Nieuwe onderhandelingen over het begrotingspact: niet echt een optie …

In zijn verkiezingsprogramma pleitte de Franse socialistische kandidaat Hollande ervoor om ‘opnieuw te onderhandelen over het Europees Verdrag dat op de EU-top van 9 december 2011 uit de bus kwam, met het doel de groei en de werkgelegenheid te ondersteunen en de rol van de ECB te heroriënteren’. .

Voor wat dit laatste punt betreft, blijkt volgens Eric Chaney en Manolis Davradakis van AXA Investment Managers ten overvloede uit de hele geschiedenis van de monetaire unie (die in 1992 van start ging) dat dit een doodgeboren kind is: Duitsland zou eerder nog de D-mark herinvoeren – ook al weet het dat de Duitse munt hoogstwaarschijnlijk overgewaardeerd zou zijn – dan dat het de status en de missie van de ECB weer zou gaan bespreken.

Verscheidene pas verkozen Franse regeringen aan beide kanten van het politieke spectrum hebben deze politieke optie al uitgeprobeerd en kwamen al gauw tot de slotsom dat de status van de ECB onbespreekbaar is.

Ook een uitbreiding van het ESM of het verlenen van een banklicentie aan het ESM zodat dit herfinancieringen door de ECB zou kunnen doordrukken, zijn opties met weinig kans op slagen zolang de parlementen van de landen die om leningen wordt gevraagd (zoals Duitsland) niet bereid zijn om voor het eerste meer geld op tafel te leggen, en de ECB haar verzet tegen het laatste niet opgeeft.

Wat met het Stabiliteitsverdrag?

De zaken liggen anders wanneer het om het Stabiliteitsverdrag gaat. Zoals voormalig minister van Financiën Michel Sapin – momenteel in poleposition om Frankrijks nieuwe minister van Financiën te worden – slim opmerkte in een recent interview met de Financial Times, vormt niet zozeer het begrotingspact een probleem voor Hollande.

Het zijn veeleer de dingen die niet in het verdrag staan, die hem zorgen baren. Gezien het precedent uit 1997, toen al eens een heronderhandeling van het Stabiliteitspact plaatsvond, zullen Frankrijks partners er waarschijnlijk wel mee instemmen om het stuk van de tekst over ‘Economische beleidscoördinatie en -convergentie’ te versterken en daarbij het belang van groeibevorderende maatregelen zoals structurele hervormingen te onderstrepen, op voorwaarde dat niet wordt geraakt aan Titel III van het Verdrag, d.w.z. het begrotingspact.

Twee natuurlijke obstakels

De sterkere nadruk op groei zou gepaard kunnen gaan met een verhoging van het kapitaal van de Europese Investeringsbank (EIB) waarvan de rechtmatige rol als promotor van ‘Europese infrastructuurprojecten’ extra zou kunnen worden beklemtoond.

Gelet op het feit dat de staatshoofden en regeringsleiders van de EU al overeenkwamen om de slagkracht van de EIB te vergroten, kan het niet zo moeilijk zijn om een compromis te vinden.

Eric Chaney en Manolis Davradakis wijzen echter op twee natuurlijke obstakels en één politieke hinderpaal voor een grotere rol van de EIB.

Ten eerste is er het beperkte aantal infrastructuurprojecten dat in aanmerking komt, voornamelijk als gevolg van slecht bestuur in de doellanden.

Een tweede probleem is dat er vers kapitaal moet worden gevonden, wat dan weer een impact heeft op het begrotingsevenwicht van de deelnemende landen (waaronder uiteraard ook Frankrijk).

Tot slot moet rekening worden gehouden met het feit dat alle EU-landen (niet alleen de leden van de EMU) – waaronder fundamentele stakeholders als het V.K. en Zweden – mee moeten stappen in het verhaal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content