Digitalisering verandert de arbeidsmarkt grondig: is het doemdenken terecht?

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

De digitalisering schudt de arbeidsmarkt door elkaar. Doemdenkers beweren dat banen door de robotisering massaal verdwijnen. Maar nieuwe sectoren creëren ook heel wat nieuwe banen, zeggen de jobmarktoptimisten. Wie heeft gelijk?

Trends en Claeys & Engels zochten en vonden antwoorden op een speciale editie van Trends Afterwork over de impact van digitalisering op onze bedrijven en het personeelsbeleid. Experts uit uiteenlopende sectoren lieten hun licht schijnen op een van de grootste schokken die de arbeidsmarkt moet opvangen.

Na een inleidend woord door Olivier Wouters, managing partner van Claeys & Engels, deelden twee keynote speakers hun inzichten over de gevolgen van automatisering en digitalisering voor de arbeidsmarkt. Koen De Leus, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis, ging dieper in op de vaak gehoorde doemscenario’s die stellen dat er door de digitalisering miljoenen banen verloren dreigen te gaan en dat we – zoals sommige experts beweren – op weg zijn naar een jobless economy. Daarnaast is er het minder apocalyptische beeld dat er in het zogenaamde middensegment van de arbeidsmarkt banen verloren gaan terwijl bepaalde klassieke beroepen en taken (kapper, bakker,…) en ook hoogtechnologische gespecialiseerde job blijven bestaan. De zogenaamde routinetaken zouden verdwijnen.

Koen De Leus waarschuwt voor doemdenken. In het verleden waren er verschillende fases in de economische ontwikkeling waar bepaalde banen door automatisering zijn verdwenen. Zoals onder andere in de textielsector aan het einde van de 18de en het begin van de 19de eeuw met de industriële revolutie. “Het protest was op een bepaald moment zo virulent dat bepaalde actievoerders in Engeland – de zogenaamde luddieten – weefmachines gingen kapotslaan.”

Factories of the Future

Om na te gaan hoe bedrijven vandaag aankijken tegen de digitale golf ging De Leus dieper in op de resultaten van een recent onderzoek van BNP Paribas Fortis. Er werden een aantal vragen gesteld aan bedrijfsklanten van de bank en aan een zogenaamde controlegroep van dertien Factories of the Future (FoF). Die bedrijven doorliepen succesvol een programma van Agoria dat hen voorbereidt op de digitale golf.

Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel van de bedrijven (75%) meent dat ze voldoende zijn voorbereid op de digitale golf, terwijl de Factories of the Future dat allemaal vinden (100%). Bijna de helft van de bedrijven verwacht dat de positieve impact van de integratie van nieuwe technologieën zoals artificiële intelligence (AI), big data of internet der (IoT) zichtbaar zal zijn tussen nu en 2021. Dat stemt overeen met de verwachtingen van de FoF. Tegen 2024 echter verwachten bijna alle Factories of the Future een positieve impact, terwijl dat bij de doorsnee ondernemingen slechts drie kwart is.

De bedrijven in de Factories of the Future-groep verwachten de komende jaren netto vooral nieuwe banen dankzij de digitalisering. De andere bedrijven vrezen vooral banenverlies. De Leus wijst er ook op dat nieuwe technologieën de grenzen doen vervagen en een kwart tot een helft van de bedrijven meer dan vroeger concurrentie ondervindt van buiten de sector.

Een ander aandachtspunt is het stijgende belang van immateriële vaste activa (intern ontwikkelde bedrijfsprocessen, software, uitbouw leveranciers- en klantennetwerken, menselijk kapitaal). De helft van de ondernemingen (versus drie kwart van de Factories of the Future) meent dat de huidige boekhoudregels hier geen rekening mee houden. Dat leidt tot een verkeerde inschatting van de bedrijfswaarde.

De AXA-case

De tweede keynote speaker was Jef Van In, CEO van de financiële instelling AXA. Hij bracht het verhaal brengen vanuit de eigen ervaring bij AXA. Samen met de financiële regelgeving en de lage rente is de digitalisering de belangrijkste uitdaging voor het bedrijf. Dit zorgde voor een veranderingsproces waar de hr-afdeling en vakbonden nabij bij betrokken waren, want er moest een herstructurering gebeuren waarbij meer dan 600 mensen moesten vertrekken. Er werden omwille van de digitalisering nieuwe en andere vaardigheden gevraagd. Een aantal medewerkers moest vertrekken, maar men heeft geprobeerd zoveel mogelijk van hen intern te laten veranderen. Indien ze toch moesten vertrekken werden ze aangemoedigd om op de arbeidsmarkt actief te blijven.

Het laatste deel van het Trends Afterwork Seminar was een debat tussen experts. Het panel bestond uit Chris Engels (voorzitter Claeys & Engels), Jan Denys (arbeidsmarktspecialist Randstad), Erwin De Deyn (voorzitter bediendevakbond BBTK), Isabel Carion (Chief People Officer Orange) en Geoffroy Gersdorff (secretaris-generaal Carrefour).

Vooraleer het debat van start ging kreeg het publiek vragen voorgelegd over human resources en digitalisering. Zowel op de vraag ‘Verdwijnen er in uw bedrijf bepaalde jobs door de digitalisering?’ als op de vraag ‘Komen er door de digitalisering in uw bedrijf nieuwe banen bij?’ antwoordde een groot deel positief.

Op de vraag ‘Zijn de vakbonden voorbereid op de digitale golf in uw bedrijf?’ zei de meerderheid neen. De vraag ‘Zet u in op reskilling van uw eigen mensen om hen om te scholen naar andere jobs in uw bedrijf?’ werd positief beantwoord.

Jan Denys greep de resultaten aan om de bezorgdheid over de jobvernietiging te relativeren. “Creatieve destructie is in een economie van alle tijden en dat is nu niet anders”, stelt hij. “Maar voor een groot deel van de banen verandert er weinig. En de technologische veranderingen in het verleden hebben aangetoond dat er netto aan het einde van de rit steevast meer banen zijn bijgekomen dan verdwenen.”

Arbeidswetgeving is niet aangepast

Chris Engels raakte verschillende aspecten aan over onder andere de arbeidsrechtelijke impact van de digitalisering. Hij waarschuwt ervoor dat bedrijven bij een herstructurering door de automatisering wat te weinig aandacht hebben voor de omscholing van arbeidskrachten en de neiging bestaat om die mensen te laten afvloeien. Voorts was hij kritisch voor de arbeidswetgeving, die niet is aangepast. “Men verwacht in deze digitale tijden de levering van een onlinebestelling elke dag, ook op zondag. Maar de regels over nacht- en weekendwerk maken dat in België soms zeer moeilijk. Daarnaast zorgt de platformeconomie voor nieuwe arbeidsverhoudingen waarbij de grens tussen een werknemer en een zelfstandige zeer vaag wordt. Maar dat wil voor mij nog niet zeggen dat er een derde statuut moet komen.”

Erwin De Deyn wees op de verantwoordelijkheid van de werkgevers om voor voldoende opleiding te zorgen zodat ze voorbereid zijn op de digitale golf. “Lagergeschoolden meenemen in dat proces is niet eenvoudig”, stelt De Deyn.

Dat verhaal bracht ook Geoffroy Gersdorff van Carrefour. De retailer voelt de impact van e-commerce sterk. “Ik zie de fysieke winkel niet verdwijnen, maar we moeten ons aanpassen. De digitalisering met zelfscans aan de kassa’s en onlinebestellingen is ook bij ons een feit. Ook dat vraagt een aanpassing van het personeel met opleiding en reskilling.”

Een operatie die zich ook bij Orange voordoet, stelt Isabel Carrion, chief people officer bij de telecomspeler. “Wij focussen ook op opleiding. En het gaat verder. We gebruiken de digitale tools voor rekrutering. Een voorbeeld: de datingsite Tinder wordt een ondersteunende tool om mensen aan te werven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content