Wie moet besparen in België na de verkiezingen?
Wie de verkiezingen ook zal winnen op 25 mei, één ding is zeker: de sanering van de publieke financiën zal verder moeten gaan om in 2017 een begrotingsoverschot te bereiken. Maar hoe dient deze inspanning verdeeld te worden over de verschillende beleidsniveaus van ons land?
In de laatste Economic.Poll@ING bleek dat 64% van de respondenten in de eerste plaats de federale overheid zou aanspreken als ze de uitgaven moesten verminderen. 27% wijst de deelstaten aan en 9% zou in de sociale zekerheid snoeien.
De Hoge Raad voor Financiën, die de regeringen adviseert over budgettaire materies, stelde in haar laatste advies in maart iets gelijkaardigs voor.
Volgens dit voorstel zou de federale overheid en de sociale zekerheid 80% van de sanering moeten dragen. De overige 20% zou worden gerealiseerd door de deelstaten en de lokale overheden.
Dit heeft vooral te maken met het feit dat de federale overheid een groot tekort heeft (2,5% van het BBP in 2013), terwijl de deelstaten en lokale overheden nu al quasi een begrotingsevenwicht optekenen.
Let op, de Hoge Raad zegt niet hoe die inspanning moet geleverd worden. Dit zou kunnen gebeuren via een daling van de uitgaven, maar evengoed via een stijging van de inkomsten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier