Chinese inflatie zet People’s Bank of China pad in de korf

De Chinese consumentenprijzen zijn in maart met 3,60% gestegen ten opzichte van dezelfde maand een jaar geleden. De stijging van de inflatie was groter dan verwacht, want de consensus lag slechts op een toename met 3,40%. Bovendien was er sprake van een duidelijke stijging ten opzichte van de 3,20% uit februari.

Ju Wang, econoom bij Barclays Capital in Singapore, was ontgoocheld over de evolutie van de Chinese inflatie, want hij had gerekend op een terugval van het inflatiecijfer richting 3%. Het zal duidelijk zijn dat de gestegen grondstoffenprijzen de inflatie in negatieve zin hebben beïnvloed.

China zal dus de evolutie van de inflatie nauwlettend in de gaten moeten houden, hoewel het inflatiecijfer uitkwam onder de officiële doelstelling. De overheid mikt op een inflatie van minder dan 4% en het is al de tweede maand op rij dat deze doelstelling inderdaad werd bereikt.

Chinese inflatie zet People’s Bank of China pad in de korf

De Chinese inflatiecijfers voor de maand zetten de People’s Bank of China een pad in de korf, want de centrale bank zal het moeilijker krijgen om haar monetaire politiek te versoepelen. Dat zou nochtans nodig kunnen zijn om de economische groei op het juiste spoor te houden.

Liu Li-Gang, in Hong Kong hoofd Greater China Economics bij Australia & New Zealand Banking Group Ltd, verwacht dat de Chinese central bank in ieder geval gaat wachten tot mei of juni alvorens haar monetaire politiek te versoepelen, eventueel door het verlagen van de reserveverplichtingen voor de banken.