Beurzen groeilanden hebben vorig jaar gemiddeld 7% verloren

2013 werd ingezet met meer ondersteuning van de centrale banken (eerst en vooral de Fed, die met haar derde “kwantitatieve versoepeling” was begonnen).

Dit ultrasoepele monetaire beleid werd volgens Carmignac ingegeven door de aanhoudend zwakke economische bedrijvigheid in de ontwikkelde landen.

Gezien de zeer lage inflatie was dat voldoende reden voor een long-positionering op de aandelenmarkten en een matige blootstelling aan obligaties.

De Verenigde Staten zorgden voor een grote verrassing. De economie verwerkte de begrotingsbezuinigingen (“fiscale afgrond”, “budget sequestration”) sneller dan verwacht, waardoor de Fed vroegtijdig zinspeelde op een nakende vermindering van haar inkopen van Amerikaans staatspapier.

Daardoor presteerden de verschillende activaklassen zeer uiteenlopend: de aandelenmarkten zijn over heel 2013 met 17,5% gestegen, terwijl de mondiale obligatie-index met ruim 8% is teruggevallen.

Op de aandelenmarkten hadden volgens Carmignac alleen de opkomende landen te lijden van de dreiging van een minder overvloedige liquiditeit wereldwijd, en zeer sterk zelfs. Zo hebben zij over het hele jaar gemiddeld 7% verloren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content