Overheidsfinanciën: lange termijn belangrijker dan korte termijn doelstellingen
De tegenvallende conjunctuur zet volgens Bart Van Craeynest, hoofdeconoom Petercam, de overheidsfinanciën onder druk. Voor 2012 mikte de overheid op een tekort van 2,8% van het BBP bij een economische groei van 0,1%. Door de iets lagere groei (-0,2%) kwam het tekort uiteindelijk uit op 3%.
Dat slechtere startpunt en de lager dan verwachte groei (de begroting 2013werd opgesteld op basis van een zelfs op dat moment veel te optimistische 0,7%) zorgen ervoor dat de tekortdoelstelling van 2,15% voor 2013 er nu al erg moeilijk uitziet.
De regering liet al weten dat er zo’n 1 miljard euro extra inspanningen nodig zijn om de begroting op de rails te houden, cijfers van het Planbureau laten vermoeden dat de noodzakelijke inspanning eerder 3 miljard is.
En mocht dat dit jaar nog lukken, kan de regering zich in het najaar opmaken voor een inspanning van zo’n 4 à 5 miljard (waarvan 1,3 miljard om de éénmalige inspanningen van 2013 te vervangen) om de doelstelling van 2014 te halen (een tekort van 1,1%).
Aan de vooravond van de moeder aller verkiezingen in de lente van 2014 wordt dat allicht een politiek onmogelijke oefening.
Ondanks de politieke discussies daarrond hoeft het missen van de korte termijn begrotingsdoelstellingen geen drama te zijn.
De rol van die doelstellingen ligt vooral in het zoveel mogelijk losmaken van het budgettaire beleid van het politieke debat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier