Oliebedrijven lijden schade als gevolg van crisis in Libië
De recente gewelddadige politieke onrust in Libië heeft zorgen doen rijzen over de toekomstige olieaanvoer van dit relatief grote OPEC-land, dat dagelijks ongeveer 1,5 miljoen vaten, of 2% van de wereldwijde olieaanvoer produceert.
Als gevolg hiervan zijn de olieprijzen scherp gestegen. De WTI -olie steeg afgelopen week naar USD 94,08 per vat en de Brent steeg naar USD 106,84.
De grote internationale oliebedrijven met productie in Libië zeggen dat hun output (nog) niet is verstoord, maar de meeste bedrijven zijn begonnen met het evacueren van alle niet-essentiële staf en de familie van alle overige werknemers.
Verschillende bedrijven die ABN Amro volgt (Royal Dutch Shell, BP, ExxonMobil) hebben alleen exploratieactiviteiten in Libië, maar geen productie.
Zij zullen dus niet lijden onder mogelijke outputverliezen mocht de situatie nog verder verslechteren. Andere bedrijven die ABN Amro volgt, produceren wel in Libië. ENI, 14% van de totale output, en OMV, 11%, hebben de hoogste blootstelling aan dit land, terwijl Total, 3% en Repsol, 4%, iets minder aan dit land zijn blootgesteld.
Hoewel geen van de producerende bedrijven de activiteiten heeft stopgezet, worden beleggers steeds bezorgder dat de situatie in Libië verder uit de hand loopt. Daarom daalden de prijzen van ENI en OMV met 5% en 4%. Repsol moest 3% inleveren, en dat is overdreven gezien de kleine productie in Libië.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier