Het einde van de stijgende beurstrend: 9 basissignalen voor de crash
Het coververhaal van Trends in mei wond er geen doekjes om: de stijgende beurstrend loopt op zijn einde en er is een crashalarm op de beurzen. Aandelen waren simpelweg te duur en dan is er niet veel aanleiding nodig om de aandelenmarkten te doen crashen.
Eerst sommen we de signalen op die ons in mei deden besluiten dat er een crashalarm op de beurzen heerst. Die hadden zich in de loop van de afgelopen maanden en jaren opgestapeld.
Signaal 1: hoge waarderingen
De belangrijkste beursgraadmeter ter wereld is de Standard & Poor’s 500-index, die de grootste en belangrijkste 500 beursgenoteerde bedrijven van de Verenigde Staten omvat. De S&P 500-index noteert tegen 21 keer de verwachte winst voor dit jaar – de consensusverwachting voor de index is 243,5 dollar. Dat is geen extreme waardering, maar die beursklim wordt vooral gedragen door de techgiganten. Voor de Nasdaq 100-index, met de grootste techbedrijven, komen we aan bijna 30 keer de verwachte winst (Microsoft bijvoorbeeld staat op 34). Dat is wel een zeer hoog en dus crashgevoelig niveau.
Signaal 2: AI-euforie
Een beurscrash wordt altijd voorafgegaan door een sterk geloof in een nieuwe ontwikkeling, die de economie ingrijpend zou veranderen. Deze keer gaat het om artificiële intelligentie (AI). De technologie zou de economie een pak efficiënter en productiever maken, en ze zou het probleem van de krapte op de arbeidsmarkt helpen op te lossen. De kans is groot dat dat bewaarheid wordt, alleen zal dat niet gebeuren op de rooskleurige manier die de markten verwachten. De euforie lijkt ons eerder een klassieke zeepbel, die uit elkaar zal spatten.
Het risico van aandelen wordt momenteel niet meer vergoed. Dat is een gevaarlijke, explosieve situatie.
Signaal 3: negatieve risicopremies
Door de stijgende beurskoersen en de almaar hogere waarderingen enerzijds en een stijgende lange rente anderzijds is de risicopremie voor de S&P 500-index voor het eerst sinds het begin van deze eeuw negatief geworden. De risicopremie is het extra rendement dat beleggers vragen voor het grotere risico dat aandelen inhouden tegenover obligaties. Dat risico van aandelen wordt momenteel niet meer vergoed. Dat is een gevaarlijke, explosieve situatie. De bedrijfsresultaten moeten dan uitstekend zijn, anders dreigt een crash. Hoge waarderingen zijn perfect te verdedigen in tijden van een nul- of zeer lage rente, niet bij een structureel hogere rente, zoals we die vandaag zien.
Signaal 4: oplopende geopolitieke spanningen
We zijn de jongste jaren geopolitiek ook in een andere wereld terechtgekomen, met de oorlog in Oekraïne, het hevig opgeflakkerde conflict in het Midden-Oosten, en de strijd om de werelddominantie tussen de Verenigde Staten en China. Dat maakt die negatieve risicopremie extra gevaarlijk. Van een vredesdividend is geen sprake meer. Een oorlogskorting dreigt.
Dat geeft extra gewicht aan de Amerikaanse presidentsverkiezingen van dit najaar, die weleens chaotisch zouden kunnen verlopen. Het kan aanleiding geven tot het afbouw van risico en dus het verminderen van de blootstelling aan aandelen.
Recente crashsignalen
Sinds mei kwamen er nog enkele alarmsignalen bij:
1. Het parabolische koersverloop van de AI-beursster Nvidia
Eerst verdubbelde de beurskoers in twaalf maanden (tussen oktober 2022 en oktober 2023). Dan verdubbelde de koers in zes maanden (tussen oktober 2023 tot april 2024). Daarna zagen we nog eens bijna een verdubbeling in minder dan drie maanden (tussen april tot juni 2024).
Lees ook of lees verder onder dit:
2. Het extreme overgewicht van de techgiganten in de indexen
In de eerste zes maanden van dit jaar is de totale beurswaarde van de S&P 500-index met afgerond 6.000 miljard dollar gestegen. De ‘Magnificent Seven’ (Nvidia, Apple, Microsoft, Tesla, Alphabet, Amazon en Meta) – goed voor 1,4 procent van het aantal aandelen uit de index van de belangrijkste 500 beursgenoteerde bedrijven uit de VS – tekenen in die periode voor 3.400 miljard dollar of 57 procent van de stijging.
3. Het uitblijven van slechte beursdagen
Dit alarmsignaal heeft helemaal niks te maken met Nvidia of de Magnificent Seven, maar is wel tekenend voor de hebzucht bij het Amerikaans beleggerspubliek. Het duurde tot 24 juli 2024 om voor eerst sinds 21 februari 2023 een slechte beursdag voor de S&P 500-index te hebben. Een slechte beursdag definiëren we als een beurssessie van minstens 2 procent verlies. Dat is zeer uitzonderlijk.
4. De sterke toename van het gewicht van ‘penny stocks’
Penny stocks zijn aandelen met een koers van minder dan 1 dollar. In een minder beursjaar als 2022 bedroeg het aandeel penny stocks tegenover het totale verhandelingsvolume amper 0,4 procent. In de eerste zes maanden van dit jaar was dat haast het tienvoud, bijna 4 procent. Dat niveau hebben we alleen begin 2000 gezien.
5. Het hoge nettovolume aan calls
Een laatste element dat een knipperlicht deed branden, is dat het nettovolume (aantal calls min aantal puts) in de optiemarkt de voorbije weken fors oploopt, ver boven het hoogste peil van de voorbije vijf jaar.
Volatiele beurzen vereisen een andere aanpak
Lees hier ook 6 tips van Danny Reweghs om uw portefeuille te beschermen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier