Dure euro begint resultaten te domineren
De vrij snelle stijging van de euro ten opzichte van de dollar wordt meer en meer een belangrijk thema in de vooruitzichten van de Europese bedrijven. Melexis houdt toch zijn prognose overeind, bij Nyrstar is er vooral opluchting dat er geen nieuwe vertraging is in Port Pirie.
Wisselkoersen voorspellen is onbegonnen werk, zo blijkt nog maar eens. De euro-dollarkoers zet het leger analisten en economen alleszins een flinke neus. Begin dit jaar werd druk gespeculeerd over pariteit tussen de twee wereldmunten. Vandaag noteert de euro bijna 15 procent hoger dan rond Nieuwjaar.
Het is moeilijk één oorzaak aan te wijzen. Aan de overkant van de grote plas speelt zeker de ontgoocheling in president Donald Trump. Die had stevige belastingverminderingen en investeringen aangekondigd, maar die lijken voorlopig te stranden in een kibbelend Congres en dito Witte Huis. Bovendien verklaarde Fed-voorzitter Janet Yellen onlangs dat er niet zoveel renteverhogingen meer zitten aan te komen. Dat maakt beleggen in de Verenigde Staten relatief minder interessant.
Omgekeerd is de eurozone goed bezig uit te groeien tot de verrassing van het jaar. De economie presteert verrassend sterk, en daardoor verwacht de markt dat de Europese Centrale Bank nu vrij snel haar stimulus zal afbouwen. Beide factoren maken dat Europa relatief sterk in trek is bij beleggers.
De stijging van de euro begint nu meer en meer een thema te worden bij bedrijven die met resultaten komen. Melexis (+6,12%) bijvoorbeeld presteerde in de eerste helft andermaal sterker dan verwacht, maar dat de daling van de dollar begint te wegen, zie je het best aan de prognose. De chipfabrikant is zeer positief en blijft geloven dat hij ook in de toekomst sterker kan groeien dan de markt. Maar de becijferde prognose voor de omzet blijft ongewijzigd. Dat is eigenlijk best straf als je weet dat het bedrijf nu rekening houdt met een gemiddelde euro-dollarkoers van 1,15 voor dit jaar, terwijl dat voorheen maar 1,07 dollar per euro was. Beleggers reageerden dan ook enthousiast dat de prognose niet verlaagd werd.
Ook Nyrstar waarschuwde voor de dalende dollar, wat betekent dat er omgerekend minder euro’s in kas komen. De zinksmelter geeft zelfs mee dat een daling van de greenback met 10 procent dik 80 miljoen euro minder bedrijfskasstroom in het laatje brengt.
Toch reageerden beleggers tevreden op het rapport en stuurden het aandeel 1,43 procent hoger. Dat toont vooral de opluchting dat er geen nieuwe teleurstelling voorgeschoteld werd. De cijfers lager immers min of meer in de lijn van de verwachtingen, en – belangrijker – de omvorming van de hoogoven in het Australische Port Pirie zit nu wel op schema. In februari bleek nog dat de kosten hoger zijn dan verwacht en dat er wat vertraging was opgelopen. Deze keer dus niet: vanaf september gaat de vlam in de pan en vanaf volgend jaar moet het project bijdragen aan de resultaten. Dat is ontzettend belangrijk om de hoge schuldenlast onder controle te houden.
Tot slot waren er woensdag ook cijfers bij twee Bel-20’ers. Noch ING (-1,26%) noch Telenet (+0,05%) werd beloond voor de lichte stijging in zijn kwartaalcijfers. De Bel-20 (-056%) verloor net als de meeste andere beurzen licht terrein.
Donderdag zullen vooral internationale bedrijven naar de aandacht dingen van de belegger. Er zijn onder meer cijfers van BMW, Siemens, Adidas en Fugro. Voorts publiceert de ECB haar economisch bulletin en de Bank of England maakt haar rentebesluit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier