Zo belegt u in obligaties: stap voor stap uitgelegd
De banken stellen een verhoogde interesse van beleggers in obligaties vast. Ze verwachten ook dat meer Belgische bedrijven in 2023 met de hoed zullen rondgaan, om aan die toegenomen vraag tegemoet te komen. Maar bij beleggen in obligaties komt meer kijken dan bij beleggen in aandelen. Hoe begint u daaraan?
Er gaat veel meer geld om in de obligatiehandel dan in de aandelenhandel, maar de markt is minder doorzichtig en minder toegankelijk voor de kleine belegger. “Het is een gigantische markt, vele malen groter dan de aandelenmarkt, maar veel minder geautomatiseerd”, zegt Alex Goldwasser van de gelijknamige beursvennootschap. “Als beleggers up-to-date prijzen willen hebben, moeten ze verschillende keren per dag die prijs opvragen, want je kunt ze nergens raadplegen.”
Bij Goldwasser Exchange moeten beleggers per transactie minimaal 10.000 euro, of het equivalent daarvan in andere munten, in één obligatie investeren. “Voor kleinere bedragen vinden we gewoon geen tegenpartijen”, legt Alex Goldwasser uit. Zo’n tegenpartij is een bank of een broker die voor de klanten handelt. Beleggers in obligaties zijn vaak grote institutionele partijen, zoals verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsfondsen. “Zulke grote beleggers hebben weinig belang bij een transparante markt. Als ze obligaties willen verkopen, voor 100 miljoen euro bijvoorbeeld, hebben ze er weinig baat bij dat de hele markt weet dat ze aan de verkopende kant staan, want dat zou de prijs drukken.”
De obligatiehandel is een gigantische markt, vele malen groter dan de aandelenmarkt, maar veel minder geautomatiseerd’ ALEX GOLDWASSER, GOLDWASSER EXCHANGE
1 Koopt u het best bestaande of nieuwe obligaties?
Bankiers hebben het bij nieuwe obligaties over de ‘primaire markt’ en bij bestaande obligaties over de ‘secundaire markt’. Bij BNP Paribas Fortis klinkt het antwoord op de vraag of u het best nieuwe of bestaande obligaties koopt: “Voor beleggers met 1.000 euro is het goedkoper op primaire emissies in te tekenen. Voor aankopen op de secundaire markt rekenen wij minstens 25 euro per transactie aan en is het raadzaam voor minstens 5.000 euro orders door te voeren.”
“Bij nieuwe obligaties bieden de emittenten iets meer rendement. Ze moeten die nieuwe obligaties met een kleine premie op de bestaande obligaties op de markt brengen. Want waarom zou iemand ze kopen, als er oude obligaties zijn die evenveel rendement bieden?” stelt Alex Goldwasser.
Volgens Kris Hermie, fondsbeheerder bij Value Square, is er ook meer liquiditeit bij primaire emissies, omdat zowel kleine als grote beleggers vooral obligaties kopen om ze bij te houden tot de vervaldag. Deutsche Bank bevestigt dat de meeste klanten in obligaties beleggen volgens een buy-and-holdstrategie. Die strategie bemoeilijkt het vinden van verkopers op de secundaire markt.
Een bijkomend voordeel is dat de beleggers op nieuwe emissies geen taks op beursverrichtingen (TOB) hoeven te betalen. Voor transacties op de secundaire markt betalen de beleggers 0,12 procent op het transactiebedrag, met een maximum van 1.300 euro. Desondanks vindt Alex Goldwasser bestaande obligaties fiscaal bekeken vandaag vele malen interessanter voor Belgische beleggers, vanwege de gestegen rente.
De koersen van obligaties op de secundaire markt dalen namelijk wanneer op de primaire markt obligaties met royalere coupons worden uitgegeven. “Er zijn vandaag obligaties op de markt, die beleggers kunnen kopen tegen 80 of 90 procent van de nominale waarde. Op de vervaldag krijgen de beleggers 100 procent van de nominale waarde terugbetaald van de emittent. Die meerwaarde steken beleggers belastingvrij op zak”, merkt Goldwasser op.
Ook Kris Hermie vindt het een goed idee om obligaties onder pari te kopen, zoals dat heet, en niet enkel om fiscale redenen. “Behalve de prijs vergelijken wij het renteverschil vandaag met de historische renteverschillen. Hoeveel premie leverde een bedrijfsobligatie vroeger op, boven op de risicovrije rente die overheden betaalden op hun obligaties? Hoeveel premie biedt die bedrijfsobligatie vandaag? Als het verschil met overheidsobligaties nu groter is dan de voorgaande jaren, zou die bedrijfsobligatie wel eens interessant kunnen zijn.”
“Het enige nadeel van die obligaties onder pari is dat ze weinig intresten opbrengen tijdens de looptijd. Voor sommige beleggers is het belangrijk regelmatige inkomsten te hebben”, voegt Alex Goldwasser toe. Vergeet ook niet te checken hoe het met de kredietwaardigheid van de emittent zit. Als een bedrijf bijna failliet is, is het normaal dat het schuldpapier van die onderneming veel minder waard is. De kans dat de obligatiehouders op vervaldag hun inleg niet of niet volledig terugkrijgen is dan reëel.
“Wanneer een kredietbeoordelaar de kredietscore van een bedrijf verlaagt, kan het zijn dat bepaalde fondsen door hun statuten of hun mandaat verplicht worden de obligaties van dat bedrijf te verkopen”, merkt Kris Hermie op. Die kredietscore weerspiegelt de sterkte van de balans en geeft een idee hoe groot de kans op wanbetalingen is, volgens agentschappen als Moody’s, Standard & Poors en Fitch. Voor beleggers die het risico durven te nemen, bieden deze obligaties soms kansen.
2 Belegt u het best via fondsen of rechtstreeks in obligaties?
“Een obligatie is interessant voor beleggers, maar niet voor de banken. Op een obligatie verdient een bank maar één keer commissie, bij de aankoop, terwijl ze op een fonds jaar na jaar blijft verdienen”, weet Alex Goldwasser. Beleggers die een obligatiefonds in portefeuille hebben, betalen instap- en beheerkosten. Die laatste worden dag na dag afgehouden van de intrinsieke waarde van het fonds.
“Wij hebben onze hele organisatie gericht op obligatiehandel. Daardoor is handelen in obligaties voor Goldwasser Exchange wel nog rendabel”, aldus Goldwasser. Per transactie betalen de klanten 0,8 procent van het bedrag als makelaarskosten aan Goldwasser Exchange, met een minimum van 50 euro. “Dat bedrag kunnen de beleggers afschrijven over de volledige looptijd van de obligatie.”
In een context van stijgende rente is het bovendien ook makkelijker voor beleggers om hun inleg terug te krijgen met een obligatie dan met een obligatiefonds. “Als de rente stijgt, dalen zowel de obligaties als de obligatiefondsen in waarde. Alleen staat op de obligatie een einddatum, waarop de belegger 100 procent van de nominale waarde van de obligatie terugkrijgt. Bij een obligatiefonds krijgt de belegger bij de verkoop van zijn deelbewijs wat de obligaties in het fonds op dat moment waard zijn”, stelt Alex Goldwasser.
De beheerder van het Value Square Fund Bonds heeft de voorbije jaren pertinent geweigerd meer te betalen voor obligaties dan het fonds op de vervaldag van de obligaties zou terugkrijgen. “Wij kochten vorig jaar geen obligaties met een negatief resterend rendement voor het fonds. Daarom zijn we opgeschoven richting lokale kampioenen zonder kredietscore, waarvan we weten dat ze wel kredietwaardig zijn. Denk aan obligaties van de Belgische holding Sofina bijvoorbeeld. We houden die obligaties doorgaans bij tot de vervaldag. Desalniettemin heeft ons obligatiefonds in 2022 een verlies van 9,7 procent geslikt. Al bij al valt dat nog mee tegenover het verlies van ruim 17 procent van onze referentie-index Bloomberg Euro Aggregate.”
De beleggers die bij de start van het fonds in juli 2019 voor 1.000 euro deelbewijzen kochten, hebben nu nog 926 euro in handen (inclusief de uitkering van 2 coupons). “Het herstel op de obligatiemarkten in januari ging snel, maar het zal nog even duren voor we dat verlies weer kunnen goedmaken”, stelt Kris Hermie. “Voor beleggers die vandaag instappen, liggen de kaarten anders. Obligaties zijn na de rentestijging van vorig jaar opnieuw een interessante activaklasse.”
Er zijn nog wel redenen om te kiezen voor een obligatiefonds, volgens Alex Goldwasser. Beleggers moeten een kennis- en ervaringstest afleggen om in obligaties te mogen beleggen. Voor beleggingen in fondsen is minder kennis vereist. “Ook als beleggers willen inspelen op bepaalde niches, zoals de groeilanden, of als ze veel risico willen nemen met speculatieve obligaties, moeten ze dat via een fonds doen”, vindt Alex Goldwasser. Kris Hermie merkt ook op dat bedrijfsobligaties vaak zijn voorbehouden voor gekwalificeerde of professionele beleggers en dan kun je er enkel via een fonds in investeren.
Een woordvoerder van Deutsche Bank merkt op dat er ook obligatiefondsen met een vaste looptijd zijn, die veel gelijkenis vertonen met een gewone obligatie. R-co Target 2028 IG is zo’n fonds, met vervaldatum op 31 december 2028. Het kan beleggen in obligaties met een looptijd tot 31 december 2029, maar de gemiddelde looptijd van de portefeuille ligt tussen januari en december 2028. Het fonds kan tot 10 procent van de portefeuille in obligaties met een minder goede kredietrating investeren, om te vermijden dat de beheerder bij een ratingverlaging onmiddellijk posities zou moeten verkopen.
“Fondsen kunnen de risico’s beter spreiden, met doorgaans 50 tot 100 onderliggende obligaties, naargelang de grootte van het fonds”, voegt Deutsche Bank nog als voordeel toe.
3 Waar kunnen beleggers terecht voor obligaties?
“Als beleggers willen intekenen op primaire emissies, gaat dat over het algemeen vlotter bij de banken die betrokken zijn bij de emissie”, zegt Kris Hermie. Voor obligaties op de secundaire markten zijn er meer mogelijkheden. Er zijn overigens obligaties die op een beurs noteren en obligaties zonder beursnotering, maar zelfs beursgenoteerde obligaties koopt u niet zomaar met een muisklik zoals een beursgenoteerd aandeel.
De klanten van Goldwasser Exchange zijn vooral oudere mensen met geld die nog graag een praatje slaan met hun bankier. “Ik weet dat de jeugd graag volledig online haar beleggingen regelt, maar obligatiehandel is veel meer artisanaal en dat lukt niet via internetplatformen. De aandelenhandel verloopt grotendeels via beurzen, terwijl obligaties vooral tussen banken van hand wisselen. Wij bellen dus rond om de prijs te vragen als een van onze klanten een obligatie wil kopen, of een prijs voor te stellen, als iemand wil verkopen.” In het jargon heet dat over the counter of OTC-handel.
In een context van stijgende rente is het makkelijker voor beleggers hun inleg terug te krijgen met een obligatie dan met een obligatiefonds.
Een woordvoerder van de internetbank Keytrade treedt Goldwasser bij. “Er zijn heel weinig beursgenoteerde obligaties vergeleken met het totaal uitstaande aantal obligaties. De obligatiehandel is hoofdzakelijk een buitenbeursbusiness waar de marktmakers of de banken de handel garanderen. Er zijn zeker obligaties ter waarde van 1.000 euro te vinden, maar dat wil nog niet zeggen dat tegenpartijen zo’n klein bedrag wensen te verhandelen. Want dan kom je als bankier niet uit de kosten.”
Bij Deutsche Bank klinkt het dat heel wat obligaties op de beurzen van Euronext, Luxemburg en Frankfurt noteren, maar dat de handelsvolumes heel beperkt zijn. “Banken geven de voorkeur aan de interbancaire markt, waar de liquiditeit veel groter is en de prijzen competitief dankzij de vele internationale spelers op die markt.” In theorie zou een kleine belegger via een onlinebroker dus wel obligaties moeten kunnen kopen, maar in de praktijk zal dat niet altijd lukken.
Kris Hermie merkt op dat het zelfs voor fondsbeheerders niet altijd vanzelfsprekend is bepaalde obligaties te kopen. “Soms zien we een buitenkans op de obligatiemarkt, maar vinden we geen tegenpartij die de obligaties wil verkopen tegen de prijs die wij op onze Bloomberg-terminal zien.” Professionele beleggers doen een beroep op een dataleverancier als Bloomberg om op elk moment de prijs van een aandeel of een obligatie te kunnen zien. Vervolgens bellen ze naar een tradingdesk of sturen ze een chatbericht om uit te zoeken wie het schuldpapier heeft dat ze willen kopen en tegen welke prijs.
Beleggers die al een tiental jaren meedraaien, herinneren zich mogelijk nog de jaren 2011, 2012 en 2013 toen er bijna elke maand wel een Belgisch bedrijf obligaties probeerde te slijten bij kleine beleggers. Heel vaak was KBC daarbij betrokken. Bedrijven, en ook overheden, doen een beroep op banken om hun obligaties te plaatsen bij beleggers.
KBC verwacht naar eigen zeggen de komende maanden opnieuw meer primaire emissies te kunnen doen. Ook Belfius verwacht in 2023 “verschillende nieuwe obligatie-uitgiften door Belgische uitgevers”. BNP Paribas Fortis voegt eraan toe: “Naast de courante Belgische emittenten genre Bekaert en Immobel geven de Belgische banken ook zelf obligaties met kleine coupures uit voor hun netwerk. Zo brengen wij maandelijks nieuwe eigen emissies uit.”
4 Welke banken bedienen beleggers in obligaties het best?
We vroegen aan de grote banken welke dienstverlening ze hebben voor obligatiebeleggers. KBC brengt de privatebankingklanten op de hoogte van nakende primaire emissies via een aankondiging op zijn website en via een mail. “Bij de onlinebroker van KBC, Bolero, kunnen klanten een dagelijks geüpdatete obligatieselectie vinden in het Ideacenter en de app met beschikbare obligaties waarin ze kunnen beleggen via de Bolero Orderdesk. Een groot deel van deze coupures is al beschikbaar met coupures van 1.000 euro”, voegt een woordvoerder eraan toe.
Deutsche Bank merkt op dat de nieuwe uitgiften grotendeels voorbehouden zijn voor professionele beleggers, met coupures van 100.000 euro. “Onze klanten zoeken hun gading in de oudere uitgiften op de secundaire markt met coupures van 1.000 euro”, stelt een woordvoerder. “Onze klanten in private banking krijgen advies. Voor de andere klanten hebben wij een lijst van obligaties die ze kunnen kopen. Wij waarschuwen de klanten bij een downgrade van de kredietrating van een emittent van een van hun obligaties of wanneer de bank een te grote blootstelling aan eenzelfde emittent vaststelt.”
5 Welke prijs betalen beleggers voor obligaties?
Kris Hermie raadt kleine beleggers aan om met limietprijzen te werken. “Als je een obligatie koopt zonder een limiet te stellen, kan de prijs gemakkelijk enkele procenten verschillen van de marktprijs die je op je computer ziet. De prijzen op de genoteerde markten geven een indicatie van de prijs, maar dat wil nog niet zeggen dat je die prijs kunt krijgen Bij bedrijven met een grote naam, waarvan veel obligaties voorhanden zijn, speelt dat minder.”
De geafficheerde prijzen zijn in principe prijzen waartegen obligaties van hand zijn gewisseld. Bij elke transactie is er een koper die vooraf een bepaalde prijs in zijn hoofd heeft (biedprijs) en een verkoper (laatprijs). Enkel wanneer de koper en de verkoper tot overeenstemming komen over de prijs kan er een transactie plaatsvinden.
Bij beleggingen in obligaties komt ook meer kijken dan bij beleggingen in aandelen. Zo moeten beleggers opletten met de prijs. “De prijzen voor obligaties die wij afficheren op onze website oblis.be houden het midden tussen de bied- en de laatkoersen. Wij kunnen voor onze klanten doorgaans prijzen verkrijgen die daar dichtbij liggen, maar dat kan enkel omdat wij veel tegenpartijen hebben en omdat het om liquide obligaties gaat van bedrijven als Google of Engie. Beleggers gaan het best in zee met brokers die veel tegenpartijen hebben, om een goede prijs te kunnen krijgen. Om met een bank OTC te kunnen handelen, moeten we daar een contract mee afsluiten”, zegt Alex Goldwasser.
Daarnaast moeten beleggers rekening houden met de verlopen rente, die niet inbegrepen zit in de geafficheerde prijs. Neem obligaties ter waarde van 10.000 euro waar een jaarlijkse coupon van 1 procent (1.000 euro) intresten aan vasthangt, die telkens in februari wordt geknipt. Dan betaalt de koper van de obligaties boven op de koers ook verlopen intresten voor het deel van het jaar dat voorbij is. Voor het voorbeeld zou dat betekenen dat de koper in januari maar liefst 11/12de van de jaarlijkse coupon zou moeten betalen aan de verkoper. “Als je in België woont, koop je om fiscale redenen dus het best obligaties kort na de uitkeringsdatum van de intresten”, meent Alex Goldwasser. “Want je betaalt wel 30 procent roerende voorheffing op de volledige coupon. Je kunt die verlopen intresten daar niet van aftrekken.”
Vergeet niet de kredietwaardigheid van de emittent te checken. Als een bedrijf bijna failliet is, is het normaal dat het schuldpapier van die onderneming veel minder waard is.
Het abc van obligatiebeleggers
– Onder of boven pari. Beleggers betalen minder of meer voor een obligatie dan het geld dat ze op de vervaldag van de obligatie terugkrijgen.
– Coupure. Het minimumbedrag dat beleggers moeten inleggen.
– Verlopen rente. Het deel van de rente dat kopers moeten betalen aan verkopers, afhankelijk van de resterende tijd tot de uitbetalingsdatum.
– Yield of brutorendement. Het brutorendement dat beleggers realiseren, rekening houdend met de huidige marktprijs.
– Nettorendement. Het rendement, zonder de roerende voorheffing van 30 procent die is verschuldigd op de coupon. Hoe lager de coupon, hoe kleiner het verschil tussen bruto- en nettorendement.
25 euro
per transactie rekent BNP Paribas Fortis aan voor aankopen op de secundaire markt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier