Kunnen Zalando en Bol.com duurzaam zijn? ‘Vroeg of laat zullen retours niet meer gratis zijn’

Sarah Vandoorne Freelancejournalist

Zalando wil klimaatneutraal leveren, geen wegwerpplastic meer gebruiken en enkel nog verantwoorde merken verkopen. Bol.com draait op zonne- en windenergie en wil geen vervuilende pakjes meer versturen. Maar de vraag blijft of e-commerce als concept wel duurzaam kan zijn, met zijn leveringen aan huis en gratis terugzending.

De e-commercereus Zalando heeft onlangs onderzocht in hoeverre onlineshoppers kiezen voor duurzaamheid en waarom ze dat doen. Hoewel het aantal klanten dat duurzame items koopt verdubbeld is sinds begin 2020, doen ze dat eerder uit schuldbesef (70%) dan omdat ze het leuk vinden (44%). Duurzaam en hip blijken voor veel klanten nog altijd geen synoniemen te zijn.

Toch doen webshops grote stappen vooruit op het gebied van duurzaamheid. Zalando kondigde eind 2019 aan dat het een “duurzaam modeplatform” wil worden. Het levert sindsdien CO2-neutraal, door zijn uitstoot te verminderen en de rest te compenseren met offsetting. Zo plant het bedrijf onder meer bomen aan in Spanje. Ook bol.com gaat met rasse schreden vooruit, vooral op het gebied van verpakkingen (zie kader Ook de verpakking verduurzaamt) en energie. Dat blijft niet onopgemerkt. In maart prijkte de e-tailer bovenaan als het meest duurzame e-commercemerk van Nederland in de Sustainable Brand Index, het grootste onafhankelijke merkenonderzoek naar duurzaamheid in Europa.

Absurd en CO2-neutraal

“Consumenten mogen niet naïef zijn. There’s no such thing as a free lunch“, zegt verkeersdeskundige Willy Miermans, professor emeritus aan de UHasselt. Hij plaatst vooral vraagtekens bij het feit dat veel e-tailers geen retourkosten aanrekenen. “Passen en gratis terugsturen is absurd. Daarvoor moet een hele logistieke keten zeven dagen per week de klok rond draaien. Daar is niks vrijblijvends aan.” Absurd, naïef, niet vrijblijvend en toch CO2-neutraal? Dat kan wel degelijk, zegt Walther Ploos van Amstel, lector stadslogistiek aan de Hogeschool van Amsterdam. “Het is niet de bedoeling dat we consumenten een schuldgevoel aanpraten omdat ze onlineshoppen”, stelt hij. Zijn redenering is dat mensen anders allemaal met hun auto naar verschillende winkels trekken. “Dat bestelbusje rijdt toch, of het nu bij jou iets moet leveren of niet. Dan is het efficiënter, en dus duurzamer, om één bestelwagen rond te sturen. Zeker als die ook nog eens elektrisch rijdt en niet halfleeg door de straten dwaalt.”

Daar is ecodesignexpert Karine Van Doorsselaer (UAntwerpen) het niet mee eens: “Zelfs al rijd je met de wagen naar een centraal afhaalpunt, dan nog is dat duurzamer. Dan combineer je dat tenminste met je wekelijkse boodschappen.”

Uit de mode

Efficiënte leveringen zijn niet de enige reden waarom Ploos van Amstel e-commerce minder vervuilend vindt dan onze eigen, al dan niet gemotoriseerde uitstapjes naar de supermarkt of de kledingzaak. Hij somt alle nutsvoorzieningen op die een bakstenen winkel nodig heeft, van elektriciteit tot gas. Daar blijft het niet bij: “Het hoogste retourgehalte bij e-commerce zien we in het modesegment. En toch is het ecologischer om ook kleding online te kopen.” Volgens Ploos van Amstel krijgt de meeste kleding na de terugzending een tweede leven. “Bij voorkeur een paar dagen later al, want zo’n kledingstuk blijft niet lang in de mode. Terwijl fysieke winkels vol stock liggen, die pas aan het einde van het seizoen teruggestuurd wordt. Dan is zo’n kledingstuk al passé.”

Als je de consumenten aanmoedigt om minder maar beter te kopen, om minder retours te doen, kan dat meer winst genereren.

Cis Scherpereel

“In theorie heeft hij gelijk, wat die overstock betreft”, reageert Marcel van Trier, die als retailconsultant bij Möbius deel uitmaakt van de expertengroep Shopping Tomorrow en benadrukt dat hij een voorstander van e-commerce is. “Maar in de praktijk wegen de kosten van controleren en sorteren niet altijd op tegen een nieuwe verkoop, zeker niet als het om goedkope kleding gaat.”

In de Nederlandse tv-documentaire Op volle retouren zien we dat onze retourpakketjes vaak helemaal niks meer waard zijn, op een markt in Libië of Irak terechtkomen, gerecycleerd worden of in de verbrandingsoven verdwijnen. Uit onderzoek van Shopping Tomorrow blijkt dat dat laatste het lot is van 4,1 procent van alle kledingretours.

“Zeker voor kleren vind ik online bestellen net geen goed idee”, zegt ook Van Doorsselaer. “Kleding moet je toch passen? Net daarom stond Zalando al op het randje van faillissement. Het aantal retours was zo groot, dat het bedrijf verlieslatend was.” Bij Zalando schommelt het retourpercentage van kleding rond 50 procent. Bij bol.com is dat zo’n 5 procent, al ligt het voor kleding wel wat hoger.

Compleet doorgeslagen

Dat kan mee verklaren waarom e-tailers nu zwaar inzetten op duurzaamheid. De kosten om klanten te plezieren met gratis transport en retours zijn volgens de e-commercestrateeg Cis Scherpereel compleet doorgeslagen. “Deels daarom sensibiliseren de e-tailers rond duurzaamheid. Als je de consumenten aanmoedigt om duurzame keuzes te maken, om minder maar beter te kopen, om minder retours te doen, kan dat meer winst genereren. Ook voor de buitenwereld wordt zo’n platform dan geloofwaardiger. Ik vind de strategie van Zalando ronduit indrukwekkend.”

“Vroeg of laat zullen retours niet meer gratis zijn”, verwacht professor emeritus Miermans. “Commercieel is het een interessante lokker geweest, maar op termijn is het niet haalbaar.”

“Voor veel leveringen wordt wel al betaald”, ervaart Ploos van Amstel. “Het zou goed zijn om consumenten nog meer attent te maken op de meerprijs voor de levering door hen de keuze te laten. Als je je pakket wilt krijgen op een moment dat er sowieso een bestelwagen passeert, krijg je het gratis. Wil je het op een ander moment, dan moet je fors bijbetalen. Aangezien de prijs voor veel mensen de doorslag geeft, zal dat een impact hebben.”

De slechtste eruit

Behalve voor planet en profit heeft een platform als Zalando ook oog voor de derde van de drie klassieke duurzaamheids-P’s: people. Wie niet sociaal duurzaam is, komt er niet in. Toen het Britse superfastfashionmerk Boohoo beticht werd van mensenrechtenschendingen in zijn ateliers in het Noord-Engelse Leicester, was het niet meer verkrijgbaar bij Zalando, Asos en Next.

Bol.com heeft een andere strategie. Het doel is “de massa stap voor stap mee te krijgen”. Daarom biedt het zowel duurzame als onduurzame producten aan. “Bij de helft van de productgroepen kun je al kiezen voor een duurzamer alternatief”, zegt Jori Ebskamp, duurzaamheidsofficer bij bol.com. Het is aan de klant om daarop in te gaan of niet.

Zalando heeft beloofd tegen 2023 de meest onduurzame merken te bannen. “We willen dat onze klanten zeker zijn dat alles op een veilige en ethische manier geproduceerd is”, aldus Kate Heiny, duurzaamheidsverantwoordelijke van Zalando. “We zien onszelf als een brug tussen de consumenten en de merken. Op termijn willen we samen met de merken standaarden ontwikkelen om de hele industrie vooruit te helpen.” Als een merk niet bereid is te verduurzamen, zal Zalando overwegen de samenwerking stop te zetten, zoals bij Boohoo. “Meestal zoeken we eerst samen naar oplossingen. Bij Boohoo ging het zo snel, omdat er arbeiders corona opliepen in de fabrieken. Voor ons primeert de veiligheid van onze werknemers.”

Zalando maakt gebruik van de Higg Brand & Retail Module, een standaard die de organisatie Sustainable Apparel Coalition ontwikkelde om merken te beoordelen op het naleven van mensenrechten en milieunormen. Ook Amazon maakt gebruik van haar expertise. Volgens de Schone Kleren Campagne gaat het echter om een “ongeloofwaardig initiatief dat de problemen niet ten gronde aanpakt”.

Camionettisering

Rest nog de vraag: tot waar reikt het sociaal engagement van zo’n e-tailer? Vakbondssecretaris Tom Peeters, die voor het ABVV de transportsector volgt, spreekt over sociale dumping door de ‘camionettisering’ van de e-commerce. “We zien een evolutie naar almaar snellere verplaatsingen met bestelwagens in de steden. De postbedrijven nemen geen vaste vrachtwagenchauffeurs meer in dienst, om zo weinig mogelijk kosten te maken. Zo kunnen ze zelfstandigen uit het buitenland inhuren, tegen voorwaarden die in België eigenlijk niet kunnen.”

De postbedrijven zijn niet de enigen die meedoen aan sociale dumping. Dat beaamt de Nederlandse onderzoeksjournalist Jeroen van Bergeijk, die vijf weken undercover werkte in een distributiecentrum. Zijn collega’s waren vooral Oost-Europese arbeidsmigranten, die aangenomen zijn op basis van flexwerk. Ze kloppen onmogelijke werkuren en worden bedankt voor bewezen diensten als ze even niet meer nodig of gewenst zijn.

“Ik geloof dat de onlinespelers zich aan de letter van de wet houden”, nuanceert Van Bergeijk. Of het daarom koosjer is, is een ander verhaal, zegt hij in zijn boek Binnen bij bol.com. “Zo’n platform werkt met tussenaannemers, die voor de contracten en de huisvesting zorgen. Als ze niet naar behoren werken, zijn die mensen hun onderdak kwijt. Hoewel arbeiders niet rechtstreeks afhangen van bol.com, is het platform daar mede voor verantwoordelijk, vind ik.”

In die analyse staat Peeters niet alleen. Ook Walther Ploos van Amstel, die nochtans zo positief is over de ecologische vooruitgang die e-tailers maken, stelt zich vragen bij de sociale omstandigheden. “Ook daarvoor is de webwinkel verantwoordelijk”, is ook zijn analyse. “Zulke bestelwagens moeten 100 tot 150 drops per dag maken om winstgevend te zijn. Dat houd je toch niet voor mogelijk?”

De ironie is dat net de camionettisering de sector verduurzaamt, althans ecologisch gezien. Elektrisch aangedreven bestelwagens kunnen nu eenmaal op een veel groenere manier leveren dan vrachtwagens of schepen via binnenvaart. Tom Peeters van het ABVV: “Als het om duurzaamheid gaat, wordt al te vaak naar het ecologische en veel te weinig naar het sociale gekeken.”

Ploos Van Amstel besluit: “Zo clasht de ecologische en de sociale component in dit verhaal. En als je niet op beide inzet, heb je natuurlijk nog geen duurzaamheid.”

Trends selecteert grensverleggende thema’s en verhalen. De e-commerceplatformen verdienen het label voor zijn inspanningen om hun activiteiten milieuvriendelijker te maken.

In hoeverre zijn e-tailers verantwoordelijk voor hun onderaannemers?

Bol.com vindt zichzelf verantwoordelijk voor arbeidsrechtenschendingen verderop in de keten. Daarom is het continu in gesprek met partners zoals PostNL en de zogenoemde fulfillmentbedrijven, die distributiecentra uitbaten. Ook Zalando zegt zich daarvoor verantwoordelijk te voelen. Zijn logistieke partners moet voldoen aan sociale standaarden en krijgen tweemaal per jaar een externe audit. Op ecologisch gebied heeft Zalando zichzelf bovendien Science Based Targets (SBTI) opgelegd. Die werd opgezet door het World Resources Institute, VN Global Compact en het Wereld Natuur Fonds (WWF), om bedrijven te leiden in de richting van de doelen van het klimaatakkoord van Parijs. Met dat akkoord verbinden 195 landen zich ertoe de klimaatopwarming onder 2 graden Celsius te houden en te streven naar een opwarming met 1,5 graden. De doelstellingen van Zalando slaan ook op de partners in de toeleveringsketen. Zalando heeft 90 procent van de keten gevraagd om zelf Science Based Targets te stellen tegen 2025. Zowel in Europa als in België is er wetgeving in de maak om bedrijven aansprakelijk te stellen voor mensenrechtenschendingen of milieuvervuiling in de volledige toeleveringsketen.

Kunnen Zalando en Bol.com duurzaam zijn? 'Vroeg of laat zullen retours niet meer gratis zijn'
© Getty Images

Ook de verpakking verduurzaamt

Zalando wil tegen 2023 geen pakketten met wegwerpplastics meer en zet nu al sterk (voor 96%) in op verpakkingen van gerecycleerde of hernieuwbare materialen. Bol.com gebruikt speciale inpakmachines en een handmatig inpaksysteem om artikelen op maat in te pakken. Zo minimaliseert de e-tailer zowel het kartonverbruik als de lucht in pakketjes, zodat meer pakketjes per transport ingeladen kunnen worden. Daarnaast verstuurt het ook pakketjes zonder de typische blauwe ‘omdoos’, als de verpakking van het artikel zelf al stevig genoeg is. Zeker dat laatste is een goede ontwikkeling, vindt professor ecodesign Karine Van Doorsselaer: “Want e-commerce gaat al te vaak om een product verpakken dat al verpakt is.”

Van Doorsselaer merkt dat almaar meer bedrijven de milieu-impact van verpakkingen au sérieux nemen, maar het op maat verpakken van pakketjes vindt ze duur: “Hergebruik is altijd beter dan kleinere dozen beter vullen, want dat blijft wegwerpmateriaal.”

Een betere manier vindt ze te werken met een waarborg per verpakking, een soort statiegeld, zoals Schoenen Torfs al doet. “Al werkt zo’n inzameling enkel op lokale schaal. Ook Unilever werkt samen met een partner, Loop, die verpakkingen van shampoo en deodorant inzamelt. Een mooi gebaar, maar het gaat om tienduizenden producten die wereldwijd verspreid zijn. De impact van het transport lijkt mij te hoog om dat te verantwoorden.”

Partner Content