Japanse tsunami van 2011 laat nog steeds zijn sporen na bij Areva
Omwille van de nucleaire ramp in Fukushima in maart 2011 hebben een groot aantal landen (Duitsland, Japan, Zwitserland, enz.) hun energiebeleid hervormd. Deze hervorming heeft volgens Arnaud Delaunay van Leleux een grote impact op de nucleaire industrie.
Areva is voor 80% in handen van de Franse staat (10% rechtstreeks en 70% via het Comité voor Atoomenergie) en heeft een viertal belangrijke divisies: Mijnen (het zoeken naar nieuwe uraniumreserves voor de ontginning en de verwerking van uraniumerts), Upstream (productie van elektriciteit uit kernenergie), het ontwerpen en produceren van Kernreactoren en Afvalrecyclage-activiteiten.
In tegenstelling tot wat men zou verwachten, leveren de mijnbouw- en upstreamactiviteiten de hoogste marges op (verwachte marges voor 2012 zoals berekend door zakenbank Natixis: 37% en 25%) en hierdoor zijn deze activiteiten de belangrijkste winstleveranciers. De reactorendivisie (die gemiddeld 38% van de omzet levert) levert slechts een zeer kleine marge op (Natixis verwacht voor 2012 een nulmarge).
Sterk afhankelijk van de uraniumprijs
Daarom is het volgens Arnaud Delaunay niet verwonderlijk dat het aandeel Areva op de beurs sterk afhankelijk is van de uraniumprijs.
Meer dan een jaar na de ramp in Japan ondervindt de uraniummarkt nog steeds de gevolgen van de onzekerheid als gevolg van de beslissing van verschillende landen om met kernenergie te stoppen.
Daarbovenop komen nog de effecten van de wereldwijde economische vertraging. Het ongeval in Fukushima deed het aandeel
Areva met zo’n 17% dalen op 2 dagen tijd. Tevens ging de uraniumprijs onderuit en bereikte nieuwe laagterecords.
Momenteel bekoort de uraniumsector minder en minder beleggers: Duitsland is gestopt met de productie van kernenergie; Frankrijk, Canada en België hebben besloten hun oudste reactoren niet te renoveren; de VSA hebben zich volledig op de ontginning van schaliegas gestort en worden (volgens het Internationaal Energie Agentschap) in 2017 de grootste olieproducent ter
wereld.
Echter zijn vele experts uit de sector (analisten en geologen) ervan overtuigd dat de prijs van uranium (die dicht bij een belangrijk steunniveau noteert en op zijn laagste peil in één jaar is aanbeland) binnen 12 tot 18 maanden met een nieuwe stijgende trend kan aanknopen.
De argumenten hiervoor zijn: de heropening van de Japanse kerncentrales, de bouw van nieuwe kerncentrales in het Midden-Oosten, Saoedi-Arabië, India (42 tegen 2032) en China (60 tegen 2020) en waarschijnlijk een “uranium spike” in 2013.
In dat scenario kan de uraniumprijs in de komende 12 tot 18 maanden sterk stijgen en hierdoor een positieve invloed hebben op de mijnbouwactiviteiten van Areva.
Van dichtbij op te volgen…
De resultaten van Q3/2012 bevatten volgens Arnaud Delaunay veel goed nieuws: de omzet steeg met 8,50% (op vergelijkbare basis), de mijnbouwactiviteiten groeiden met 28% en het orderboek bereikte een recordhoogte.
Echter de prijs van uranium laat op korte termijn nog geen tekenen van herstel zien en er is de toenemende spanning rond de nucleaire deal van EDF met China.
In feite wordt EDF ervan beschuldigd de overdracht van nucleaire technologie naar China “verborgen” te hebben waardoor er in dat land een “nieuwe concurrent voor Areva kan opstaan waarvan de productiekosten niet te kloppen zullen zijn”. Zonder koerskatalysator op korte termijn geeft Delaunay de voorkeur aan een houdenadvies.
Maar hij zal nauwlettend toezien op de evolutie van de uraniumprijs om het advies snel naar opbouwen/kopen te veranderen voor Areva en het Canadese Cameco (de grootste producent van uranium ter wereld). Delaunay heeft een neutraal advies, maar merkt op dat een stop-loss is aangewezen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier