabriek draaiende te houden. Daarnaast zou de cementgroep ook aardolie hebben aangekocht afkomstig van olievelden onder controle van de terreurgroep.

In het onderzoek naar de activiteiten van het Franse cementbedrijf werden vorige week in Parijs ook al drie kaderleden in beschuldiging gesteld.

Midden november vielen speurders in hetzelfde onderzoek nog binnen bij de Belgische investeringsmaatschappij Groep Brussel Lambert (GBL) van miljardair Albert Frère, een belangrijke aandeelhouder van het cementbedrijf. Ze namen er documenten en computers mee om na te gaan of de holding op de hoogte was van de geldstromen naar IS.

Partner Content