RWE is een dossier dat zeer complex blijft
Sinds 2008 hebben de resultaten van de bedrijven uit de Europese nutssector (Utilities) volgens Arnaud Delaunay van Leleux duidelijk aangetoond dat hun activiteiten veel gevoeliger zijn voor de gezondheid van de economie dan algemeen gedacht.
Meer algemeen genomen zijn de activiteiten m.b.t. de levering van energie veel meer cyclisch geworden in de afgelopen jaren omwille van de scherpe daling van de industriële productie in Europa en de verhoogde concurrentie.
Daarnaast zijn de Duitse energiegroepen (RWE en E.ON) de dupe geworden van het energiebeleid van Duitsland : namelijk de sluiting van vele kerncentrales (een besluit van Angela Merkel na de ramp in Fukushima) en de opkomst van de zwaar gesubsidieerde hernieuwbare energie.
Als gevolg van schommelingen in de vraag (momenten van piekvraag), moeilijkheden bij de opslag of productieproblemen (panne van een energiecentrale) is de prijs van elektriciteit zeer volatiel van aard.
Deze hoge prijsvolatiliteit zet de producenten en leveranciers van elektriciteit ertoe aan om (voor een groot deel van hun omzet) termijncontracten (futures) te gebruiken om hun toekomstige verkoopprijs (aankoopprijs) vast te leggen.
Met futurescontracten die in een neerwaartse trend zaten (zie hieronder) zijn vele “centrales niet meer in staat om hun kosten te dekken” wat resulteert in een lagere rendabiliteit : de nettomarge is aldus gedaald tot 3% in 2012 tegen 8% in 2009. Delaunay heeft advies houden voor RWE.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier