Bedrijven en overheid slaan de handen in elkaar: het gevecht om de mondmaskers

de strijd om de mondmaskers © belga

Het staat buiten kijf dat er fouten zijn gebeurd bij de bestellingen van mondmaskers voor het verzorgend personeel. De taskforce onder leiding van minister Philippe De Backer (Open Vld) werkt dag en nacht om de opgelopen achterstand in te halen. Daarbij kunnen ze alle hulp van bedrijven gebruiken.

Het verzorgend personeel is bezorgd over de kwaliteit van het beschermingsmateriaal dat door de overheid en de ziekenhuizen ter beschikking wordt gesteld. Die kwaliteit liet de voorbije weken af en toe te wensen over. Het medisch personeel heeft het over “koffiefilters” waarmee ze moeten rondlopen.

De maskers die dokters, verpleegkundigen en zorgkundigen nodig hebben om zichzelf te beschermen tegen het virus wanneer ze besmette patiënten verzorgen, filteren de lucht die ze inademen. De overgrote meerderheid van de virusdeeltjes moet in de filter worden opgevangen. Het gaat om zogenoemde FFP2- of FFP3-maskers, maar die laatste zijn moeilijk om door te ademen. FFP staat voor Filtering Facepiece Particles.

Dokters gingen uit pure wanhoop na hun shifts in het ziekenhuis zelf op zoek naar maskers. “Ik kreeg via een bevriende manager in een chemiebedrijf nog 700 stuks te pakken voor mijn ziekenhuis”, liet een dokter weten. Een verpleegster sloeg in paniek, nadat haar masker tijdens de dienst op de covid-19-afdeling was losgekomen. Ze vroeg daarna bij bouwbedrijven uit de buurt naar dozen met FFP2-mondmaskers.

Het kan niet de bedoeling zijn dat mensen in de zorg voor hun eigen bescherming moeten zorgen. Zij moeten op hun patiënten kunnen focussen. Er is een handvol manieren waarop de Belgische overheid aan het nodige materiaal kan geraken. De taskforce doet daarbij het best zo veel mogelijk een beroep op de expertise van bedrijven.

1. Putten uit de voorraden van bedrijven

Heel veel bedrijven uit de chemie en de bouw schonken grote voorraden weg aan ziekenhuizen. Ook bedrijven uit andere sectoren, zoals afvalverwerking of onderzoeksinstellingen zoals imec, schonken mondmaskers. Op 23 maart werd ook een ministerieel besluit gepubliceerd in het Staatsblad, waarin staat dat de overheidsdiensten in nood allerlei beschermingsmateriaal kunnen opeisen, zoals FFP2- en FFP3-maskers, beschermbrillen en maskers, handalcohol, enzovoort. De vraag is alleen of er nog veel voorraden op te eisen zijn. Die bedrijven hebben die maskers allicht zelf nodig. De overheid zou er dus ook bedrijven mee lam kunnen leggen.

Op de website van Vandeputte Safety Experts staat een lijst met nuttige producten waar bedrijven het medisch personeel een plezier mee kunnen doen. De specialist in beschermingsmateriaal riep bedrijven ook op die materialen te schenken aan ziekenhuizen en contacteerde ook de klanten die nog voorraden bij Vandeputte bewaarden met de vraag of ze die mochten vrijgeven. “Een groot deel van de bedrijven heeft dat gedaan. Wij mogen die voorraden niet schenken zonder de toestemming van de bedrijven, want ze zijn onze eigendom niet”, merkt CEO Dirk Vandeputte op. Als de overheid de resterende voorraden wil opeisen, vreest hij dat die nog maar een druppel op een hete plaat zullen zijn.

Vandeputte is niet betrokken bij de installatie van filters op snorkelmaskers van Decathlon en op oude brandweermaskers. Dat zijn enkele van de initiatieven die werden opgezet om het tekort aan PFF2-maskers op te vangen. Hij denkt wel dat die maskers kunnen werken. “Alles hangt af van de filter die je gebruikt om de lucht in het masker te laten. Alle kleine beetjes helpen.”

Zijn er andere alternatieven voor de begeerde PFF2-maskers te bedenken? “Zeker. Er zijn alternatieven, zoals half- en volgelaatsmaskers of een motor unit“, somt Vandeputte op. “Dat is een soort kap die je over je hoofd zet. De motor unit, die aangedreven wordt door een batterij, pompt gefilterde lucht in die hoofdkap. Zo’n producten worden normaal gebruikt bij staalverwerkende bedrijven zoals ArcelorMittal. Ook de materiaaltechnologiegroep Umicore gebruikt dat soort toestellen om hun medewerkers te beschermen.”

2. Hergebruiken van FFP2-maskers na sterilisatie

Samen met het Universitair Ziekenhuis van Luik voeren drie bedrijven (Sterigenics, AMB Ecosteryl en Lasea) en twee onderzoekscentra (Materia Nova en Centexbel) technische tests uit om een maskerontsmettingslijn op te zetten. “We bekijken verschillende sterilisatiemethoden om het virus te deactiveren”, zegt Jan Laperre, directeur van het kenniscentrum van de Belgische textielindustrie Centexbel. Wij zullen nagaan of de functionaliteit van het masker behouden blijft na de sterilisatie met gammastraling, UV-straling, ethyleenoxide, droge warmte en plasma.” Als dat spoor door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) wordt gevalideerd, zou het ontsmettingsproces over enkele weken operationeel kunnen zijn.

Van de mondmaskers die we op dit moment kopen, komt zo’n 60 procent uit Europa (Dirk Vandeputte, Vandeputte Safety Experts)

Er is vooral behoefte aan de FFP2-maskers in de medische sector. “Met een chirurgisch masker bescherm je vooral de anderen”, legt Vandeputte uit. Chirurgische maskers zijn doorgaans pastelgroen, met linten die achter het hoofd kunnen worden geknoopt. Op de chirurgische maskers gebeuren enkel testen op het filtermateriaal van binnen naar buiten. Er zijn geen testen op de afdichting van die maskers op het aangezicht. Die chirurgische maskers volstaan dus niet om met besmette patiënten om te gaan. “Daarvoor heb je maskers nodig die 94 procent van de virusdeeltjes tegenhouden (FFP2) of zelfs 98 procent (FFP3)”, merkt Vandeputte op. Op de FFP-maskers gebeuren testen op het filtermateriaal van buiten naar binnen en er wordt ook gecontroleerd of het masker overal aansluit op het gezicht.

3. Productie van chirurgische mondmaskers in eigen land

In eigen land FFP-maskers produceren blijkt op dit moment onmogelijk. In Vlaanderen slagen we er voorlopig ook niet in een industriële productie van chirurgische mondmaskers op te starten. Onder meer de luierproducent Ontex en het textielbedrijf Sioen kwamen tot die conclusie. Ook het aanbod van Alsico om steriliseerbare mondmaskers te produceren is op vandaag geen oplossing voor kritische toepassingen. Het bedrijf uit Ronse is ‘s werelds grootste producent van wasbare cleanroomkledij. Hun professionele mondmaskers, gemaakt uit textiel, worden al jarenlang ingezet in farmaceutische bedrijven, maar ze voldoen niet aan de normen waar chirurgische mondmaskers moeten aan voldoen. “Wegwerpmaskers en herbruikbare maskers moeten naast elkaar kunnen bestaan”, zegt Gauthier Siau, de CEO van Alsico. “We zullen nog veel mondmaskers nodig hebben voor mensen die in niet-kritische omstandigheden moeten werken. We krijgen vragen van fabrieken die weer willen opstarten en we leveren er aan de politie in Ronse.”

In Wallonië slaan de privésector, de overheid en verschillende kennisinstellingen de handen in elkaar. Na een aanbesteding heeft de Waalse regering het familiebedrijf Deltrian International uit Fleurus geselecteerd om een gloednieuwe productielijn voor chirurgische maskers op te zetten. Het bedrijf, internationaal actief in filtratiesystemen, zal tegen eind volgende maand productie-infrastructuur bouwen in Wallonië met een capaciteit van 30 miljoen chirurgische mondmaskers per jaar. De machines zijn besteld in Duitsland. De Waalse overheid participeert voor 49 procent in het project.

“Het bedrijf kent de markt en zal de materialen om de maskers te maken niet zelf produceren maar aankopen. Ik vind het verstandig die competentie hier op te bouwen. Het zou nog beter zijn ook dat filtermateriaal hier te produceren, maar dan spreken we over een veel hogere investering”, voegt Laperre toe.

4. De bestellingen uit het buitenland beter aanpakken

De drie bovenstaande initiatieven zijn nobel, maar we kunnen niet anders dan beschermingsmateriaal uit het buitenland halen. Koen Mesure turnde zijn reclame- en geschenkbedrijf Xpect, dat al meer dan twintig jaar zaken doet in China, in februari om in een importbedrijf voor FFP2-maskers en ander beschermend materiaal op vraag van zijn schoonbroer die longarts is. Nu houdt hij zich nog uitsluitend met die FFP2-maskers bezig. In het begin werkte hij voor klanten in België, Duitsland en Amerika. “Nu focussen we op de binnenlandse vraag, omdat de overheid grote bestellingen heeft geplaatst. Wij doen ook de kwaliteitscontrole ter plaatse en onze mensen zien nauw toe op het productieproces.”

Mesure maakt zich sterk dat er wel nog mondmaskers van hoogstaande kwaliteit te vinden zijn. “In het begin heeft de Belgische overheid waarschijnlijk paniekaankopen gedaan, maskers van de eerste de beste fabriek. Nu is de overheid strenger. Wij werken met zo’n zes fabrieken en zij hebben allemaal ervaring met het maken van maskers. Het zijn geen fabrieken die onlangs zijn opgestart.” Hij merkt dat de overheid meer en meer professioneel te werk gaat. “In het begin verliep de communicatie met de federale overheidsdienst Economie, Volksgezondheid en het FAGG traag en stroef, terwijl de degelijke fabrieken steeds meer volliepen en de levertijden langer werden. Er is nu een consultant aangesteld om de aankopen te stroomlijnen. Dat is een positieve evolutie.”

Minder positief is dat de Amerikanen vandaag alles kopen wat los en vast zit. “De invloed van de Verenigde Staten op deze markt is gigantisch”, beaamt Mesure. België is een klein land, geprangd tussen de grootmachten die naarstig op zoek zijn naar beschermend materiaal. Ook de Chinezen hebben nog altijd massaal veel maskers nodig. “De maskers van ons huismerk GSA komen uit China, maar het merendeel van onze leveranciers daar start nog maar net zijn productie opnieuw op”, zegt Vandeputte. “En dan zijn we ook nog eens afhankelijk van het exportverbod in China. Dat wordt regio per regio opgeheven. Het grootste deel van onze leveranciers hebben productiefaciliteiten in Duitsland, onder meer 3M, Uvex en Moldex. Van de mondmaskers die we op dit moment kopen, komt zo’n 60 procent uit Europa.”

Wij doen de kwaliteitscontrole ter plaatse in China en onze mensen zien nauw toe op het productieproces. (Koen Mesure, Xpect)

Er zijn ook zeer veel malafide verkopers op de markt. “Wij worden dagelijks gecontacteerd door tientallen frauduleuze bedrijven”, zegt Vandeputte. “Zij beweren dat ze miljoenen FFP2-maskers kunnen leveren. Voor een leek is het moeilijk om het kaf van het koren te scheiden. Af en toe gaat het om betrouwbare partijen, maar veel vaker zijn de certificaten niet in orde of afwezig. Dat betekent dat de doorlaatbaarheid van het filtermateriaal en de afsluiting op het gelaat niet of onvoldoende werd getest. Onze specialisten zien vaak meteen aan de nummers op de bijgeleverde documenten dat iets niet klopt. Dinsdagochtend heeft de taskforce van Philippe De Backer (Open Vld) ons gecontacteerd. Hij heeft ons gevraagd een aantal zaken te helpen controleren.”

Vandeputte nuanceert ook enigszins de problemen met de leveringen van de overheid. “Er zaten af en toe verkeerde leveringen tussen, met problemen met de pasvorm enzovoort, maar er zaten ook enkele leveringen met goed materiaal tussen”, meent Vandeputte. “Die maskers van mindere kwaliteit zijn niet verloren. Ze zijn niet goed genoeg om onze frontsoldaten, het medische personeel, te beschermen. Ze kunnen mogelijk wel elders worden ingezet, net zoals chirurgische maskers.”

Overheden die de beste bescherming voor hun zorgend personeel willen, moeten wel bereid zijn daarvoor te betalen. “De prijzen van bepaalde beschermingsmaterialen zijn verdubbeld en het transport kost soms vijf keer zoveel. Dat alles maakt dat het vandaag veel duurder dan enkele maanden geleden om die materialen in België te krijgen.” Mesure voegt toe: “Als je gisteren kocht tegen een bepaalde prijs is het vandaag al iets meer. Dat is de wet van vraag en aanbod, veronderstel ik.”

België is niet het enige land dat heeft geklaagd over de kwaliteit van de maskers uit China. Mesure: “De overheid in China controleert de exportbedrijven sinds een week strenger. Malafide fabrikanten worden aan banden gelegd en kunnen niet meer exporteren. Maar iedereen richt zich nu op de kwalitatieve producenten. Wij proberen in een fabriek extra volumes te kopen, bijvoorbeeld 2 miljoen stuks, en dan komt een Franse aankoper en die bestelt er 20 miljoen. Met die moeilijkheid worden we nu geconfronteerd. Gelukkig hebben we een breed netwerk. Als het niet lukt in de ene fabriek, dan gaan we naar een andere.”

FFP2, N95 of KN95

In de Europese normering worden ademhalingsmaskers onderverdeeld in FFP1-, FFP2- en FFP3-maskers, naarmate ze bescherming bieden bij het inademen van gecontamineerde lucht. Critici menen dat de Belgische overheid zich ook heeft mispakt aan de Chinese certificaten KN95, die als alternatief voor de Europese FFP2 en de Amerikaanse N95 naar voren worden geschoven.

Dirk Vandeputte is niet overtuigd van de inferioriteit van de Chinese certificaten. “Wij verkopen wel alleen maskers die aan de Europese normen voldoen”, stelt Vandeputte. “Minstens 80 procent van wat we binnenkrijgen gaat prioritair naar de ziekenhuizen.”

Ook Koen Mesure is niet overtuigd dat er iets mis is met de Chinese norm, KN95. “Die stemt overeen met de Amerikaanse norm N95. 95 slaat op het percentage partikels dat het masker moet tegenhouden met een maximale grootte van 0,3 micron. Wat kleiner is, gaat erdoor.”

Jan Laperre wil niet gezegd dat er brol uit China ons land binnenkomt. “De normen op het gebied van ademendheid en barrière liggen vast. Soms meten we waarden die onder de minimale barrière van 95 procent zitten. Maar het is doorgaans niet zo dramatisch.”

Partner Content