Centrale banken, redders in nood of tikkende tijdbommen?

Om de crisis te bezweren, zijn alle belangrijke centrale banken volgensd Dieter Guffens van KBC tot het uiterste van hun traditionele beleidsinstrumenten gegaan.

Zij verlaagden hun beleidsrentes tot vrijwel 0%, kochten op grote schaal overheidsobligaties of andere financiële instrumenten op of stelden ongelimiteerd en voor uitzonderlijk lange looptijden reserves voor banken ter beschikking.

Aangezien ook die maatregelen onvoldoende het gehoopte stimulerend effect hadden, werden creatieve innovaties noodzakelijk.

Het ‘Funding for Lending Scheme’ van de Bank of England en de prominente rol van de communicatie zijn daarvan een voorbeeld.

Het meest extreme voorbeeld van de vastberadenheid was de Japanse centrale bank. Die maakte van de verdubbeling van haar basisgeld haar nieuwe operationele doelstelling om de deflatoire spiraal te doorbreken.

Door al die maatregelen is de hoeveelheid basisgeld wereldwijd enorm toegenomen.

Het is van essentieel belang dat basisgeld op zich virtueel geld is en enkel tussen banken en hun centrale bank circuleert.

Pas wanneer het via de kredietverlening door banken in de reële economie terechtkomt, kan het tot inflatie leiden.

Vooral in Europa is die kredietgroei nog bijzonder zwak. Op korte termijn is daarom een verdere desinflatie of zelfs deflatie nog altijd het grootste risico.

Een effectief alternatief voor het expansieve monetair beleid is er dus niet als we een herhaling van de depressie van de jaren 30 willen vermijden.

Op langere termijn is de exit-strategie volgens Guffens de grote uitdaging. Wachten de centrale banken te lang, dan komt er allicht een periode van hoge inflatie.

Remmen ze daarentegen te snel, dan kan dat een nieuwe recessie veroorzaken. Allicht zal de realiteit ergens in het midden liggen tussen beide extreme scenario’s.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content