Afrika: het beloftevolle continent achter het migratiepact van Marrakesh

© Belga Image
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

De hoogspanning over het migratiepact van Marrakesh maskeert het echte pijnpunt: we zijn als de dood voor Afrikaanse migranten. Wat we niet zien, is het continent dat achter hen ligt. Afrika is een gigantische investeringskans.

Hoe perceptie ons op het verkeerde been kan zetten. Het overkwam ook de gepensioneerde ingenieur Karel Uyttendaele. Na een carrière bij technologiebedrijf HP en sectorfederatie Agoria werd hij door de Europese commissie naar een conferentie in Dakar gestuurd. “Ik moest daar vertellen hoe de Afrikanen hun eerste stappen in de informatica dienden te zetten. Wat bleek? Ze wisten er meer van af dan ik. In de polytechnische universiteit van Dakar doceerden proffen die gedoctoreerd hadden in Parijs, Lyon of Montreal. Wat kon ik daar nog gaan doen?”

Informatici, ingenieurs en economen. Afrika heeft het allemaal, aldus Uyttendaele. “Alleen al in Senegal studeren jaarlijks 500 ingenieurs en economen af. We zijn ons er gewoon niet van bewust. Stop toch met het riedeltje ‘we moeten de Afrikanen leren vissen’. Wat ze nodig hebben, is verantwoordelijkheid.” Daarom probeert Uyttendaele Vlaamse bedrijven ervan te overtuigen jonge Afrikaanse ingenieurs tijdelijk in dienst te nemen. Enkele bedrijven hapten toe, maar het bleven uitzonderingen. Uyttendaele: “Ik kreeg vaak clichés te horen zoals ‘het zijn allemaal luiaards’. En dan hebben die Afrikaanse ouders zich het eten uit de mond gespaard om hun kind te laten studeren. Ja, er is een Afrika van de miserie en de corruptie. Maar is er ook een ander Afrika.”

Het probleem

Het zou dus al helpen mochten we met een andere bril naar Afrika kijken. Zo niet komt er wellicht een veel groter probleem op ons af. 70 procent van de Afrikaanse bevolking is jonger dan 30 jaar, leert een rapport van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. De economie groeit, maar kan de bevolkingsexplosie niet bijhouden, zodat er banen tekort zijn. 80 procent van de arbeidsbevolking is werkloos of moet overleven met precaire baantjes zoals straatventer of dagloner. Als er niks verandert, zullen de Afrikanen emigreren naar andere werelddelen, vooral naar het nabije Europa, aldus het rapport.

De opdracht is immens. Tussen vandaag en 2030 moet Afrika jaarlijks 29 miljoen banen creëren om de toevloed op de arbeidsmarkt baas te blijven, aldus een gezamenlijke studie van de OESO en de Afrikaanse Unie. Maar banen alleen zijn niet genoeg, het moeten ook goede banen zijn. Ruim 40 procent van de werkende jongeren in Afrika heeft een loontje van minder dan 1,9 dollar per dag. Daarvoor blijf je niet in Afrika. Om goede lonen te betalen zijn productieve jobs nodig. Maar die zijn er te weinig. Dat verklaart waarom de Afrikaanse armoede niet wezenlijk daalt. De grondstoffenboom heeft veel groei opgeleverd, maar Afrika vergat het geld te investeren in de diversificatie van de economie.

De kans

Europa vergrijst en groeit traag. Afrika is jong en wil de economische waardeladder opklimmen. Het is een kans die Europa maar één keer zal krijgen. Als we investeren in de Afrikaanse economie, scheppen we in onze achtertuin een markt die over 30 jaar 2,5 miljard inwoners telt, dubbel zoveel als vandaag, aldus berekeningen van de Verenigde Naties.

De welvaart van Afrika als de toekomst voor Europa, het zal van de Europeanen een mentale ommezwaai vergen. “Europa heeft Afrika decennialang beschouwd als een hulpbehoevend continent zonder veel impact. We hadden er een aantal historische belangen, en dat was het,” zegt Koen Doens, onderdirecteur van het directoraat-generaal Ontwikkelingssamenwerking van de Europese commissie. “Onze ogen moeten open gaan. Als China, India, Turkije en de Golfstaten hun aanwezigheid in Afrika volop opschroeven, is dat niet omdat zij bang zijn voor migratie. Zij zien Afrika een grote rol spelen in de wereldeconomie. Het zou ironisch zijn dat Europa, dat nog steeds de grootste voetafdruk heeft in Afrika, het nu zou laten afweten.”

De concurrentie

Europa denkt er het beste niet te lang over na. De tijd dat de Chinezen enkel de grondstoffen uit Afrika kwamen weghalen, is allang voorbij. De Chinese giganten ZTE en Huawei bouwden er het grootste deel van de telecominfrastructuur, aldus een rapport van de consultant McKinsey. Chinese bedrijven hebben de helft van de Afrikaanse bouw- en infrastructuurmarkt in handen, en 12 procent van de industriële productie.

Tussen 2011 en 2016 steeg het Chinese geïnvesteerd kapitaal in Afrika van 16 tot 40 miljard dollar, aldus een rapport van Unctad. In dat tempo wordt China binnenkort de grootste kapitaalbezitter van Afrika. Vandaag zijn dat de Verenigde Staten, waarvan de kapitaalvoorraad in die periode is gestagneerd op 57 miljard dollar. Tussen China en de Verenigde Staten staan enkel nog de Fransen, van wie de kapitaalvoorraad is gezakt van 52 tot 49 miljard dollar, en de Britten, die lichtjes stegen van 54 tot 55 miljard dollar.

Het geld

De Europese Commissie zag de bui hangen en lanceerde vorig jaar het External Investment Plan voor Afrika. Dat plan wil 4,1 miljard euro aan waarborgen en intrestsubsidies inzetten om 44 miljard euro aan privé-investeringen te mobiliseren tegen 2020. Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker zag het nog grootser in zijn jongste State of the Union: een grote Afrika-Europa Alliantie die op termijn moet uitgroeien tot een vrijhandelsakkoord tussen de twee continenten.

“Ga ook eens met de Afrikanen zelf praten. Die hebben meer geld dan je zou denken”, adviseert Pierre Guislain, vicepresident van het departement Privésector, Infrastructuur en Industrialisering van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. “Je zou het geld van de Afrikaanse verzekeraars, pensioen- en staatsfondsen kunnen aanspreken, maar ook dat van de groeiende klasse Afrikaanse ondernemers die ook elders in het continent investeren. Die intra-Afrikaanse investeringen bedragen al 10 tot 15 procent van de totale buitenlandse investeringen in het continent.”

Laat het alsjeblief meer zijn dan kleine projectjes hier en daar, aldus Uyttendaele. “De echte hefboom voor verandering zijn investeringen in grootschalige productievestigingen. Die zullen de Afrikaanse export diversifiëren, de jongeren werk geven en zo een markt creëren voor de Europese bedrijven, maar nog veel meer dan dat. De industrialisering zal een mondige middenklasse doen ontstaan, die de corruptie en het onrecht van binnenuit zal aanpakken. Dat is veel doelmatiger dan westerse moraalpreken.”

Afrika heeft troeven zat voor investeerders, aldus Uyttendaele. “De mogelijkheden voor hernieuwbare energie zijn ontzaglijk, de gsm-penetratie bedraagt 85 procent, en de loonkosten zijn er zelfs lager zijn dan in Azië. Tegen 2035 zal Afrika evenveel hoogopgeleiden tellen als China. Die spreken Frans of Engels en hebben een zwak voor onze cultuur. Laat ons daar gebruik van maken.”

De kritiek

Maar wat met de corruptie en willekeur? “Die bestaan, maar niet overal in Afrika,” aldus Uyttendale. “Een tiental Afrikaanse landen biedt vandaag de nodige rechtszekerheid voor investeerders. Begin in die landen.” Voorbeelden zijn Ethiopië, waar luierproducent Ontex vorig jaar een productievestiging opende, en Kenia ,waar vliegtuigbouwer Boeing en technologiereus Microsoft investeren. Het zijn landen waar de industrialisering al volop bezig is. Hun voorbeeld zal de leiders van fragielere landen dwingen tot verandering, zodat goed bestuur en economische ontwikkeling zich als een olievlek over Afrika zullen verspreiden.

Mooi idee, maar het is allicht niet bestand tegen het werkelijke Afrika, meent Geert Laporte, de adjunct-directeur van ECDPM, een denktank rond ontwikkelingsmanagement. “Er blijft een enorm probleem van rechtsonzekerheid, dat je niet zomaar zal oplossen met investeringen.” Laporte verwijst naar de gerespecteerde Afrikaanse zakenman Mo Ibrahim. Zijn stichting voor goed bestuur concludeert dat de Afrikaanse leiders er nog altijd niet in slagen de economische groei te vertalen in een lotsverbetering voor hun burgers.

“In Oeganda dijkt de autocraat Yoweri Musevini de mobiliserende kracht van sociale media in door het gebruik van smartphones te onderwerpen aan een belasting die de gewone Oegandees niet kan betalen,” zegt Laporte. “In Angola leeft de elite in een onwaarschijnlijke luxe, terwijl Europa schooltjes en ziekenhuizen bouwt voor de armen. Europa durft niet met de vuist op tafel slaan, uit vrees dat de autocraten zullen overlopen naar de Chinezen. Die stellen al die vervelende vragen over rechtvaardigheid en mensenrechten niet.”

Dat is geen argument om weg te blijven uit Afrika, aldus Uyttendaele. “Als Europa wacht tot alle Kabila’s van Afrika zich bekeerd hebben tot goed bestuur, dan zullen China, India, Turkije en Zuid-Korea het continent waarmee wij historische banden hebben, volledig hebben ingepalmd. Dan zullen mijn kleinkinderen pas écht geconfronteerd worden met onhoudbare immigratie. Zonder welvaart voor Afrika geen welvaart voor mijn kleinkinderen.”

De aanpak

Hoe gaan we dan best tewerk? Europa moet meer risico nemen door steun te geven aan veelbelovende start-ups en nieuwe, vaak informele sociale bewegingen die van onderuit verandering brengen, aldus Laporte. “In Oeganda runnen jonge juristen Barefoot Law, dat via gsm, smartphone en sociale media gratis juridische informatie levert over zaken zoals eigendomsrechten voor vrouwen of het oprichten van een bedrijfje. Gebruik die onderhuidse dynamiek.”

“Zoek de welmenende mensen op,” zegt Philip Verwimp, hoogleraar ontwikkelingseconomie aan de ULB. “Zelfs in corrupte landen heb je veel niet-corrupte mensen. Een groeiende Afrikaanse middenklasse van hoger geschoolden wil op gelijkwaardige voet samenwerken met Europese ondernemers om duurzame projecten uit te bouwen. En laat problemen met corruptie over aan je Afrikaanse partner. Die weet veel beter hoe je daar onderuit komt.”

Houd je zo de corruptie niet in stand? “Als jij niet corrupt bent, en je verliest het contract, heb je tenminste het goede voorbeeld gegeven. Ze weten nu dat jij eerlijk bent. Dan krijg je de volgende keer het contract misschien wel. Fixeer je niet op die corruptie. Zoek een goede partner en begin eraan. Het is een kwestie van te durven, en niet bij de eerste tegenslag te vertrekken.”

Het terrein

“Als het echt onmogelijk werken was in Afrika, dan zouden we daar geen kwart van onze omzet halen,” zegt Bruno Geltmeyer, de algemeen directeur van het Gentse Denys. De specialist in bouw-, water- en infrastructuurwerken heeft acht projecten lopen in Afrika, en binnenkort negen. “In veel Afrikaanse landen vermindert de corruptie en ontstaat goed bestuur. Congo blijft een drama, maar landen als Ghana, Ethiopië en Zambia doen het goed”, zegt Geltmeyer. “Het blijft alleen moeilijk opboksen tegen de Chinese concurrentie, die soms tegen de helft van onze prijzen werkt. Dat kan gewoon niet kloppen. Het ligt wellicht aan Chinese staatssteun. Als veel Chinese bedrijven meedingen naar een project, haken we af, omdat we toch geen kans maken. Gelukkig zitten de Chinezen nog niet overal in Afrika.”

Denys is al vijftien jaar actief in Afrika. “We werken met een grote groep expats in Afrika, maar op termijn gaan we naar lokaal management”, zegt Geltmeyer. “Vandaag is al een derde van onze 2500 medewerkers Afrikaans. Het zijn geschoolde vaklui en ingenieurs die op een redelijk hoog niveau meedraaien en de ladder opklimmen. We kunnen in dat continent nog grote stappen doen. In Europa verleggen we kleine steentjes, maar in Afrika is onze maatschappelijke relevantie veel groter.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content