Alleen beleggers hebben ‘sterkste schouders’

BELGA PHOTO NICOLAS MAETERLINCK © BELGA
Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

Net als bij de vorming van de regering heeft het weer veel langer geduurd dan gedacht, maar met veel drama en crisismomenten is er uiteindelijk toch een akkoord over een meerjarenbegroting bereikt. Precies op de eerste van drie stakingsdagen konden premier Bart De Wever en de vicepremiers die voorstellen. De grootste verdienste is dat er nog een akkoord kan worden bereikt, en dat we politieke chaos zoals in Frankrijk alsnog hebben vermeden. Maar het is geen operatie van 10 miljard euro geworden, en er is ingebonden op alle oorspronkelijke uitgangspunten, zoals de indexsprong en de algemene btw-verhoging.

In beleggerskringen is dit werkstuk voorwerp van een uitvoerige en kritische bespreking. Want als het over beleggers gaat, is absoluut niet ingebonden. Zij zijn het intussen beu altijd datzelfde zinnetje te moeten horen: dat er ook een bijdrage moet zijn van de ‘sterkste schouders’. Ook deze regering beperkt de ‘sterkste schouders’ wel heel nadrukkelijk tot mensen met financiële activa, zoals aandelen en obligaties. Elke begrotingsronde is het tegenwoordig van dat, en elke keer raken we steeds verder verwijderd van een eerlijkere vermogensfiscaliteit.

In volle pandemie werd in februari 2021 opnieuw de effectentaks ingevoerd, die werd verkocht als een ‘solidariteitsbijdrage van de vermogende burgers aan de zorg’. Met een tarief van 0,15 procent voor bedragen op effectenrekeningen boven 1 miljoen euro. Je kon toen al vergif innemen op twee dingen. Vooreerst dat dit geen tijdelijk verhaal zou zijn en de link met de zorgsector snel vergeten zou zijn. Daarnaast dat het tarief vroeg of laat zou worden verhoogd en/of dat de drempel van het bedrag op de effectenrekening zou worden verlaagd.

De regering-De Wever heeft deze keer voor het eerste gekozen: het tarief verdubbelt, van 0,15 tot 0,30 procent. Mensen die daarentegen hun geld in vastgoed, kunst, oldtimers enzovoort hebben geïnvesteerd, zelfs vele miljoenen, ontspringen opnieuw de dans. Blijkbaar hebben die niet de ‘sterkste schouders’.

Toch nog hogere rendementen

Bij de vorming van de regering was er ook al een meerwaardebelasting overeengekomen, die bij deze discussie over de begroting ook definitief is afgeklopt. En hoewel die niet meer door het parlement geraakt voor eind dit jaar, zullen meerwaarden wel vanaf 1 januari 2026 beginnen meetellen. Spaarders en vastgoedbezitters zijn een heel grote groep, die haast altijd de fiscale dans ontspringt. Aandelenbeleggers zijn een kleinere groep, er is weinig sympathie voor en dus ben je een vogel voor de kat in het politieke spel. Al heeft de wet-Cooreman-De Clercq in de jaren tachtig nog bewezen dat het ook helemaal anders kan, met zeer positieve gevolgen voor de Belgische economie. Voor de negatieve consequenties van de nieuwe regeling is er geen aandacht, laat staan begrip. Met een bloeiende Brusselse beurs is de Belgische politiek niet bezig.

De steeds ongelijkere behandeling van vormen van vermogen is verwerpelijk. Toch weigeren we nog steeds de handdoek te gooien. Alle aandelen buiten? Natuurlijk niet. We blijven zelfs met evenveel verve als voorheen beleggen in aandelen, obligaties, trackers verdedigen. Het rendement zal op de lange termijn nog steeds hoger liggen dan bijvoorbeeld van het fiscaal zo vriendelijk bejegend spaarboekje.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise