Fréderic Buzaré (Dexia AM): “Moeten we einde van QE2 met angst tegemoet zien?”
Zowel de voedsel- als de energieprijzen dreigen voor scherpe schokken te zorgen als gevolg van problemen met het aanbod, en dat zou op korte termijn de algemene inflatie fors kunnen opdrijven. Het eindresultaat van aanzienlijk hogere olieprijzen zou niettemin zijn dat de groei vertraagt. In een dergelijke context kunnen gemakkelijk fouten worden gemaakt in het beleid als de inflatiedruk tijdelijk is en de groei sterk afhangt van de rente die wordt betaald om te lenen.
Fréderic Buzaré (Dexia AM): “De belangrijkste vraag op korte termijn is nu of we het einde van QE2, dat voor eind juni is gepland, al dan niet met angst tegemoet moeten zien. QE2 heeft sinds vorige zomer op een beslissende manier de aandelenmarkten weten gerust te stellen. En die aandelenmarkten zullen dan ook niet verheugd zijn als er een einde aan komt. De meest recente keerpunten voor de Amerikaanse aandelenkoersen vielen samen met het begin en het einde van de QE-maatregelen. “
Op dezelfde manier kregen Japanse aandelen een forse tik in 2004, toen de Japanse regering niet langer ingreep op de wisselmarkten, en nogmaals in 2006 toen er een einde kwam aan de QE.
Het einde van de QE in Japan en de laatste keer in de Verenigde Staten was telkens een negatieve katalysator voor de financiële aandelen en voor een aantal cyclische aandelen. Buzaré: “Vandaar dat we allerminst verbaasd zouden zijn als het einde van QE2 ook nu voor enige turbulentie op de markten zou zorgen, zeker omdat de beleggers een zachte en soepele beëindiging van deze maatregelen verwachten. Eens temeer is het stopzetten van een niet-conventioneel beleid een aartsmoeilijke opdracht.”
Op middellange termijn blijven de stabiliteit en de ermee gepaard gaande trade-off tussen groei en inflatie de elementen die van cruciaal belang zijn. De destabiliserende druk die voortvloeit uit de wereldwijde inflatie als gevolg van de hogere grondstoffenprijzen en de zwakte van de dollar, blijft toenemen. Buzaré: “Er is in ieder geval behoefte aan duidelijkere signalen die wijzen op een matiging van de groei in de opkomende landen én aan een bewijs dat zowel de Verenigde Staten als Europa van start gaan met het afbouwen van het monetaire beleid dat gericht is op de massale terbeschikkingstelling van liquiditeiten. Aangezien met name de groeilanden in bijzondere mate blootgesteld zijn aan de destabiliserende effecten van de inflatie door de hogere grondstoffenprijzen, is het nog te vroeg om opnieuw een langdurige outperformance van de aandelenmarkten in deze landen te verwachten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier