Levensverzekeringen: tak21 is nog niet dood en begraven
De rendementen van obligaties zijn laag en vaak zelfs negatief. Kunnen verzekeraars in de toekomst nog een kapitaalgarantie én een positief rendement beloven?
“We bevinden ons op onbekend terrein en we bereiden ons erop voor dat dat nog lang zo zal blijven. We geloven meer dan ooit in levensverzekeringen, maar het model van absolute veiligheid en de totale garantie van het kapitaal op elk moment is op. Dat model van sparen via een levensverzekering – dat bijna een kopie van het spaarboekje is – moeten we herbekijken.” Jean-Laurent Granier, de topman van Generali France Assurances, stuurde in september met die uitspraak in de Franse krant Les Echos een schokgolf door Frankrijk.
Granier kreeg in eigen land bijval van een aantal collega-verzekeraars, die in subtielere bewoordingen de tak21-producten, of levensverzekeringen met een gegarandeerd rendement, naar de prullenmand verwezen. In België zijn de tak21-verzekeringen nog niet volledig afgeschreven. De meeste verzekeraars hebben de beleggingen wel op een schap uit het zicht van de klanten gelegd, maar ze hebben die niet volledig uit hun gamma genomen.
“Als je kijkt naar de kostprijs om levensverzekeringen te verdelen, weet je dat het rendement op het geïnvesteerde kapitaal in tak21-levensverzekeringen voor de verzekeraars nul is, of zelfs negatief”, zegt een kenner van de sector. “Het is normaal dat de verzekeraars vooral tak23-levensverzekeringen pushen en tak21-levensverzekeringen afremmen.”
Traditioneel belegd
De premies van tak21-levensverzekeringen worden traditioneel belegd in obligaties, vooral van de Belgische overheid. De verzekeraars hebben gereageerd op de dalende rentetarieven door hun beleggingen te diversifiëren. De historisch lage rente heeft nog een ander effect: hoe lager de marktrente, hoe meer de verzekeraars moeten opzijzetten om eenzelfde rendement in de toekomst te garanderen. Sommige slepen nog gegarandeerde rendementen van 3,25 en 3,75 procent uit het verleden mee, waarvoor ze steeds meer reserves moeten aanhouden.
Volgens dezelfde kenner is AG Insurance, de marktleider in België, de enige maatschappij die tak21-levensverzekeringen actief blijft verkopen. De verzekeraars moeten veel eigen vermogen achter slot en grendel zetten om te mogen beleggen in iets anders dan overheidsobligaties van de OESO-landen. Beleggingsinstrumenten waarmee ze meer kunnen verdienen voor hun tak21-klanten, zoals aandelen en vastgoed, zijn voor de verzekeraars op die manier duur om in te beleggen.
“We promoten tak21-levensverzekeringen niet”, zegt Gerrit Feyaerts, woordvoerder van AG Insurance. “Maar we zien wel dat veel klanten voorstander van die zekerheid blijven.” Vooral bedrijven die hun werknemers een groepsverzekering aanbieden voor de opbouw van een aanvullend pensioen, vragen niet liever dan een gegarandeerd rendement. De werkgevers moeten een wettelijk minimumrendement van 1,75 procent op de stortingen garanderen aan hun werknemers. Voor verzekeraars is het moeilijker en moeilijker dat rendement te halen. Bij AG Insurance geeft een moreel engagement tegenover de werkgeversklanten om minstens 1,75 procent rendement af te leveren met zijn groepsverzekeringen.
In vrije val
Het voorbije decennium was de populariteit van tak21-levensverzekeringen in vrije val. In 2018 stortten de Belgische particulieren 6,44 miljard euro in tak21-verzekeringen. In 2005 was dat nog meer dan 14 miljard euro. De belangrijkste oorzaak van die tanende populariteit is volgens de sectorfederatie Assuralia de belasting van 1,1 procent op elke premie, die in 2006 is ingevoerd. In 2012 steeg die tot 2 procent.
Voor de groepsverzekeringen ziet het plaatje er volledig anders uit. In 2005 stortten de werkgevers 4 miljard euro in levensverzekeringen met een gegarandeerd rendement. Vorig jaar was dat 1,4 miljard euro meer. Volgens Assuralia speelt een mechanisch effect: als de lonen stijgen, stijgen ook de bijdragen voor het aanvullend pensioen, die in de arbeidsovereenkomsten meestal als een percentage van het loon worden uitgedrukt.
Karel Coudré, de pensioenspecialist van AXA, wijst nog op een andere reden. De rendementsgarantie van de aanvullende pensioenwet is voor werkgevers een struikelblok: ze zijn niet bereid risico’s te nemen met het gespaarde geld. “Werkgevers beginnen tak23-levensverzekeringen anders te bekijken, omdat ze stilaan begrijpen dat ze met tak21-levensverzekeringen het gegarandeerde rendement van 1,75 procent niet halen.”
Coudré begrijpt niet dat de negatieve rentevoeten niet meer debat uitlokken. “De centrale banken hebben met hun soepele monetaire beleid niet enkel euthanasie gepleegd op de rentenier, ook de spaarder gaat eraan. Vooral wie spaart voor een aanvullend pensioen, lijdt daaronder. Nochtans willen de overheden het pensioensparen aanmoedigen. Vandaag verarmt de spaarder in reële termen, gecorrigeerd voor inflatie.”
AXA België zette op 1 januari 2017 de zuivere spaar- en beleggingsverzekeringen voor individuen zoals CREST en Oxylife stop. Het heeft tak21-producten wel behouden als onderdeel van het langetermijnsparen met een fiscaal voordeel. “We handhaven ons aanbod voor de derde pijler van het pensioen, dat hybride is – met tak21 en tak23”, zegt Coudré. “Met een levenscyclusformule kunnen de tak21 en tak23 worden gecombineerd, afhankelijk van de risicobereidheid van de klant.” Het risico wordt geleidelijk afgebouwd naarmate de verzekerde de pensioengerechtigde leeftijd nadert.
Extra rendement zoeken
De medewerkers van Belfius zullen tak21 niet spontaan aanbevelen aan hun klanten, zegt Marc Hainaut, die verantwoordelijk is voor de levensverzekeringen bij Belfius. Maar de klant kan wel nog altijd kiezen voor een tak21-levensverzekering. Belfius biedt tak21 aan voor zowel het pensioensparen als het langetermijnsparen – de twee spaarformules die in aanmerking komen voor een belastingvermindering. Zelfstandigen kunnen ook een aanvullend pensioen opbouwen met een tak21-levensverzekering.
Ook bij KBC is te horen dat de medewerkers tak21-levensverzekeringen enkel nog voorstellen voor fiscaal gestimuleerde contracten. “We raden tak23-levensverzekeringen aan. We hebben een groot gamma van producten, zowel defensief als dynamisch. Studies hebben bewezen dat een tak23 op lange termijn een beter rendement oplevert dan een spaarboekje.”
“Wie een horizon van meer dan tien jaar heeft, heeft betere mogelijkheden dan een spaarverzekering. Wij bieden ook combinaties van tak21 en tak23 aan, die we tak 44 noemen. Met een tak23-levensverzekering kunnen we extra rendement zoeken in obligaties van groeilanden en bedrijven”, zegt Hainaut.
Een huis met veel kamers
Het wettelijke rustpensioen wordt wel eens de eerste pijler van het pensioen genoemd. De actieve bevolking betaalt via bijdragen aan de sociale zekerheid het pensioen van de Belgen die niet langer actief zijn. Dat heet een omslagstelsel. Daarnaast zijn er nog twee pijlers van het pensioen, waarvoor op voorhand geld wordt opzijgezet.
De tweede pijler van het pensioen wordt gefinancierd met bijdragen van werknemers en/of werkgevers tijdens de loopbaan. De overheid rekent minder bijdragen aan de sociale zekerheid aan op bijdragen aan het aanvullend pensioen dan op loon. De stortingen komen terecht in een groepsverzekering of een bedrijfs- of sectorpensioenfonds. Die beleggen het geld voor de lange termijn en betalen met de opbrengsten van die beleggingen een aanvullend pensioen uit.
Daarnaast is er nog de derde pijler van het pensioen of het individuele pensioensparen, dat de overheid eveneens fiscaal stimuleert. Pensioensparen kan zowel via een verzekering als via een fonds, en levert een fiscale vermindering op aan iedereen die belastingen betaalt. De tweede en de derde pijler zijn kapitalisatiestelsels.
Dossier pensioenen: op zoek naar aanvullende mogelijkheden
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier