Lonen Chinese fabrieksarbeiders al met bijna 20% gestegen

De tijd dat China de fabriek van de wereld was, lijkt al geruime tijd achter ons te liggen. De lonen van de Chinese fabrieksarbeiders zijn al met bijna 20% gestegen, waardoor een deel van de productie naar landen met nog goedkopere lonen is verhuisd.

Bedrijven moeten met andere woorden hun personeel meer betalen en dat gaat ten koste van de bedrijfswinsten.

Gevolg is dat de bedrijven hun greep op de prijzen verliezen, ze kunnen deze vanwege een terugval in de vraag bovendien niet meer verhogen. De economische groeivertraging weegt dus zwaarder op de bedrijfswinsten dan op de BBP-groei.

Overinvesteringen in industriële capaciteit

Een bijkomend problem waar China mee geconfronteerd wordt, zijn de overinvesteringen in industriële capaciteit. De bedrijfswereld heeft op grote schaal geïnvesteerd met het oog op een verwacht aantrekken van de vraag, iets wat uiteindelijk niet is gebeurd.

Die overinvesteringen worden onder andere bevestigd door het feit dat steenkoolmijnen in de provincie Shandong productiebeperkingen hebben aangekondigd. Bovendien hebben zowel steenkoolmijnen als staalbedrijven de prijzen laten zakken.