Staatsobligaties beleven slechte periode
De markt voor Europese overheidsobligaties kende gisteren opnieuw een slechte dag. Uiteraard hielp het positieve sentiment op de aandelenmarkten niet, evenals meevallende cijfers over de Amerikaanse woningmarkt.
Het is echter de vraag of de obligatiemarkt het anders zo veel beter gedaan zou hebben. Marktpartijen maken zich in toenemende mate zorgen over het enorme beroep dat overheden doen op de kapitaalmarkt.
Deze week wil de Nederlandse overheid circa 2 miljard euro ‘ophalen’ met twee-, vier- en zesjaars leningen. De
US Treasury is van plan om in hetzelfde (middellange) looptijdsegment voor $ 135 mrd dollar aan obligaties te verkopen.
Met de toenemende omvang van de stimuleringspakketten lopen overheden het risico in de toekomst een hogere prijs te moeten betalen voor de financiering.
Daarbij moeten overheden ook concurreren met het bedrijfsleven. Zo kwam Citigroup vorige week nog met $ 12 mrd aan gegarandeerde leningen op de markt.
Een forse stijging van de lange rente is onwaarschijnlijk zo lang de wereldeconomie er zo zwak voor staat. Maar een gedeeltelijke correctie van de sterke daling van vorig jaar ligt naar onze mening wel in het verschiet.
Met name de markten die het meest hebben geprofiteerd van de vlucht-naarveiligheid, zoals die voor Duitse Bunds en US Treasuries, zitten in de gevarenzone zodra beleggers weer iets meer risico durven nemen.
Leningen van de overheden van Italië, Spanje en ook Nederland hebben het voordeel van de nu in historisch opzicht hoge spreads (opslagen).
Afgaande op de prijsontwikkeling in de afgelopen weken – toen de rente opliep – blijkt dat ook deze leningen niet immuun zijn voor een verslechtering van het sentiment op de markt als geheel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier