Japanse economie veert opnieuw op

Na de stagnatie tijdens het vierde kwartaal van 2011, veerde de Japanse economie begin dit jaar terug op. Volgens een eerste schatting, klom het bbp van Japan in het eerste kwartaal van 2012 met 1,0% ten opzichte van het vierde kwartaal van 2011 en met 2,6% tegenover het eerste kwartaal van 2011.

De economische groei op kwartaalbasis werd volgens Dexia gedragen door de particuliere consumptie (+1,1%), de buitenlandse handel (export in volume +2,9% en import +1,9%) en de opbouw van de voorraden.

De daling van de bedrijfsinvesteringen (met 3,7%) deed het positieve effect van de stijging van de overheidsinvesteringen (met 5,4%) teniet en remde de economische groei af.

De particuliere consumptie werd in het eerste kwartaal erg gestimuleerd door de autoverkopen (+54,3% op jaarbasis), die profiteerden van de overheidssubsidies voor de aanschaf van auto’s met een laag brandstofverbruik.

Japanse consumenten opnieuw optimistischer

De stijging van de gezinsuitgaven heeft ook te maken met het optimisme van de consumenten. En dat is te danken aan de gunstige evolutie op de arbeidsmarkt.

Het aantal vacatures is tussen september en maart met 6,2% toegenomen. Het aantal vacatures per sollicitant steeg in maart tot 0,76, de hoogste waarde sinds oktober 2008.

Het aantal werklozen vermindert al sinds juni 2010 zonder onderbreking op jaarbasis en de werkloosheidsgraad stabiliseerde in maart op een bescheiden 4,5%.

De industriële productie veerde in maart terug op (met 1,3% op maandbasis), maar ze kon de inzinking van februari (-1,6%) niet uitwissen.

De industrie is de ramp van maart 2011 nog niet volledig te boven gekomen, want ze produceerde in maart nog steeds 2,9% minder dan in februari 2011.

Dat geldt ook voor de productie van elektriciteit en gas, die in maart nog 1,6% kleiner was dan vlak voor de tsunami en de kernramp van Fukushima.

De vooruitzichten voor de industriële productie zijn niet schitterend. De Japanse ondernemers verwachten dat hun productie in april nogmaals met 1,0% zal stijgen, maar in mei rekenen ze op een productiedaling met 4,1%.

Door het stilleggen van alle kerncentrales (sinds 5 mei) dreigt er de komende maanden een elektriciteitstekort op te treden, wat nog verergerd wordt door de piek van de vraag naar elektriciteit tijdens de zomermaanden.