Stefan Duchateau: “Wat zijn de werkingsmechanismen van de eurozone?”

De doelstelling van de Eurozone is alleszins lovenswaardig : De deelnemers worden verplicht om hogere productiviteit na te streven en haar industrie én overheidsapparaat zo efficiënt mogelijk te organiseren. Maar in de praktijk lijkt er toch een en ander mis te lopen. Wat zijn de gevolgen van de objectieven van de Eurozone-doelstellingen?

Stefan Duchateau: “Hierdoor wordt de inflatiedruk verminderd en kan de LT rente zich permanent op een laag niveau gaan situeren waardoor bedrijven zich structureel goedkoper kunnen financieren om -bijvoorbeeld- nog meer te kunnen investeren in productiviteitsverhogende maatregelen, research en innovatie. Het geheel wordt zo ook veel voorspelbaarder.”

Geen plotse monetaire schokken meer om inflatie-opstoten te bedwingen (met desruptieve gevolgen voor bedrijfsinvesteringen en consumptie ) en een directere band tussen efficiënte productie en creatie van werkgelegenheid, lagere prijzen aan de kassa en vandaar hogere consumptie.

Stefan Duchateau: “Op zich niks op tegen natuurlijk. Alleen het inconvenient dat die landen die in dit opwaartse proces niet kunnen volgen , hun werkgelegenheid zien wegslinken en worden geconfronteerd met oplopende budgettaire kosten en hogere rente, hetgeen een negatieve spiraal in werking zet die binnen de huidige constructie geen enkel corrigerend mechanisme meer kent.”

Daar waar in het verleden een nominale depreciatie van de thuismunt nog enig soulaas kon brengen ( door een tijdelijke impuls aan de export ) en het betrokken land de kans gaf een herstelperiode in te bouwen, is dat nu niet meer mogelijk.

Stefan Duchateau: “Het indirecte gevolg van het herhaald gebruik van devaluaties om de competitieve positie te herstellen, was natuurlijk een hogere en instabiele rente omwille van hogere (import)inflatie en toenemende onevenwichten op de betalingsbalans maar leidde tevens naar een ontaarding van de competitie in de Europese gemeenschap: Landen die er wel in slaagden om efficiënte productie te organiseren en in concurrentie te gaan met homogenere economische machtsblokken zoals de VSA, Japan en recentelijk China, werden door onderlinge competitieve devaluaties figuurlijk in de rug geschoten in hun thuismarkten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content