Daimler ook op fundamentele gronden koopwaardig
Sinds 2010 staat de koersstijging van het aandeel Daimler volgens Arnaud Delaunay in schril contrast met de koersstijging van concurrenten BMW en Volkswagen.
Gedurende deze periode boekte het aandeel van deze Duitse autobouwer een koersstijging van 20% tegen 117% resp. 146% voor zijn Duitse sectorgenoten.
De belangrijkste reden is dat Daimler de strategische verschuiving naar China heeft “gemist”. Het bewijs: volgens de Amerikaanse zakenbank Morgan Stanley opende Daimler in januari 2013 slechts “22 verkooppunten in China t.o.v. 45 voor BMW”.
Eergisteren presenteerde de CEO van Daimler op het autosalon van Genève de nieuwe strategie “om de achterstand op de andere Duitse luxemerken (BMW, Volkswagen en Audi) weg te werken”.
De groep moet de strategische fouten rechtzetten die in het verleden op het Chinese vasteland werden gemaakt. De Chinese markt voor luxewagens zal naar verwachting “die van de Verenigde Staten overtreffen in 2020”.
Hoewel de verkoop in China in 2012 historisch hoog was (196.211 verkochte eenheden), bedroeg de groei slechts 1,5%.
Om zich opnieuw te lanceren wierf de groep in december 2012 een nieuwe verkoopsdirecteur voor China aan en maakte het tevens “640 miljoen euro vrij voor de aankoop van een participatie in de Chinese automaker BAIC (de vijfde grootste Chinese autofabrikant)”.
Door middel van deze participatie hebben de Duitsers de ambitie om “in 2015 300.000 wagens van het merk Mercedes-Benz in China te verkopen”. Op fundamentele gronden is Daimler volgens Delaunay nog steeds koopwaardig.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier