Het succes van de Zweedse aandelenmarkt wekt afgunst in Europa

Nasdaq Stockholm

Met zijn grote vijver van particuliere en institutionele beleggers trotseert Stockholm de somberheid op de Europese kapitaalmarkten.

In april vorig jaar reisde een groep van bijna zestig EU-ambtenaren naar Zweden voor een informatiemissie bij Nasdaq Stockholm, de exploitant van de zeer succesvolle aandelenmarkt van het land. Tijdens een twee uur durende sessie over “ecosystemen voor de kapitaalmarkten” legden de leidinggevenden van de beurs uit waarom zoveel kleine en middelgrote bedrijven besluiten een beursnotering in Stockholm aan te vragen.

Op een moment dat het Verenigd Koninkrijk en veel andere Europese landen moeite hebben beursintroducties aan te trekken en kampen met dalende handelsvolumes, onderscheidt Zweden zich met zijn – in verhouding tot zijn grootte – bloeiende kapitaalmarkten, die worden gesteund door legioenen investeerders en die zelfs buitenlandse bedrijven verleiden tot het aanvragen van een beursnotering in Zweden.

“Zweden heeft nu de diepste kapitaalmarkten van Europa”, zegt William Wright, medeoprichter van de marktdenktank New Financial. “Ze hebben beseft dat je zo’n ecosysteem nodig hebt en dat je het moet stimuleren.”

Beleidsmakers in heel Europa doen verwoede pogingen om hun eigen aandelenmarkten nieuw leven in te blazen door de noteringsregels en de stimuleringsmaatregelen voor oprichters van bedrijven aan te passen, en door te proberen pensioenfondsen en particuliere beleggers aan te moedigen in binnenlandse aandelen te beleggen.

In de afgelopen tien jaar trokken 501 bedrijven naar de beurs in Zweden. Dat is meer dan het totale aantal beursgangen in Frankrijk, Duitsland, Nederland en Spanje samen.

Zweden heeft een flinke voorsprong op andere landen, omdat het veel van die maatregelen jaren of zelfs decennia geleden al heeft ingevoerd. In de afgelopen tien jaar trokken 501 bedrijven naar de beurs in Zweden. Dat is meer dan het totale aantal beursgangen in Frankrijk, Duitsland, Nederland en Spanje samen, volgens gegevens van Dealogic. Het Verenigd Koninkrijk staat bovenaan met 765 beursgangen.

Sant in eigen land

Hoewel het totale aantal beursgangen in Zweden veel lager ligt dan in de Verenigde Staten, waar ook enkele grotere Zweedse bedrijven als de muziekdienst Spotify en de drankenmaker Oatly een beursnotering hebben gekregen, is het land zeer succesvol geweest in het aanmoedigen van kleinere Zweedse bedrijven in eigen land te blijven, geholpen door de omvang van zijn aandelenmarkt.

“Vergeleken met de grootte van het land en de grootte van de beurs, is de Zweedse IPO-markt zeker levendiger geweest dan andere”, zegt Tony Elofsson, de gedelegeerd bestuurder van de Scandinavische bank en vermogensbeheerder Carnegie Group. Volgens Adam Kostyál, de voorzitter van Nasdaq Stockholm, heeft ongeveer 90 procent van de beursgangen een waarde van minder dan 1 miljard dollar.

Grote investeerders

Een belangrijke drijfveer is de investeringscultuur in Zweden, die volgens Elofsson “iedereen heeft gelokt, van de man in de straat tot zeer betrokken private-bankinginvesteerders, ondernemers, maar ook de small- en midcap-investeringsgemeenschap”, verwijzend naar institutionele beleggers.

Bij de grotere beleggers zijn de Zweedse pensioenfondsen, die al lang in binnenlandse aandelen investeren. De grootste vier pensioenfondsen van het land hebben hun belang in binnenlandse aandelen de afgelopen jaren ongeveer gehandhaafd of vergroot. In het Verenigd Koninkrijk is het aandeel van binnenlandse aandelen in de portefeuilles van pensioenfondsen gedaald tot ongeveer 4 procent. De Zweedse verzekeringsmaatschappijen zijn intussen de grootste aandelenbezitters in de EU.

Volgens John Thiman, partner bij het advocatenkantoor White and Case in Stockholm, spelen grote investeerders bij beursgangen meestal de rol van zogenoemde hoeksteeninvesteerders: ze geven andere investeerders en bedrijven die zich voorbereiden op een beursgang, vertrouwen. “Bij elke succesvolle beursgang waren wel hoeksteeninvesteerders betrokken”, zegt Thiman. “Er is een zeer sterk aandelensentiment bij solide investeerders.”

Hervormingen

Ook particuliere beleggers zijn grote kopers van Zweedse aandelen, geholpen door een groot aantal hervormingen in de afgelopen decennia. In de beleggingsportefeuille van de Zweedse huishoudens is het procentuele belang van beleggingen in beursgenoteerde bedrijven bij de hoogste in Europa, terwijl bankdeposito’s een van de laagste percentages vertegenwoordigen. De financiële kennis is in Zweden ook groter dan in Duitsland, Frankrijk of Spanje.

In 1984 introduceerde de overheid Allemansspar, een product waarmee gewone Zweden in aandelen konden beleggen. In 1990 waren er al 1,7 miljoen van die rekeningen, wat de lancering van nationaal gerichte small- en midcapfondsen stimuleerde. Dergelijke fondsen kwamen er “tien tot twintig jaar voordat enig ander land iets soortgelijks deed, tenminste in Europa”, weet Carl Rosenius, hoofd aandelenkapitaalmarkten bij de Zweedse bank SEB. “Dat is zeker het succesverhaal geweest in Zweden, met grote fondsen die actief uitkijken naar binnenlandse small- en midcapkansen.”

In de jaren negentig maakten veranderingen in de regelgeving het mogelijk dat mensen 2,5 procent van het bedrag dat ze aan hun pensioen toevoegen, beleggen in fondsen van hun keuze, ondersteund door een publieke informatiecampagne. In 2012 introduceerde de overheid beleggingsspaarrekeningen, ISK’s genaamd, waarmee particulieren kunnen beleggen zonder dat ze zich zorgen hoeven te maken over een vermogenswinstbelasting of een dividendbelasting. In plaats daarvan wordt de totale waarde van de rekening belast, in 2024 tegen ongeveer 1 procent.

Volgens Joacim Olsson, de gedelegeerd bestuurder van de Zweedse aandeelhoudersgroep Aktiespararna, bestaan in Zweden non-profitorganisaties die naar de scholen gaan, om mensen tussen 16 en 18 jaar voor te lichten over financiën, bijvoorbeeld over het verschil tussen aandelen en beleggingsfondsen.

Andere Europese landen doen intussen hun uiterste best om hun bevolking aan te moedigen in aandelen te beleggen. Het Verenigd Koninkrijk lanceerde vorige maand een belastingvrije toelage van 5.000 pond voor beleggen in Britse bedrijven, terwijl de Franse minister van Financiën, gefrustreerd over het tempo van de EU-hervormingen, heeft opgeroepen een paar landen alleen verder te laten gaan en een nieuw beleggingsproduct te creëren.

Nasdaq Stockholm heeft zelfs geprobeerd buitenlandse bedrijven te lokken, bijvoorbeeld kleine en middelgrote bedrijven in Duitsland, dat volgens Kostyál “onderbediend is in termen van de lokale IPO-markt”.

“Duitsland heeft duidelijk een infrastructuurprobleem: het is er voor kleinere bedrijven erg moeilijk een beursnotering te krijgen”, zei Joakim Falkner, partner bij Baker McKenzie in Stockholm. Duitse investeerders hebben van oudsher een voorkeur voor obligaties, wat het moeilijker maakt bedrijven naar de beurs te lokken.

‘Zweden heeft grote fondsen die actief uitkijken naar binnenlandse small- en midcapkansen’

Carl Rosenius van de Zweedse bank SEB

Myles Murray, de oprichter van de Ierse fabrikant van medische apparatuur PMD Solutions, koos dit jaar voor een beursgang in Stockholm. Hij argumenteerde dat analisten daar dankzij de overvloed aan vergelijkbare bedrijven in de gezondheidszorg zijn bedrijf gemakkelijker konden beoordelen dan bij een beursgang op Euronext Dublin. Ook de toegang tot grote investeerders was een grote hulp.

Betere rendementen

Het succes van het Zweedse systeem lijkt door te sijpelen naar de rendementen op de aandelenmarkt. De belangrijkste index van Zweden is de afgelopen tien jaar met 85 procent gestegen. Bij de Eurostoxx 600 was dat 49 procent en bij de Londense FTSE 100 slechts 17 procent.

Ook dat helpt Zweedse kleine en middelgrote bedrijven om in eigen land te blijven. “Waarom de rivier oversteken om water te halen?, zoals we in Zweden zeggen”, besluit Elofsson van Carnegie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content