Bijna de helft van de bedrijfsleiders ziet productiviteit dalen door thuiswerk

© Getty
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

In 46 procent van de bedrijven zou thuiswerk een negatieve impact hebben op de productiviteit van de werknemers. Momenteel werkt 45 procent van de werknemers thuis, van wie zowat twee derde voltijds. Dat komt naar voren uit de recentste enquête van de Economic Risk Management Group (ERMG), die de impact van de coronapandemie op de economie opvolgt.

Hoewel voltijds telewerk nog altijd zo veel mogelijk verplicht is, blijft het aandeel van de werknemers die hun werk volledig thuis uitvoeren, stabiel op ongeveer 30 procent. Nog eens 13 procent van de werknemers werkt deeltijds thuis. Dat zijn er iets meer dan in november (9%).

De ERMG-enquête wordt al een aantal maanden op regelmatige basis gehouden door verscheidene federaties van ondernemingen en zelfstandigen (BECI, UCM, Unizo, UWE en Voka). Het initiatief wordt gecoördineerd door de Nationale Bank en het VBO.

In het kader van de ERMG-enquête van december werden de bedrijfsleiders gevraagd naar het effect van telewerk op de productiviteit van hun werknemers. 46 procent van de respondenten geeft aan dat er momenteel geen invloed is, 10 procent rapporteert een sterk negatieve impact, en 36 procent een licht negatieve invloed. Minder dan één op de tien bedrijfsleider denkt dat het telewerk een positieve invloed heeft op de productiviteit van zijn werknemers.

De omzet herstelt

Een andere vaststelling is dat de omzet van de Belgische ondernemingen herstelt in december. Rekening houdend met de grootte van de ondernemingen en de toegevoegde waarde van de bedrijfstakken, meldden de ondervraagde ondernemingen een daling van hun omzet met 14procent ten opzichte van het normale peil. Dat is een verbetering met 3 procentpunten in vergelijking met de enquête van november en zowat hetzelfde niveau als voor de tweede lockdown.

De verbeteringis vooral te danken aan het sterke omzetherstel van de niet-voedingswinkels, de groothandel en de vastgoedactiviteiten, na de grote daling in november. Dat omzetherstel is het gevolg van de versoepeling van beperkende maatregelen, met name de heropening van de niet-essentiële winkels en de vastgoedkantoren vanaf december, en het opnieuw toelaten van plaatsbezoeken door potentiële kopers en huurders vanaf midden november. Het omzetverlies van de niet-voedingswinkels blijft met 24 procent wel substantieel hoger dan het cijfer in oktober, dat al een sterke verslechtering was ten opzichte van augustus.

Ten slotte blijkt dat minder een beroep wordt gedaan op tijdelijke werkloosheid. Terwijl de ondervraagde ondernemingen in november meedeelden dat 11 procent van de werknemers in de private sector tijdelijk werkloos was, bedroeg dat percentage 9 procent in december. Die daling is hoofdzakelijk te zien in de niet-voedingswinkels, de voornaamste bedrijfstak die een positieve impact ondervond van de versoepeling van de maatregelen begin december.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content