Olivier Leleux: ‘De meerwaardebelasting is belachelijk’
De meerwaardebelasting dreigt een slag in het water te worden, zegt Olivier Leleux, de directeur van de beursvennootschap Leleux Associated Brokers. “Spaargeld en beurstransacties mag je belasten, maar het moet wel transparant, duidelijk en neutraal gebeuren.”
Olivier Leleux (43) leidt al een kwarteeuw Leleux Associated Brokers, dat zijn grootvader heeft opgericht. Hij en zijn twee zussen hebben het uitgebouwd tot de belangrijkste zelfstandige beursvennootschap van het land. Leleux boekt een nettowinst van 2 miljoen euro per jaar en draait een omzet van 20 miljoen. De onderneming volgt al jarenlang een strategie van onderaanneming. Verscheidene plaatselijke banken, waarvan de naam geheim wordt gehouden, hebben haar het beheer van hun keten van effecten toevertrouwd. Daardoor groeiden de deposito’s van haar cliënteel aan tot 11 miljard euro, waarvan 9 miljard van het indirecte cliënteel.
Wat vindt u van de nieuwe speculatiebelasting?
Leleux: “Ik stel vast dat die tot drie gedragspatronen leidt. Ten eerste hebben enkele klanten ons gevraagd een simulatie-instrument te plaatsen op onze website Leleux Online, om te weten of ze een effect in portefeuille kunnen houden zonder speculatiebelasting te betalen. Ze wachten dus zes maanden voor ze een nieuwe transactie uitvoeren. Een ander fenomeen is dat cliënten de belasting ontwijken door andere beleggingsinstrumenten te kopen, zoals trackers en opties op indexen. Die vallen buiten het toepassingsgebied van de wet. Een derde effect is dat klanten een beroep doen op buitenlandse brokers, die de Belgische fiscale regels niet toepassen. Daar betalen ze de belasting op de speculatieve meerwaarde en de taks op beursverrichtingen (TOB) niet. De regering hoopt 34 miljoen te halen uit die nieuwe meerwaardeheffing. Ze mag al tevreden zijn als ze 10 miljoen ophaalt.”
Het is dus een absurde belasting?
Leleux: “95 procent van de transacties op Euronext Brussel wordt uitgevoerd door Belgische en buitenlandse institutionele beleggers, zoals verzekeraars en pensioenfondsen. Het is belachelijk te denken dat je de internationale speculatie een halt kunt toeroepen door 5 procent van het volume van de beurs van Brussel te belasten. Men moet ophouden met iedereen voor de gek te houden. Met die belasting straft de regering de kleine Belgische belegger die in België investeert via lokale brokers. Ze drijft hem naar nog meer speculatieve producten of naar het buitenland.”
De hele operatie dreigt een slag in het water te worden?
Leleux: “Helemaal. Je mag ook de impact op de inkomsten uit de TOB niet vergeten. Door de drie manieren om de speculatiebelasting te omzeilen zijn er minder transacties. Er zijn ook minder transacties die onderworpen zijn aan de TOB. In januari 2015 hielden we 588.000 euro TOB in, in januari dit jaar was dat nog 480.000 euro. Dat is 108.000 euro minder. Netto heeft de overheid dus een maandinkomen van 90.000 euro verloren, alleen al bij Leleux.”
Toch bent u een vurige verdediger van de taxshift die de regering doorvoert.
Leleux: “Ik ben niet een van die professionals uit de financiële sector die elke nieuwe belasting op spaargeld afwijzen. Ik ben een groot voorstander van de taxshift. Ik ben er zeker van dat die de werkgelegenheid en dus de Belgische economie ten goede komt. Maar de beste belasting om zo’n maatregel te financieren is een belasting met een zo breed mogelijke grondslag en een zo laag mogelijke aanslagvoet. Het tarief van de meerwaardebelasting is 33 procent. Dat is niet niks, en ze treft slechts een beperkt aantal transacties. Spaargeld en beurstransacties mag je belasten, maar het moet wel transparant, duidelijk en neutraal gebeuren.”
Wat stelt u dan voor?
Leleux: “Ik zou de TOB en de speculatiebelasting afschaffen en die vervangen door een belasting op financiële transacties. Zo’n heffing, van bijvoorbeeld 0,2 procent, zou alle beursgenoteerde Belgische financiële producten treffen. Dan mik je op het financiële instrument, niet op de houder. Op die manier vallen alle beleggers onder het toepassingsgebied – zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, en zowel Belgen als buitenlanders. Een Amerikaans pensioenfonds dat Belgische effecten aankoopt, betaalt die heffing dan ook.
“Nicolas Sarkozy heeft dat gedaan in Frankrijk. Italië heeft ook zo’n belasting ingevoerd, die wordt geheven op de plaats waar het effect noteert. In Groot-Brittannië bedraagt de stamp duty 0,5 procent. Als België dat doet, kan het 500 à 600 miljoen euro innen, die vooral wordt betaald door buitenlandse spelers.”
En wat doet u met de vrijstelling van het spaarboekje ?
Leleux: “Een spaarder die 100.000 euro op zijn spaarboekje heeft staan, betaalt geen voorheffing op de intresten. Een ander die 100.000 euro belegt in aandelen of obligaties, draagt 27 procent roerende voorheffing af op het dividend of de coupon. Waarom meten we met twee maten? Er zijn twee manieren om dat probleem te regelen: ofwel schaf je de vrijstelling af, ofwel breid je die uit tot alle categorieën van inkomsten.Maar dat gaat in tegen de taxshift, die tot doel heeft de belasting op kapitaal te verhogen om de arbeidskosten, die veel te hoog zijn in België, te verlagen.
“In die omstandigheden heeft het dus zin de vrijstelling af te schaffen. Vooral omdat dit het juiste moment is om dat te doen. De intresten staan dicht bij nul. Hebt u al eens berekend hoeveel kapitaal u moet beleggen om aan 1880 euro intresten te komen (het grensbedrag voor de fiscale vrijstelling van het spaarboekje, nvdr)?Zo’n hervorming zou neteliger zijn, als de rente 10 procent zouden bedragen.
“De afschaffing van de vrijstelling zou ook het probleem van de fraude oplossen: veel Belgen openen verschillende spaarrekeningen bij verschillende banken om onder de vrijstelling te blijven vallen. Dat zou rechtstreeks geld in de schatkist doen vloeien. Persoonlijk ben ik er voorstander van de belasting op spaargeld te verhogen om de taxshift te financieren.”
Wat zijn de gevolgen van de taxshift voor een onderneming als Leleux ?
Leleux: “We zijn bij Leleux met 120, onder wie ongeveer 85 loontrekkenden, verdeeld over 30 agentschappen en onze zetels in Brussel en Zinnik. Als de sociale bijdragen zakken van 33 naar 25 procent, besparen we ongeveer 600.000 euro. Het is niet de bedoeling dat geld te verdelen onder onze aandeelhouders. Verscheidene departementen van Leleux hebben slechts één medewerker. Als die ziek wordt of met vakantie is, moeten we just in time werken of een oplossing in elkaar knutselen. Door de taxshift hebben we al vier mensen aangeworven en we willen er nog twee of meer aantrekken, zodat in de departementen waar er slechts één persoon was, er nu twee werken. Dat wil zeggen dat die mensen een comfortabeler leven krijgen en dat ik me als bedrijfsleider minder zorgen hoef te maken.”
Welke profielen hebt u aangetrokken?
Leleux: “In de backofficefuncties leren de medewerkers al doende. De meeste mensen die we hebben aangeworven, zijn geen academici die zuivere economie gestudeerd hebben. Het zijn mensen die gewoon een diploma secundair hebben. In de afdeling verzending was de medewerker alleen, nu zijn er twee. Idem voor de afdeling die de effectendatabase bijhoudt. De kostprijs van een aanwerving is zoveel lager bij 25 procent dat je je dat kunt veroorloven. Die 600.000 euro wordt dus omgezet in concrete loonmassa. Ook voor de overheid komt dat goed uit, omdat die mensen voordien geen baan hadden.”
Weegt de druk van de reglementering op Leleux ?
Leleux: “U kunt zich niet voorstellen hoe zwaar de werkingskosten van een beursvennootschap de voorbije vijftien jaar zijn geworden. De MiFID-richtlijn bijvoorbeeld verplicht ons een verbinding te maken met veel markten, maar elke verbinding is buitensporig duur. Door de verplichting tot continuïteit sinds de aanslagen van 11 september 2001 worden alle verbindingen die we vanuit Zinnik met de markten hebben in Brussel gedupliceerd. Dat betekent elke maand 140.000 euro aan communicatiekosten. Om die af te schrijven, moeten we aanzienlijke volumes draaien. We betalen die vaste kosten met een activiteit als onderaannemer voor de indirecte klanten die van de banken komen. Op de privéklanten, onze echte activiteit als beheerder, realiseren we onze winst.”
Overdrijven de toezichthouders niet, in het bijzonder de FSMA?
Leleux: “In mij zult u nooit een tegenstander van reglementering vinden. Ik ben voor de vrijheid van ondernemen en heb er vertrouwen in dat het marktmechanisme zichzelf in evenwicht brengt. Maar ik besef ook dat particuliere beleggers behoefte hebben aan een bescherming tegen ontsporingen. Dus, ja, reglementering is nodig. De vraag is alleen hoe je dat doet. Ik besteed 85 procent van mijn tijd aan de invoering van nieuwe reglementen en nieuwe rapportages. Is dat normaal? De vraag stellen is ze beantwoorden.”
Hoe staat u tegenover de digitalisering? U hebt zich onlangs geassocieerd met de jonge Belgische fintech Easyvest, die onlinediensten voor portefeuillebeheer aanbiedt. Met welke bedoeling?
Leleux: “Ik geloof niet in geautomatiseerd onlineportefeuillebeheer. Maar Easyvest heeft een algoritme ontwikkeld voor het passieve beheer van een portefeuille. In een eerste fase is die enkel beschikbaar in de vorm van adviezen. Op termijn is het onze bedoeling met Easyvest een door de FSMA erkende beheervennootschap te vormen, die een versie van dat algoritme voor online discretionair beheer aanbiedt.”
De beurs is verhuisd naar een gebouw in de buurt van de kathedraal van Brussel, op een steenworp van uw kantoren. U bent voortaan buren. Welk gevoel geeft dat?
Leleux: “Het stemt me wat droevig. Ik heb als wisselagent nog de tijd gekend dat de koersen met krijt werden genoteerd. Ik mis dat niet, maar de beurs was een plek waar de lokale Brusselse actoren elkaar konden ontmoeten, discussiëren en ideeën uitwisselen. Voortaan is dat anders.”
Tot slot nog iets over Belfius. Moet de overheid de bank verkopen of ze behouden?
Leleux: “Ik bekijk dat als een goede huisvader: levert dat actief een dividend op dat hoger is dan de intrestlast van de openbare schuld, rekening houdend met de risico’s van de activiteit? Als het antwoord ja is, moet de overheid Belfius aanhouden. Anders moet het de staatsbank verkopen en de schuld terugbetalen. In België zijn we al lang vele economische hefbomen kwijtgespeeld. Maar de echte vraag is of we in België wel een strategische visie hebben voor de financiële sector. Want hefbomen zonder onderliggende strategie dienen tot niets.”
Sébastien Buron
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier