Zeven criteria om te bepalen waarin u niet belegt

Beleggen

Particuliere beleggers doen er goed aan op voorhand te bepalen waarin ze niet wensen te beleggen. De keuze is echter groot en de selectie niet gemakkelijk. De onderstaande zeven criteria kunnen u daarbij helpen.

Het bijzondere aan beleggen is dat de relatief grote groep van beginnende beleggers meteen meedoet op het hoogste niveau, de Champions League zeg maar. Tegen iedere koper op de beurs staat immers een verkoper, en dat kan zomaar eens een professionele partij zijn, een topploeg met doorgewinterde beleggers. Dat kan intimiderend zijn. Hoe kunt u, als particuliere belegger, opboksen tegen professionele beleggers? Sta in uw kracht. Verschillende aspecten van het behalen van rendement spelen in het voordeel van de particuliere belegger.

Veel professionals spelen kort op de bal, zeer actief en met behoorlijk wat mutaties. Dat spel speelt u beter niet mee. De particuliere belegger is door een gebrek aan tijd en mankracht gebaat bij een strategie met de focus op de lange termijn en zo weinig mogelijk transacties. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat hoe meer u handelt, hoe lager uw rendement vaak is. In tegenstelling tot de professional ondervindt u geen hinder van een mandaat. Professionele partijen dienen vaak volledig belegd te zijn. Komt er een crash, dan ondergaan zij die volledig. Een particuliere belegger heeft geen enkele verplichting en kan, net als Warren Buffett, flink wat cash achter de hand houden.

Berkshire Hathaway, het investeringsvehikel van Buffett, had bij de jongste kwartaalcijfers 130 miljard dollar aan cash op de balans. Die middelen kan hij inzetten wanneer de beurskoers van een aandeel ver onder de intrinsieke waarde terugvalt, en er dus een koopje te doen valt. Particuliere beleggers hebben ook geen last van de restrictie dat ze enkel in een bepaald land aandelen mogen aanschaffen. Dat is een voordeel, wanneer in een bepaalde regio geruime tijd geen aantrekkelijke beleggingen te vinden zijn. Daarnaast is de omvang van uw portefeuille doorgaans niet dermate groot dat u niet kunt beleggen in small- en midcapbedrijven, waarvan de koersontwikkeling op de beurs over lange periodes vaak beter is dan die van hun grote broers, de largecapbedrijven. Een ander pluspunt is dat u bij een online broker tegen zeer voordelige tarieven kunt beleggen. De kosten voor de professionals zijn aanzienlijk hoger, onder meer door de huur van kantoorruimte, personeelskosten en de aanschaf van onderzoeksrapporten. Dat gaat ten koste van hun nettorendement.

Zeven criteria

Particuliere belegger hebben het dus zo slecht nog niet. Tegelijkertijd kan het een flinke uitdaging zijn om de juiste aandelen te selecteren en niet mee te stappen in iedere interessante beleggingsopportuniteit die voorbijkomt. Het is verstandig op voorhand te bepalen waarin u niet wenst te beleggen. De keuze is immers reuze. Enkel op de beurzen die zijn aangesloten bij de World Federation of Exchanges kunt u al kiezen uit 59.400 beursgenoteerde bedrijven.

Ter inspiratie delen we daarom zeven criteria die u zou kunnen gebruiken om een filter te maken voor bedrijven waarin u niet wenst te beleggen. Het doel is de kans op ongelukken te verkleinen.

1. Het businessmodel. Een vaak gehoorde tip van topbeleggers is dat u enkel moet beleggen in bedrijven waarvan u het businessmodel volledig begrijpt. Desondanks zal menig belegger zichzelf bij een blik op de portefeuille erop betrappen dat niet elk aandeel aan dat criterium voldoet. Kunt u niet goed uitleggen hoe een bedrijf zijn geld verdient, met welke activiteiten en in welke landen, dan verdient het aandeel geen plek in uw portefeuille.

2. De schuldpositie. U doet er ook goed aan bedrijven met te veel schulden te mijden. In economisch mindere tijden kan het gebeuren dat bedrijven met weinig vet niet langer aan hun verplichtingen kunnen voldoen, en dan neemt de kans op een pak slaag voor de aandeelhouder toe. Beleg daarom enkel in bedrijven met een sterke balans, bij voorkeur met een nettokaspostie. De nettoschuld/ebitda-ratio kan u helpen gezonde bedrijven te selecteren. Wanneer u niet belegt in bedrijven waarvan die ratio hoger is dan 2, verkleint u de kans op een domper. Houd er wel rekening mee dat die ratio bij een cyclisch bedrijf aanzienlijk lager hoort te zijn dan bij een defensief bedrijf. De resultaten bij cyclische bedrijven kunnen in economisch mindere tijden fors terugvallen, waardoor ze zelfs wanneer ze gezond lijken, financieel in de problemen kunnen raken.

3. De concurrentiepositie. Wanneer u als belegger wilt focussen op de lange termijn en zo weinig mogelijk transacties wilt doen, dan belegt u bij voorkeur in sterke bedrijven die goed beschermd zijn tegen concurrentie. In de beleggingswereld worden dat ook wel aandelen met een slotgracht genoemd. Het zijn bedrijven waarvan de concurrentie nauwelijks marktaandeel kan afsnoepen. Beschikt het bedrijf niet over sterke merken, patenten, netwerkeffecten en/of licenties, dan kunt u ook die aandelen beter uitsluiten. Een bedrijf dat eenvoudig de prijzen kan verhogen, voldoet meestal wel aan dit criterium.

Ook is het belangrijk dat u als belegger visualiseert hoe het bedrijf er over tien jaar voor staat. Hoe groot is het gevaar dat nieuwe concurrenten opstaan, en is de behoefte van de klant toekomstbestendig? Doordat het soms moeilijk in te schatten is hoe sterk een bedrijf is, is het verstandig dat beleggers naar de ratio van het rendement op het eigen vermogen kijken. Dat is de nettowinst gedeeld door het eigen vermogen. Bedrijven waarvan die ratio in de afgelopen jaren lager uitkwam dan 15 procent, zijn mogelijk minder sterk dan u denkt en sluit u beter uit.

4. De omzet- en winstgroei. Er zijn op de beurs veel bedrijven die geen omzetgroei en geen winstgroei realiseren. Desalniettemin zit dat soort bedrijven in veel portefeuilles. Kijken we naar een onderzoek van Morgan Stanley, dan kunt u dat soort aandelen beter links laten liggen, als u echt de blik heeft op de lange termijn. Over een periode van tien jaar komt 89 procent van de waardecreatie tot stand door omzetgroei en winstgroei. Op de lange termijn blijkt de waardering (5%) veel minder belangrijk.

5. Het management. Wanneer u een aandeel koopt, dan vertrouwt u uw geld toe aan het management van dat bedrijf. Het kunnen dus maar beter goede managers zijn, die niet de schijn tegen hebben. Ze kunnen uw belegging maken of kraken met hun keuzes op het gebied van kapitaalallocatie. Ze kunnen bijvoorbeeld eigen aandelen inkopen, wanneer de beurskoers onder de intrinsieke waarde noteert. Het is soms moeilijk het bestuur objectief te beoordelen, maar u kunt als belegger wel wensen dat er op zijn minst sprake is van gelijke belangen. Dat is het geval als het management ook aandeelhouder is, met een flink belang.

Een objectieve manier om te controleren of de belangen parallel lopen, is het belang van het management af te zetten tegen zijn salaris. Is het belang in het bedrijf viermaal zo hoog als het salaris, dan is dat naar mijn mening significant genoeg. Maakt het management dan foute beslissingen, dan wordt het ook in zijn eigen portemonnee geraakt. Zowel het belang als het salaris van het management is te vinden in het jaarverslag.

6. De landenselectie. Bij ons zijn aandeelhouders redelijk goed beschermd. Buiten de landsgrenzen is dat niet altijd het geval, en dan loopt u het risico op een fiasco. U doet er daarom goed aan vooraf te bepalen in welke landen u niet wenst te beleggen. Ook aan geopolitieke spanningen zijn risico’s verbonden. Die zijn soms zo groot, dat u bepaalde landen beter kunt vermijden.

7. De beursgangen. De rendementen op aandelen die zijn aangekocht bij of kort na de beursgang, vallen de eerste jaren vaak tegen. Een onderzoek van Nasdaq Economic Research bevestigt dat. In de periode 2010-2020 leverde circa twee derde van de beursintroducties drie jaar na de beursgang op zijn minst 10 procent minder rendement op dan een belegging in de benchmark. Dat lijkt het logische gevolg van de hype die rond een beursgang wordt gecreëerd en de gedachte dat zittende aandeelhouders natuurlijk tegen een hoge waardering (gedeeltelijk) wensen uit te stappen. Daar staan natuurlijk ook enkele succesverhalen tegenover, die beleggers horen op feestjes. De kans dat juist u deelneemt aan die enorm succesvolle beursgang, lijkt echter klein. U selecteert beter aandelen die op de beurs al een mooi trackrecord hebben opgebouwd.

Conclusie

Selectief, kritisch en geduldig zijn, kan bij beleggen zeker geen kwaad. Door op voorhand te bepalen waarin u niet wenst te beleggen, kunt al risico’s mijden. Het zal uw rendement en uw nachtrust ten goede komen. Veel bedrijven voldoen niet aan de bovenstaande zeven criteria. Dat neemt niet weg dat u op de korte termijn in dergelijke aandelen een mooi ritje kunt maken op de beurs. Wilt u echter in uw kracht blijven, wat voor de meeste particuliere beleggers een focus op de lange termijn en zo weinig mogelijk transacties betekent, dan weert u beter beleggingen die niet aan de genoemde selectiecriteria voldoen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content