Ben Schrauwen (CEO Oqton) na kapitaalronde van 40 miljoen: ‘Ik werf veel liever mensen aan in Vlaanderen dan in de VS’

Ben Schrauwen © .
Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Algemeen hoofdredacteur van Trends-Kanaal Z

Het Vlaams-Amerikaanse softwarebedrijf Oqton haalt 40 miljoen dollar op bij de investeerders Fortino en PMV en de machinebouwer Sandvik. Een van de medeoprichters is Ben Schrauwen, die nu ook de CEO wordt. De gewezen professor robotica aan de UGent wil de grote kapitaalronde ook gebruiken om Oqton, dat focust op de maakindustrie, in Vlaanderen te verankeren.

Ben Schrauwen kondigde drie jaar geleden al in Trends aan dat hij met Oqton een ambitieus softwareplatform wou bouwen dat een nieuwe maakindustrie mogelijk moet maken. Kleinere, efficiëntere fabrieken die ook veel flexibeler kunnen produceren. Schrauwen combineerde het ondernemerschap lang met zijn academische carrière. Hij was na de overname van zijn bedrijf circuits.io aan de slag bij Autodesk in Californië, het bedrijf boven het alomtegenwoordige ontwerpprogramma Autocad. Drie jaar geleden besloot hij samen met zijn toenmalige baas Samir Hana om Oqton te starten. Ze financierden de opstartfase zelf en nemen nu ook deel aan de nieuwe kapitaalronde. Samir Hana was de CEO, hij wordt nu uitvoerend voorzitter. Schrauwen wordt de CEO.

Oqton is nog altijd een discreet bedrijf. Er worden geen financiële details vrijgegeven over de kapitaalronde of over het bedrijf. Het bedrijf telt 70 medewerkers, van wie ongeveer de helft in Vlaanderen. De rest zit in San Francisco, Kopenhagen en China. Het is opvallend dat het bedrag van de kapitaalronde zo groot is – 40 miljoen dollar – en dat Fortino, het fonds van de bekende topmanagers Duco Sickinghe en Renaat Berckmoes, de leiding neemt. Andere opvallende namen zijn de ex-CEO van Autodesk, Carl Basse, en Dries Buytaert. Die laatste is een van de meest succesvolle Belgische techondernemers en is een studiegenoot van Ben Schrauwen. Schrauwen woonde ook enkele jaren in de Verenigde Staten, maar is nu terug in België. Officieel is Oqton een Amerikaans bedrijf, maar met deze kapitaalronde wil Schrauwen het bedrijf verankeren in Vlaanderen.

“Oorspronkelijk zaten we met al ons onderzoek en ontwikkeling bijna volledig in San Francisco”, zegt Schrauwen. “Maar we beslisten snel om het zwaartepunt naar Vlaanderen te brengen. Het is zeer moeilijk om er talent aan te werven. Ze zijn heel duur, ze hebben enorme verwachtingen en ze werken niet noodzakelijk harder. Ik werf veel liever mensen aan in Vlaanderen dan in de VS. Een Vlaamse ingenieur moet echt niet onderdoen voor iemand die er van het prestigieuze MIT afstudeert.”

“Een andere reden is dat veel van onze proefklanten in Europa zitten. En hier kunnen we ook gemakkelijker meertalige mensen rekruteren. De belangrijkste meerwaarde van San Francisco was de gemakkelijke toegang tot durfkapitaal. We hadden daar ook gemakkelijk geld kunnen ophalen, maar we wilden ons ook hier financieel verankeren. Dom geld vind je overal, maar wij wilden slim geld. Duco Sickinghe en Renaat Berckmoes hebben een enorm netwerk. We hebben een partij nodig die ons kan helpen om lokaal management en salestalent te vinden.”

40 miljoen dollar is wel fors voor een eerste grote kapitaalsronde.

BEN SCHRAUWEN. “In Silicon Valley komen die bedragen wel regelmatig voor bij een Serie-A-kapitaalronde. Het gaat er ook wel sneller. We hebben bewust onze tijd genomen. Het startkapitaal kwam grotendeels van ons, de oprichters. We wisten dat we een brede impact kunnen hebben met Oqton, maar dat we tijd gingen nodig hebben om onze ideeën te laten rijpen. Nu voelden we ons sterk genoeg om extern kapitaal aan te trekken en ondertussen hebben we ook onze commerciële strategie afgelijnd. Start-ups moeten zich meestal door een gebrek aan middelen focussen op één segment. Wij hebben door die langere aanloopfase een product op punt gesteld dat in vijf markten een meerwaarde heeft: het aansturen van de klassieke CNC-freesmachines, 3D-printing, lasrobots, de gezondheidszorg en China. Voor al die categorieën hebben we zeer ervaren managers aangetrokken, onder meer van bij Autodesk en Materialise.”

Perfectie is de vijand van het goede. Moest er niet sneller worden geschakeld in de commercialisering?

SCHRAUWEN. “Het is inderdaad een klassieke fout je te verliezen in productontwikkeling en je te lang in een ivoren toren op te sluiten. Maar dat hebben we niet gedaan. Vanaf dag een hebben we met proefklanten gewerkt. Onze software draaide al na zes maanden in een fabriek waardoor we voortdurend feedback kregen over welke functionaliteiten de markt echt nodig heeft.”

De maakindustrie is een vrij conservatieve sector waar men niet graag iets verandert dat al goed werkt.

SCHRAUWEN. “Behalve als je kan aantonen dat iets pakweg 10 keer beter kan. Er zijn wereldwijd ongeveer 100.000 dentale labo’s die implantaten maken. Meestal zijn dat kleine bedrijven met enkele operatoren die dag in en dag uit zeer repetitief en manueel werk moeten doen. Dat leidt tot veel fouten. Met onze software kunnen ze de processen meer automatiseren. De software geeft ook suggesties tijdens het productieproces zodat er minder fouten gebeuren. Dat kan een gigantisch verschil maken.

“We hebben daar ook de grootste impact gevoeld van corona. In het tweede kwartaal waren zowat overal ter wereld de tandartsen dicht. De hele keten voor implantaten lag daardoor ook quasi volledig stil. Maar globaal gezien is de crisis wel een wake-upcall geweest voor de maakindustrie. Iedereen beseft nu dat nog meer automatiseren en vanop afstand kunnen monitoren cruciaal is.”

U wordt de CEO. Laat uw medeoprichter het bedrijf los?

SCHRAUWEN. “Mijn medeoprichter Samir is al iets ouder, maar nog altijd nauw betrokken bij het bedrijf. Het enige wat echt verandert, is dat de operationele leiding nu volledig bij mij ligt en dat het personeel aan mij rapporteert. Ik rapporteer op mijn beurt dan aan Samir. We blijven als oprichters ook na de kapitaalronde aan het roer staan.

“De voorbije drie jaar hebben we met partners onze software uitgewerkt. Die kwamen uit verschillende niches zoals dentale implantaten, lasrobots, 3D-printing. Ons product is nu klaar om verder commercieel te worden uitgerold, vandaar de nieuwe financieringsronde. Tot voor kort bestond Oqton hoofdzakelijk uit vijftig ingenieurs, nu zijn we de sales- en de marketingafdeling aan het uitbouwen.”

Officieel is Oqton een Amerikaans bedrijf.

SCHRAUWEN. “Ik was voor Autodesk naar San Francisco verhuisd en Samir en ik hebben Oqton ook daar opgericht. Maar de meeste van onze partners zijn Europese maakbedrijven of machinebouwers. Ik denk dat ze in Europa veel meer beseffen dat ze doorgedreven moeten automatiseren om te kunnen overleven. Van een softwarebedrijf verwacht je eigenlijk dat het eerst op de Verenigde Staten mikt (vanwege de eengemaakte en grote markt, nvdr), daarna op Europa en China. Bij ons zijn de VS op dit moment ook niet de prioriteit in onze commerciële expansie.”

U produceert ook hardware, een scanner om afgewerkte producten te inspecteren.

SCHRAUWEN. “Dat is meer een prototype en het wordt ook gebouwd door partners. We blijven een softwarebedrijf, alleen mikken we op de hele cyclus van een maakbedrijf. Wat wil je precies produceren, hoe ga je dat doen en hoe ga je controleren dat het correct is gemaakt. Onze scancel dient voor dat laatste deel, om te controleren. Maar ook om data te verzamelen die het productieproces verder kunnen verbeteren.”

Hebben bedrijven die data nu al niet?

SCHRAUWEN. “Ze zien die niet in één systeem. De data over het productieproces kunnen gemakkelijk in een tiental databases en softwarepakketten zitten. Enkel zeer grote bedrijven hebben met veel moeite en miljoenen euro’s hun systemen met elkaar kunnen integreren om een helikopterzicht te krijgen. Oqton richt zich op de middelgrote bedrijven die daar net onder zitten. Zij hebben niet de budgetten om voor een volledige digitalisering te gaan. Het is dus absoluut onze bedoeling om de drempels te verlagen en te democratiseren.”

Bestaat de maakindustrie niet uit een wirwar van standaarden en software? Is het dan wel mogelijk een overkoepelend systeem te maken dat met alle machines kan praten?

SCHRAUWEN. “We wisten dat het een heterogene markt is. Daarom hebben we ook niet het warm water willen uitvinden en hebben we verschillende licenties genomen op software van andere partijen. We wilden zo veel mogelijk focussen op de toevoegde waarde van een oplossing die in de cloud draait en met artificiële intelligentie de productie verder automatiseert en verbetert.

“Ik kan dat nog het beste illustreren met robots om te lassen. Bedrijven vinden bijna geen lassers meer en schakelen daarom over op lasrobots. Maar je vindt nog minder mensen die zo’n robot kunnen programmeren en bovendien is dat bijzonder arbeidsintensief. Een robot instructies geven om 5 minuten te lassen, betekent meestal een paar uren programmeerwerk. Daarom worden die lasrobots nu vooral ingezet voor massaproductie. Wij kunnen dat programmeerwerk grotendeels automatiseren en daardoor het rendabel maken om lasrobots in te zetten voor de productie van kleinere hoeveelheden. Dat wordt steeds belangrijker, door de opkomst van personalisatie in de maakindustrie. De lasrobots zijn nu al een gigantische markt. Er zijn wereldwijd 600.000 lasrobots en dat aantal groeit met 20 procent per jaar.”

De 3D-printingpionier Materialise is ook een softwarespeler die zich richt op 3D-printing in de maakindustrie. Is dat een grote concurrent?

SCHRAUWEN. “Neen. Er is zeker een beetje overlap, maar Materialise focust niet zo hard op de pure productie. Het is meer een experttool om een component te ontwerpen, een ontwerpproces dat soms weken duurt vooraleer het helemaal af is. Wij mikken ten eerste op iets minder arbeidsintensieve ontwikkelingsprocessen. 3D-printing is slechts een van de categorieën waarop we focussen. Onze software stuurt bijvoorbeeld ook de klassieke CNC-freesmachines aan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content