Tijd dringt voor problemen met overheidsschulden, deze week wordt belangrijk

Vorige week vrijdag slaagde de Portugese oppositie er in om een besparingsplan van de overheid met een waarde van 400 miljoen euro tegen te houden. Het plan had een looptijd van vier jaar.

De regering noemde de afwijzing door de oppositie onverantwoordelijk en zal alsnog proberen om plan door het parlement te loodsen. De analisten reageerden verontrust en zijn van mening dat de gevaren op een besmetting door de Zuid-Europese problemen opnieuw groter worden.

Simon Tilford, hoofdeconooms van het Centre for European Reform, is van mening dat er voor het einde van deze week een oplossing moet worden gevonden. Is dat niet het geval, dan zullen maatregelen moeten genomen worden.

Met andere woorden: nog deze week zullen knopen doorgehakt moeten worden. Europa is echter van mening dat landen als Portugal en Griekenland hun problemen zelf zullen moeten oplossen. Beide landen moeten hun economie onder andere meer concurrentieel maken.

Tilford vreest vooral dat de problemen gaan overwaaien naar Spanje, dat een veel grotere economie heeft dan beide andere landen. De eurozone zou Portugal en Griekenland eventueel ter hulp kunnen komen, maar Spanje is qua grootte van een heel andere orde van grootte.

Bijkomend probleem is dat zowat iedereen dit jaar overheidsobligaties gaat uitgeven, waardoor zelfs landen met een gezonde financiële positie moeilijkheden gaan hebben om voldoende geld aan te trekken.

Ook landen die de euro niet gebruiken maar diep in de schulden zitten – zoals het Verenigd Koninkrijk of Hongarije bijvoorbeeld – kunnen daar de gevolgen van ondervinden. Griekenland en Portugal zijn volgens Tilford echter de twee landen die het meeste moeite met hun financiering gaan hebben.

Beiden zijn samen goed voor minder dan 5% van de economische output in de eurozone, maar Spanje is goed voor 11,70% van het Europees BBP. Relatief hoge lonen en een lage productiviteit vormen een belangrijke handicap voor Spanje.

Tilford vraagt dat de eurozone gaat nadenken over de verschillen tussen noord en zuid. Duitsland en Nederland zijn grote exporteurs, terwijl de zuidelijke landen eerder big spenders zijn. De Duitsers en de Nederlanders zouden meer moeten consumeren om de Europese economie weer vlot te krijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content