Europese economie is achterblijver
Ondanks de tekortkomingen van de beleidsmakers krijgt de wereldwijde conjunctuur volgens Dieter Guffens van KBC stilaan een bredere basis.
Die komt onder meer tot uiting in de industriële activiteit in de VS, zoals blijkt uit het producentenvertrouwen in de verwerkende nijverheid, het aantrekken van de activiteit in de bouwsector en het herstel op de arbeidsmarkt.
Ook in Duitsland vertoonde de Ifo-indicator de voorbije maanden een forse opwaartse trend (met een pauze in maart) en bevindt de werkloosheidsgraad zich op het laagste peil sinds het begin van de jaren 90.
Ten slotte is ook de groeidynamiek van het Chinese bbp nog altijd robuust, ondanks de recente verzwakking van enkele vertrouwensindicatoren.
In deze context is het geen toeval dat de groei in de EMU als geheel opvallend achterblijft ten opzichte van de andere grote economieën.
In 2013 zal het reële bbp van de EMU allicht als enige grote economie krimpen met naar verwachting 0,2%.
De gebrekkige eensgezindheid van de Europese beleidsmakers is daar allicht niet vreemd aan, zoals de Cypriotische crisis illustreert. Dat die crisis nog niet tot een besmetting van de rest van de EMU heeft geleid, is allicht in grote mate te danken aan de actieve rol van de ECB.
Maar zonder een echte gemeenschappelijke aanpak van de budgettaire en institutionele problemen in de EMU, zal dit niet eeuwig blijven duren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier