Voor het tweede jaar op rij is olie duurder geworden. De jaarwinst werd geboekt in een bewogen periode waarin verschillende kwesties speelden zoals orkanen, een conflict in het Midden-Oosten en een strijd tussen de OPEC-landen en schalie-oliewinning in de VS.
Vooral de overeenkomst over productiebeperkingen door het oliekartel OPEC en bondgenoot Rusland stuwden de prijzen hoger. Ook geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten en verstoringen bij pijpleidingen in de Noordzee, in Canada en Libië hielpen de prijzen hoger.
Voorts zette natuurgeweld een rem op de productie in delen van de VS, wat de prijs mee bepaalde.
De prijs van Amerikaanse olie lag vrijdagmorgen met 60,21 dollar per vat ruim 12 procent hoger dan begin 2017. Een vat Brent-olie kostte ruim 17 procent meer tot 66,57 dollar.
In 2018 wordt de blik vooral gericht op de Verenigde Staten. Nu de olieprijs in de lift zit, wordt het winnen van schalie-olie weer meer rendabel. Mogelijk voert het land de schalieproductie op. Daarmee zou het productiebeperkingen door andere landen teniet doen.
Speculaties over een toename van het aantal boormachines en boorinstallaties nemen almaar toe. Een hogere productie betekent dat het langer duurt voordat de productiebeperkingen van de OPEC en andere landen – waaronder Rusland – effect hebben.
De onlangs vernieuwde afspraken die iets moeten doen aan het olie-overschot en de daaraan gekoppelde relatief lage olieprijzen zouden volgens de OPEC eigenlijk al in het derde kwartaal van 2018 voor evenwicht op de oliemarkt moeten zorgen.
