Spanje en Italië kunnen het op korte termijn erg benauwd krijgen
De verwachting dat de economische bedrijvigheid verder zou afnemen, die aanleiding was voor de terughoudendheid van Carmignac in juli, is in de hele eurozone echter ruimschoots bewaarheid.
In Spanje, Italië en Frankrijk is de industriële productie in juni met respectievelijk 6,9%; 8,2% en 2,3% gedaald, en zelfs in Duitsland is de industriële productie voor het eerst sinds begin 2010 teruggelopen (-0,3%).
Verder verloren de Spaanse banken in juli nog eens 74 miljard euro aan deposito’s. Ondanks hun inspanningen zullen Italië en vooral Spanje het dus op korte termijn erg benauwd kunnen krijgen als hun herfinancieringskosten niet snel naar normaal terugkeren.
Terwijl in Frankrijk de dreiging van een economische ‘melt-down’ voor de deur staat, heerst daar nog steeds de stemming van een soort ‘schemeroorlog’.
De overheid, die zich wellicht beschermd waant door haar status als vluchthaven, lijkt niet door te hebben dat de concurrentiekracht van de economie dringend versterkt moet worden.
Voorwaarden voor steun gaan sleutelrol spelen
De verplichtingen die de debiteurlanden zullen aanvaarden in ruil voor steun van de ECB, gaan de komende weken volgens Carmignac een sleutelrol spelen. Het is terecht dat de steun van Duitsland voor het initiatief van Mario Draghi van deze verplichtingen afhankelijk is.
Voor de debiteurlanden houdt dit in dat zij tot op zekere hoogte hun economische autonomie moeten prijsgeven, iets waarover
ongetwijfeld hard zal worden onderhandeld primaire begrotingstekorten (exclusief rente op de staatsschuld) en zullen bijgevolg de sanering van hun overheidsfinanciën volhardend moeten voortzetten, ondanks de steun van de ECB.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier