Chinese economie mag gerust aan slechts 2 tot 3% groeien

Jim Rogers kwam wereldwijd in het nieuws toen hij in 2007 zijn huis in New York verkocht en naar Singapore verhuisde. De reden voor die verhuis was heel eenvoudig: hij geloofde dat Azië aan de vooravond van een industriële revolutie van ongekende omvang stond.

Rogers vergelijkt de huidige situatie in China en andere Aziatische landen graag met die in de Verenigde Staten bij het begin van de 20ste eeuw. Hij laat zich geenszins afschrikken door het feit dat recent gepubliceerde indicatoren in China in de richting van een groeivertraging wezen.

Jim Rogers heeft geen enkele van zijn Chinese aandelen verkocht. Die zijn naar zijn eigen zeggen voor zijn kinderen. Er zijn inderdaad problemen in China, maar die zijn er in andere delen van de wereld ook. Het belangrijkste is dat de Chinese economie kan blijven groeien.

Dat hoeft in de ogen van Rogers niet noodzakelijk een groei met 7% te zijn. Waarom zou de Chinese economie niet met 2 of 3% kunnen groeien, terwijl in andere delen van de wereld de economie krimpt?, zo vraagt Rogers zich af. Wanneer er inderdaad een blijvende groei met 2% kan worden gerealiseerd, zal iedereen zich volgens Rogers richting China reppen.