Oklo tikt recordkoers aan: beleggers volgen Sam Altmans nucleaire belofte

© Getty Images
Laurens Bouckaert

Oklo, de Amerikaanse pionier in geavanceerde kernreactoren, is sinds zijn beursgang aan een duizelingwekkende koersklim bezig. Het aandeel steeg in een paar maanden tijd met ruim 280 procent en piekte rond de 85 dollar – een forse waardering voor een bedrijf dat nog geen watt stroom heeft geleverd. Wat zit er echt onder de motorkap van deze hippe hartenlap?

In AI-tijden is de investeringscasus aantrekkelijk: kleine kernreactoren die de klok rond energieslurpende datacenters voeden, met niemand minder dan OpenAI-topman Sam Altman als hun vaandeldrager. Maar hoe realistisch is die belofte? Alles wat met kernenergie te maken heeft, heeft een notoir slepende tijdslijn.

Wat zeggen analisten?

Sinds de fusie met de beurshuls van Altman is de koers van Oklo sterk gestegen. In het voorjaar noteerde het aandeel nog onder 10 dollar. Tegen begin augustus piekte de koers boven de 80 dollar. Dat trok de aandacht van retailbeleggers op sociale media zoals Reddit en X. Sommigen spraken zelfs van “het volgende Nvidia”, een verwijzing naar het beurssucces van de bekende chipfabrikant.

Die vergelijking loopt mank. Nvidia verkoopt massaal winstgevende producten, terwijl Oklo nog geen enkele reactor operationeel heeft. Maar het verhaal spreekt aan: een visionair als Altman, kernenergie als oplossing voor de stroomhonger van AI, en een duidelijk toekomstbeeld. Voor veel beleggers weegt dat zwaarder dan harde cijfers. De onderneming draait nog geen omzet, de vergunningen zijn er nog niet, en een eerste reactor wordt pas tegen 2028 verwacht – en dan nog onder voorbehoud.

Toch is het kort door de bocht om Oklo af te doen als louter speculatie. De technologie is veelbelovend, de markt groeit snel, en de steun van invloedrijke namen opent deuren die voor andere kernenergiestart-ups gesloten blijven. In tegenstelling tot de hype rond GameStop of AMC beschikt Oklo over een duidelijk plan en een langetermijnvisie.

Financiële analisten blijven terughoudend. Oklo maakt nog altijd verlies, heeft geen omzet en de eerste commerciële reactor wordt op zijn vroegst in 2028 verwacht. Sommige analisten typeren het aandeel als bijzonder speculatief: het potentieel is groot, maar de onzekerheden zijn dat ook.

Op Wall Street is er voorlopig weinig aandacht voor Oklo. Grote banken volgen het aandeel niet actief, en institutionele beleggers blijven voorzichtig. Zij wachten vermoedelijk op duidelijkheid over de vergunningen, de bouwplanning en de praktische haalbaarheid van de technologie.

Minireactor

Oklo werd in 2013 opgericht door Caroline Cochran en Jacob DeWitte (nu CEO), twee nucleaire ingenieurs die de sector radicaal wilden herdenken. De naam van hun project verwijst naar een unieke geologische vondst in Gabon: een natuurlijke kernreactor die twee miljard jaar geleden spontaan op gang kwam, doordat uraniumerts, water en de juiste omstandigheden samen een kettingreactie veroorzaakten. Het idee van een reactor die zonder menselijk ingrijpen veilig blijft functioneren, vormde de inspiratie voor Oklo’s kernfilosofie.

Hun oplossing? De Aurora, een kleine modulaire reactor van 15 megawatt, op basis van snelle splijting met opnieuw verrijkt uranium en een koelmiddel op basis van vloeibaar metaal. Geen klassieke stoomturbines meer, waterdruk of complexe infrastructuur. Een reactor in containerformaat die vijftien jaar onafgebroken stroom levert, zonder bijtanken of toezicht. De droom: betrouwbare, compacte energie voor afgelegen installaties, datacenters, defensie of zelfs microgrids.

Realistische beperkingen

Die droom is in theorie haalbaar, al plaatst de Belgische nucleaire ingenieur Célestin Piette enkele belangrijke kanttekeningen. “Het idee dat een reactor vijftien jaar onafgebroken kan draaien zonder toezicht of bijtanken is technisch mogelijk – zeker bij snelle splijtingsreactoren met vloeibaar metaal als koelmiddel. Maar je moet ook kijken naar de ondersteunende systemen: pompen, turbines, warmtewisselaars. Die onderdelen hebben wél regelmatig onderhoud nodig. Als je echt zonder personeel wil werken, moet je dus niet alleen de brandstofcyclus, maar het volledige systeem herdenken”, zegt Célestin Piette, die recent terugkeerde uit Canada, waar hij voor Tractebel leiding gaf aan de ontwikkeling van kleine modulaire reactoren. “Dat vraagt veel meer dan alleen slimme brandstoftechnologie.”

Piette nuanceert ook het beeld dat de Amerikanen technologisch een grote voorsprong hebben. “De investeringen in SMR-projecten zijn in de VS weliswaar van een andere orde dan in Europa, maar voor toepassingen zoals nucleaire brandstofrecyclage is Europa technologisch sterker gepositioneerd. Vooral op het vlak van loodgekoelde snelle reactoren is de expertise hier – en zeker in België – bijzonder ver gevorderd. Er lopen al jaren onderzoeksprogramma’s met concrete toepassingen op middellange termijn.”

Technologische degelijkheid, organisatorische maturiteit en geopolitieke inbedding. Oklo scoort sterk op het eerste en derde vlak, maar over de operationele uitwerking en onderhoudsstrategie weten we nog weinig

Evangelist

In 2015 raakt Sam Altman, dan nog vooral bekend als voorzitter van de start-upaccelerator Y Combinator, betrokken als investeerder. In hem vindt Oklo niet alleen kapitaal, maar een evangelist met een netwerk om u tegen te zeggen. Altman gelooft dat kunstmatige intelligentie de belangrijkste transformatie van onze tijd wordt, en dat kernenergie de enige energiebron is die de benodigde schaal en betrouwbaarheid biedt.

Na zijn ophefmakende comeback bij OpenAI in 2023 richtte Sam Altman het blancochequebedrijf AltC Acquisition Corp op, een zogenaamde SPAC. In mei 2024 fuseerde dat beursvehikel met Oklo, dat zo zonder klassieke beursintroductie op de beurs belandde. Altman werd voorzitter van de raad van bestuur en bleef ook na de fusie de grootste aandeelhouder. In april 2025 trad hij echter terug als voorzitter, om belangenconflicten met OpenAI te vermijden. Zijn naam blijft verbonden aan Oklo, en zijn betrokkenheid was in de beginfase een belangrijke hefboom voor het aandeel – een eerste staaltje van het hypepotentieel.

Veel plannen, weinig beton

Op papier heeft Oklo meerdere samenwerkingen aangekondigd. In juli 2025 kondigde het een samenwerking aan met Liberty Energy, een Amerikaans bedrijf dat diensten levert aan de olie- en gassector. Liberty investeerde in 2023 al 10 miljoen dollar in Oklo en wil op termijn de kleine kernreactoren van het bedrijf inzetten voor zijn energievoorziening. Nu werkt Liberty nog met gascentrales, maar het wil geleidelijk overschakelen op een duurzamer alternatief. De samenwerking geldt als proefproject om te testen of die overstap technisch en economisch haalbaar is.

Ook in de defensiesector toont Oklo ambitie. Op het terrein van het Idaho National Laboratory wil het bedrijf zijn eerste reactor bouwen, in samenwerking met het Amerikaanse ministerie van Energie. Een eerdere bouwaanvraag werd in 2022 afgewezen omdat het dossier technisch te zwak was. Maar sinds eind 2024 is er vooruitgang: de milieustudies zijn gestart, en de nucleaire waakhond liet weten dat het dossier nu wél voldoende onderbouwd is voor een nieuwe aanvraag. Oklo mikt op een eerste werkende reactor in 2028, samen met zijn bouwpartner Kiewit.

Vooral in de technologiesector wil Oklo zich profileren. In 2024 tekende het intentieverklaringen met onder andere Wyoming Hyperscale en Equinix, twee spelers uit de datacenterwereld. Samen dromen ze van meer dan 2.000 megawatt nucleaire capaciteit – een veelvoud van wat Oklo vandaag kan leveren. De bedoeling is de datacenters in de toekomst te voeden met stabiele, CO2-vrije stroom. Voor Oklo is het een strategische zet: zichzelf positioneren als stroomleverancier voor de digitale economie. Maar voorlopig blijven het nog plannen op papier.

AI-datacenters vreten stroom, maar het net kraakt

De context speelt in Oklo’s voordeel. In de Verenigde Staten en Europa stijgt de elektriciteitsvraag sneller dan het aanbod. Datacenters, zeker die voor artificiële intelligentie, verbruiken enorme hoeveelheden stroom. In sommige regio’s is het net zo overbelast dat nieuwe aansluitingen worden geweigerd of uitgesteld.

Grote technologiebedrijven zoals Microsoft, Amazon en Meta zoeken daarom zelf naar oplossingen. Ze investeren in eigen stroomproductie, van zonneparken tot gascentrales. Maar zon en wind leveren niet altijd stroom wanneer die nodig is, batterijen zijn duur, en vergunningen laten lang op zich wachten. De interesse in kleine kernreactoren, die lokaal en stabiel draaien zonder CO2-uitstoot, neemt daardoor snel toe.

Volgens Célestin Piette is de koppeling met datacenters technisch logisch, maar economisch opvallend. “Voor het eerst in lange tijd is de prijs niet de grootste hindernis. Omdat datacenters enorme hoeveelheden stroom verbruiken en hoge marges draaien, zijn ze bereid meer te betalen voor leveringszekerheid. Daardoor wordt het verdienmodel van kleine, geavanceerde reactoren plots veel realistischer – zeker voor een eerste commerciële demonstrator.”

Oklo speelt handig in op die trend. Sommige analisten zien het bedrijf als een toekomstige leverancier van energie in een wereld zonder fossiele brandstoffen en zonder klassieke stroomnetten – een toekomst waarin bedrijven hun eigen kleine kernreactor op de bedrijfssite laten installeren, net zoals ze vandaag een datacenter bouwen. Dat vooruitzicht spreekt tot de verbeelding, vooral in techno-optimistische kringen en op sociale media. Zo heeft Oklo een flinke aanhang op het platform Reddit.

Nucleaire renaissance: hype of noodzaak?

De stijgende interesse in kleine modulaire reactoren is geen geïsoleerd Amerikaans fenomeen. In Europa staan landen als Frankrijk, Tsjechië en Finland opnieuw open voor kernenergie, na jaren van afbouw. Ons land wil zijn centrales langer openhouden en kijkt naar SMR’s als aanvulling op wind en zon.

De oorlog in Oekraïne, de afhankelijkheid van gas en de netproblemen in groeiregio’s maken duidelijk dat intermitterende energiebronnen niet volstaan. Voor grootschalige digitalisering, elektrificatie van transport en energieonafhankelijkheid is betrouwbare basislast essentieel. Oklo verkoopt geen reactor, maar een visie op zelfvoorzienende infrastructuur – kernenergie zonder kerncentrale.

Volgens Célestin Piette klopt het niet dat de Amerikaanse regelgeving onder Trump soepeler is geworden dan de Europese. “De veiligheidsdoelstellingen zijn niet aangepast. Wat wél veranderd is, is de politieke prioriteit. Strategische projecten worden in de VS sneller behandeld, locaties sneller toegewezen en voorraden strategische brandstof sneller beschikbaar gesteld. Die beleidskeuzes versnellen de ontwikkeling, zonder dat de veiligheidsnormen worden verlaagd.”

Toch blijft de sector uiterst uitdagend: van de tientallen SMR-projecten die wereldwijd circuleren, zal slechts een handvol het overleven. “De sleutel ligt in drie factoren”, zegt Piette. “Technologische degelijkheid, organisatorische maturiteit en geopolitieke inbedding. Oklo scoort goed op het eerste en derde vlak, maar over hun operationele uitwerking en onderhoudsstrategie weten we nog weinig. Dat zijn geen rode vlaggen, maar wel open vragen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise