UCB: defensief en opvallend sterk
De gezondheidssector was in 2011 een van de best presterende sectoren. In die sector eindigde het aandeel van UCB vorig jaar op de tiende plaats. Voor 2012 is een plaats in de top drie mogelijk.
De Belgische biofarmagroep UCB (33,91 euro op 25 maart 2012) noteert op Euronext Brussel. De omzet en de nettowinst van de groep bewegen in stijgende lijn. Terwijl de voorbije week de koers van heel wat aandelen terugviel, ging het aandeel van UCB gezwind voorbij de belangrijke weerstandslijn R1 (zie grafiek). De koers stijgt en het dagelijks verhandelde volume neemt toe. Dat is positief, want het bevestigt de uitbraak door de weerstandslijn R1. Die weerstandslijn zal bij eventuele winstnemingen als steunlijn fungeren.
Breekt het aandeel van UCB door de horizontale weerstandszone van 34 à 36 euro, dan is de uitbraak een feit. De frequente bodems en toppen sinds 1998 hebben die belangrijke weerstandszone gevormd. Dat is duidelijk te zien op de grafiek (zone-R).
Bij een beurscorrectie biedt de sector van de gezondheidszorg (Health Care) de meeste weerstand. Dat is logisch, want geneesmiddelen zijn het laatste wat een mens kan missen. Bij een vergelijking tussen de sector, het aandeel van UCB en de Bel-20-index, zien we duidelijk de sterke prestatie van de sector van de gezondheidszorg in 2011. Op dezelfde grafiek zien we ook dat UCB nu met volle kracht uit het sectorgemiddelde schiet.
Tubize
We kunnen ook investeren in het aandeel van UCB via de holding Tubize (26,25 euro op 25 maart 2012). Die holding is exclusief belegd in UCB, reden waarom ze vaak de moederholding wordt genoemd. Tubize noteert meestal 25 à 50% onder zijn intrinsieke waarde. Op 7 maart kreeg Tubize het advies “trend kopen” tegen 23,26 euro: de koers doorbrak de weerstandslijn R1 met een groot volume (zie grafiek). De volgende weerstand ligt op 27,54 euro.
Tubize zal de trend van het aandeel van UCB volgen. Maar er is altijd een percentage verschil tussen de koers en de intrinsieke waarde van de holding. Dat verschil wordt vooral bepaald door het beurssentiment: bij een positieve beurssfeer zijn holdings duurder, want de beleggers zijn dan bereid meer te betalen. Beleggers verwachten dat de waarde van de aandelen binnen de holding – in dit geval UCB – verder zal stijgen. Bij een negatieve beurssfeer zakt de koers van een holding dan weer feller.
We kunnen het verschil tussen UCB en de moederholding Tubize berekenen. We kijken daarvoor naar de spread: dat is het percentageverschil tussen de top- en de bodemkoers van het aandeel. Over vijf jaar bekeken ligt de spread van UCB op 231% en die van de moederholding Tubize op 401%. We kunnen met Tubize bij een stijgende koers dus meer verdienen, maar bij een dalende koers ook meer verliezen. Het risico en het rendement gaan op de beurs altijd hand in hand.
Paul Gins, zaakvoerder CompuGraphics nv
Uitgever TransStock en www.beursgrafiek.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier