April was geen goede maand voor Aziatische beurzen

De Aziatische beurzen noteren vanmorgen verdeeld, zonder dat er per saldo een duidelijke richting zichtbaar is. Hong Kong bevindt zich in de plus, onder andere Tokio en Singapore moeten terrein prijsgeven. Het ziet er naar uit dat de Japanse beurs last begint te krijgen van vermoeidheidsverschijnselen.

De Aziatische beurzen zijn vorige week voor de tweede week op rij lager gesloten en dat was onder andere het gevolg van de aanhoudende bezorgdheid van de beleggers over de Europese schuldencrisis.

Anderzijds stelde de Bank of Japan teleur wat betreft de verdere verruiming van de monetaire politiek. Verder werd het sentiment versterkt door de uitspraak van FED-voorzitter Ben Bernanke dat de monetaire politiek in de Verenigde Staten verder zal worden verruimd wanneer dit noodzakelijk zou zijn.

MSCI Asia Pacific Index op maandbasis met 2% gedaald

Vooral bedrijven die voor hun resultaten van Europa afhankelijk zijn, hebben een minder goede week achter de rug. Sony, dat ruim 20% van de omzet in Azië realiseert, zag de koers op weekbasis met 3,50% dalen. Nog in Tokio ging de koers van Fanuc meer dan 7% onderuit nadat het bedrijf een sterke daling van de operationele winst aankondigde.

De MSCI Asia Pacific Index daalde vorige week met 0,10%, na de week voordien met 0,70% te zijn gedaald. Op maandbasis is er sprake van een daling met 2%. April was met andere woorden geen goede maand voor de Aziatische beurzen, de vraag blijft of mei zich beter aankondigt. De Europese schuldencrisis blijft namelijk in volle hevigheid woeden.