Olieprijs speelbal van economie en crisis in het Midden-Oosten
In de tweede helft van september en de eerste helft van oktober zijn de macro-economische onzekerheden, meer bepaald de zorgen om de overheidsschuld in de eurozone, de vertraagde groei in China en de opkomende landen, alsook de matige groei van de Amerikaanse economie, blijven wegen op de meeste markten voor grondstoffen (afnemende importvraag).
Op 12 oktober noteerden volgens Belfius Reserach de meeste CBR-indexen een daling tegenover een maand eerder. De index voor industriële metalen lag 1,3% lager, deze voor energie daalde met 2,8%, terwijl de CBR-index voor zachte grondstoffen en granen zelfs daalden met respectievelijk 7,4% en 6,3%, mede omdat deze prijzen in augustus en de eerste helft van september ook uitzonderlijk hoog waren.
De aankondiging op 13 september van een derde ronde “Quantitative Easing” (QE3) heeft dus maar een kortstondige liquiditeitsgedreven rally in de grondstoffenmarkten veroorzaakt.
De index voor de edele metalen vormt de uitzondering, want deze kende een lichte toename met 1,1% als gevolg van de zwakkere dollar en de vrees voor de mogelijks negatieve gevolgen van QE3 op langere termijn (hogere inflatie).
Schommelingen in een nauwe marge
De prijzen van de belangrijkste referenties voor ruwe olie schommelden in september in een nauwe marge, omdat volgens Belfius Reserach de druk van de toenemende spanningen in het Midden-Oosten afgezwakt werd door de vernieuwde zorgen omtrent de economische groei.
De gemiddelde prijs voor Brent beliep 113,03 USD per vat en voor de West Texas Intermediate (WTI) was dit 94,56 USD per vat, een stijging met ongeveer 0,40 USD per vat.
Begin oktober steeg de Brent verder tot een piek van 115 USD per vat, om vervolgens weer terug te vallen.Ook de prijs voor een vat WTI is inmiddels gecorrigeerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier