Artificiële intelligentie na de beurshype: beleggers zijn kritischer geworden
Het volstaat niet langer een aandeel te bestempelen als ‘robotgerelateerd’ of ‘actief in de AI’. Het gaat om aandelen van bedrijven die, net zoals alle andere ondernemingen, winst moeten maken of tenminste het uitzicht moeten hebben op winstgevendheid.
Robotica en artificiële intelligentie (AI) zijn twee jonge disciplines die heel snel en sterk evolueren. Vorig jaar waren aandelen uit die sectoren een ware hype, met uitzonderlijke waardestijgingen tot gevolg. Intussen zijn de koersen van de meeste aandelen teruggevallen naar meer realistische niveaus.
Het valt op dat beleggers kritischer geworden zijn. Het volstaat niet langer een aandeel te bestempelen als ‘robotgerelateerd’ of ‘actief in de AI’. Het gaat om aandelen van bedrijven die, net zoals alle andere ondernemingen, winst moeten maken of tenminste het uitzicht moeten hebben op winstgevendheid.
Nut is de toekomst
Maanden geleden pakten pioniers graag uit met spectaculaire toestellen. Zo kwam Boston Dynamics met Atlas, een robot die autonoom achterwaartse salto’s kan maken. Het bedrijf maakt deel uit van de Japanse gigant Softbank. Voordien was de robotbouwer in handen van Google. Maar dat bedrijf heeft zich gedistantieerd van de zogenaamd ‘menselijke’ robots omdat de toekomst van robots wellicht niet daar ligt. Een robot die achterwaartse salto’s maakt, mag dan spectaculair lijken, erg nuttig is hij niet. Experts zijn ervan overtuigd dat relatief eenvoudige robots voor alledaagse taken en machine learning meer toekomst hebben. Op die branche richt Robotics at Google zich. Veel leden van Googles voormalige roboticateam werken daar nu aan toestellen die autonoom taken kunnen uitvoeren en die uit hun fouten leren, zodat ze die na verloop van tijd niet meer gaan maken.
Techgiganten regeren
Er zit gigantisch veel potentieel in de sector van de robotica en de artificiële intelligentie. Robotics at Google is een voorbeeld van hoe de zaken wellicht evolueren. Veel kleine bedrijven voelen zich geroepen, maar de meeste slagen niet en gaan roemloos ten onder. Bij de grote kanshebbers in de zuivere artificiële intelligentie zijn behalve Google ook de andere techgiganten, zoals Amazon, Apple, Facebook, IBM en Microsoft. Die bedrijven beschikken al over gigantische hoeveelheden informatie die nodig is om toestellen zelf te laten leren en verbeteren.
Microsoft stelde onlangs de HoloLens 2 voor, een verbeterde versie van zijn bril voor toegevoegde realiteit ofwel augmented reality (AR). Met de bril mikt Microsoft op bedrijven die er hun personeel mee willen uitrusten. Dat kan gaan van chirurgen in ziekenhuizen, over ingenieurs die ingewikkelde machines installeren, tot kwaliteitscontrole aan de lopende band. De headset is verbonden met Microsofts clouddienst Azure, die de ingewikkelde berekeningen kan maken die nodig zijn voor sommige AR-toepassingen. Cloudgebruikers willen ook toegang tot artificiële intelligentie en machine learning. Daarin heeft Microsoft een voorsprong tegenover Amazon Web Services (AWS). Het aantal ontwikkelaars dat toepassingen bouwt voor Azure, is ook veel groter dan dat voor AWS, Google of Salesforce.
Experts zijn van mening dat artificiële intelligentie aanzienlijke economische voordelen zal opleveren. Volgens schattingen zal artificiële intelligentie de arbeidsproductiviteit in elf westerse industrielanden en Japan tegen 2035 met 10 tot 40 procent verhogen. Dat zou een verdubbeling van de economische groei in 2035 betekenen. Het McKinsey Global Institute voorspelt dat 70 procent van de bedrijven tegen 2030 minstens één vorm van artificiële intelligentie zal hebben ingevoerd. Maar AI zal wellicht leiden tot nog dominantere posities van marktleiders. De grote bedrijven verzamelen de meeste data en dat levert een concurrentievoordeel op. Leidende technologiebedrijven zullen dus hun dominantie behouden. En de ontwikkelingen zullen waarschijnlijk veel sneller gaan dan velen denken.
In haast alle sectoren
Het gebruik van artificiële intelligentie zal snel doordringen in allerlei sectoren. De gezondheidszorg ontsnapt evenmin aan de robotisering. En net als in andere sectoren treden ook daar de grote, traditionele bedrijven op de voorgrond. Robot-geassisteerde operaties gebeuren nu al dagelijks in onze ziekenhuizen. Robots die bijna autonoom opereren, zijn niet meer veraf. De Amerikaanse farmareus Johnson & Johnson betaalt 3 miljard euro voor Auris Health, dat een robot heeft ontwikkeld die tumoren in de longen kan opsporen via kleine camera’s die via de neus of de mond worden ingebracht. Chirurgen kunnen hem vanop afstand besturen. Het robotplatform, de Monarch, is vorig jaar erkend door de Amerikaanse regulatoren. “De toepassingen zijn eindeloos”, zegt de Belgische robotchirurg en topdokter Alex Mottrie.
Ook in de autosector zit veel toekomst in robotica en artificiële intelligentie. Robots fabriceren al vele jaren wagens. Maar tot nu zijn het in hoofdzaak ‘domme’ robots die, weliswaar snel en efficiënt, altijd dezelfde eenvoudige taken uitvoeren. Er wordt volop gezocht naar manieren om via artificiële intelligentie de productieprocessen te verbeteren. Maar de snelste vooruitgang wordt verwacht van de afgewerkte voertuigen. Om die zelfrijdend te maken, zitten ze volgestouwd met sensoren, radars, camera’s en software. Die moeten gevoed worden met gigantisch veel data, gegevens die in hoofdzaak aanwezig zijn bij techbedrijven als Google en Apple. Het is geen toeval dat zij meer dan normale interesse tonen in de autosector.
Specifiekere spelers
Naast de grote techbedrijven zijn er ook meer typische AI-bedrijven. Daar wordt onder meer gerekend op Nvidia, een producent van computerhardware, voornamelijk van grafische kaarten en chips voor moederborden en voor mobiele apparaten. In vrijwel alle computers van bijna alle grote computerfabrikanten bevinden zich onderdelen van Nvida. De aandelenkoers viel in een jaar met bijna 20 procent terug, maar het blijft een van de beste beleggingen uit de S&P500-index van de afgelopen twintig jaar. We houden het aandeel in de gaten en sluiten niet uit dat we de komende maanden starten met een actieve opvolging van het aandeel.
Salesforce is een ongelooflijk succesverhaal. Het aandeel van dat cloudplatform voor crm ( customer relationship management) en businessprocessen was tien jaar geleden te koop tegen 8 dollar. Nu is het 154 dollar waard. De koers kende het afgelopen decennium vrijwel geen inzinking, op een appelflauwte eind vorig jaar na. De voorbije twaalf maanden dikte de koers nog aan met 40 procent, ondanks de techno-inzinking van vorig jaar. Het aandeel is duur. Wachten op een terugval is de boodschap.
Daarnaast zijn er veel kleinere en minder bekende bedrijven actief in robotica. We maakten een beperkte selectie. Ondanks de Japans klinkende naam is Kuka een Duits bedrijf. De meest toonaangevende leverancier van robotica, installaties- en systeemengineering in de wereld is nu in Chinese handen. Op zijn toppunt in oktober 2017 kostte het aandeel 248 euro. Nu is dat ongeveer een vierde daarvan. De koers-winstverhouding is dan ook gehalveerd, van 70 naar 35. Het jaar 2018 werden een annus horribilis, waarin het bedrijf in het vierde kwartaal zelfs weer verlies maakte. Voor dit jaar rekent men op winstherstel. De markt is na vorig jaar echter op zijn hoede. Dat kan bij verdere koerszwakte kansen creëren.
Fanuc is gespecialiseerd in de automatisering van alle bedrijfsactiviteiten via robots. De thuisbasis is Tokio, maar de aandelen worden ook verhandeld op Nasdaq. Begin 2018, in volle hype, noteerde het aandeel zowat het dubbele van vandaag. Voorlopig afwachten, luidt de boodschap.
Het Japanse Yaskawa Electric Corporation produceert onder meer servosystemen en industriële robots voor assemblage, coating en algemene automatisatie. Het aandeel noteert eveneens op Nasdaq. De koers deed het tot vorig jaar prima op de Japanse beurs. Maar ook hier was vorig jaar de dreun vrij stevig. Het aandeel lijkt ons redelijk fair gewaardeerd en biedt kansen voor de actieve, risicobewuste belegger.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier