China staat nog maar aan begin van structurele groeivertraging
Dat de opkomende wereld nu bijna 50% van al zijn exporten naar andere emerging markets stuurt, terwijl dit slechts 25% was in 2000, bewijst Maarten-Jan Bakkum, Senior Investment Strategist Emerging Markets Equity bij ING, het succes van de handelsdiversificatie tijdens de boomjaren van 2002-2010.
Maar nu de beste groeidynamiek te vinden is in de VS, Japan en wellicht Europa, en de opkomende wereld naar adem hapt na jaren van excessieve kredietgroei en toegenomen economische onevenwichtigheden, is deze decoupling voorlopig eerder een nadeel dan een voordeel.
Een optimist zou kunnen zeggen dat de groeicorrectie in de opkomende wereld al vergevorderd is, na de recente marktstress over de aanstaande normalisering van het monetair beleid in de VS. Tenslotte is de gemiddelde groei in emerging markets al gedaald van 8% in 2010 tot minder dan 5% nu.
Maar “vergevorderd” betekent nog niet dat de groei zijn laagste punt al heeft bereikt. China, verreweg de belangrijkste opkomende economie, staat nog maar aan het begin van haar structurele groeivertraging.
Voor de rest van de opkomende wereld zal China nog jarenlang voor fikse tegenwind gaan zorgen.
Met name de grondstoffenexporterende landen zullen hier last van hebben.
Voor deze landen is China de grootste handelspartner. Zij zijn erg gevoelig geworden voor veranderingen in de Chinese vraag naar grondstoffen. Landen als Brazilië, Chili, Peru, Indonesië en het grootste deel van Afrika zullen moeite hebben hun economische groei op peil te houden de komende jaren.
Tegelijkertijd zullen de landen waar de decoupling grotendeels aan voorbij ging in de jaren 2002-2010, zich kunnen optrekken aan de accelererende VS en het wat langzamer herstellende Europa. Mexico en Polen zijn twee opkomende markten waar de beleggers volgens Maarten-Jan Bakkum goed op moeten letten de komende tijd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier