Updates (deel 1)
De eerste jaarhelft zit erop en dit is een goed moment om terug te blikken op een aantal scenario’s die de jongste maanden in deze rubriek aan bod zijn gekomen.
Landbouw
Begin maart hadden we het over landbouw en gerelateerde aandelen. De Bloomberg Commodity Index, die de prijsevolutie van 22 grondstoffen schaduwt, viel eerder dit jaar terug naar het laagste niveau in twaalf jaar. Dat dieptepunt contrasteert met de nieuwe records op de aandelenmarkten. Binnen de grondstoffenindex doen verschillende landbouwgrondstoffen het bijzonder slecht. Zo noteren de granen op meerjarige dieptepunten, terwijl ook de prijzen van onder meer koffie, suiker en katoen sterk zijn teruggevallen.
Om in te spelen op een herstel stelden we de PowerShares DB Agriculture ETF (DBA) voor. Deze tracker maakt het mogelijk om gespreid in verschillende landbouwgrondstoffen tegelijk te investeren, wat de transactiekosten verlaagt. Vier maanden later noteert DBA een fractie hoger. De granen, goed voor ongeveer 40% van de index, werden eerder deze week flink duurder na een nieuw rapport van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA), waaruit bleek dat de benutte oppervlakte voor de granenteelt een stuk lager ligt dan drie maanden eerder werd voorspeld. Ook de voorraden kwamen onder de prognoses uit.
De Bloomberg Agriculture Index klom in juni 13% hoger, de grootste stijging op maandbasis sinds juli 2012. Maïs, soja en tarwe konden daarmee in één keer de verliezen van de eerste jaarhelft goedmaken. Voor beleggers die grondstoffenaandelen verkiezen boven een directe investering in termijncontracten, stelden we ook drie trackers voor. Zowel de Market Vectors Agribusiness ETF (tickersymbool MOO), de Powershares Global Agriculture Portfolio (PAGG) als de iShares MSCI Global Agriculture Producers ETF (VEGI) noteren enkele procenten hoger dan in maart. Sindsdien werd ook de dollar (USD) sterker, waardoor het reële rendement in euro (EUR) eigenlijk nog hoger ligt.
Koper
In IB12B stelden we enkele trackers en hefboomproducten op koper voor, in anticipatie op maatregelen van de Chinese monetaire autoriteiten om de economische groei terug aan te zwengelen. Eerder dit jaar was de koperprijs teruggevallen naar het laagste peil sinds 2009. Koper zette inderdaad een mooie rally neer, met een klim van 15% tussen half maart en begin mei. Het prille herstel werd echter in de kiem gesmoord door de rally van de USD en de koperprijs viel terug naar het niveau van februari. Intussen is de Chinese economie in een stabilisatiefase beland. De tegenvallende macro-economische cijfers tijdens de eerste maanden van 2015 deden veel economen er openlijk aan twijfelen of de officiële groeidoelstelling voor dit jaar (toename van het bbp met 7%) wel gehaald zou worden.
De ongerustheid is wat weggeëbd, nadat de PMI-index die de activiteit van de verwerkende nijverheid meet terug aantrok. Daarnaast groeide de industriële productie in mei voor de tweede maand op rij. De Chinese centrale bank doet er alvast alles aan om de economie te ondersteunen. Zo werden het afgelopen weekend zowel de belangrijkste herfinancieringsrente als de depositorente met 25 basispunten verlaagd. Daarnaast werden de reservevereisten voor commerciële banken verlaagd, waardoor die minder kapitaal moeten aanhouden bij de centrale bank en dus soepeler kunnen ontlenen.
De Chinese import van geraffineerd koper is tijdens de vier eerste maanden van dit jaar met 11% gedaald. De invoer van koperconcentraat blijft wel toenemen waardoor de lokale productie van geraffineerd koper wel met 12% steeg naar 2,4 miljoen ton. De verklaring ligt bij de hoge smelt- en raffinagemarges vormen waardoor het verwerken van concentraat tot geraffineerd koper erg lucratief is. Door de uitbreiding van de verwerkingscapaciteit zijn de marges wel gedaald, waardoor het aanbod van geraffineerd koper de komende maanden weer zal afnemen. De recente daling van de voorraden bij de geregistreerde opslagplaatsen van de London Metal Exchange (LME) en de Shanghai Futures Exchange (SHFE) kan eveneens als een positief signaal worden geïnterpreteerd.
EUR/USD
Begin april argumenteerden we dat de waarde van de USD te veel was doorgeschoten naar boven toe. Op dat moment noteerde de EUR/USD aan 1,0743. De dollarindex, die de waarde van de Amerikaanse munt afzet tegenover die van zes valuta van belangrijke handelspartners, bereikte in het eerste kwartaal het hoogste peil sinds 2003. Ook de EUR gleed steeds verder af tegenover de USD. De zwakke economische prestaties in de eurozone, de aanhoudende onzekerheid rond Griekenland en het vooruitzicht op een renteverhoging in de Verenigde Staten waren daarvan de voornaamste oorzaken. In mei veerde de EUR/USD op naar bijna 1,15, maar sinds de escalatie van de Griekse crisis tijdens de voorbije weken heeft de Europese eenheidsmunt weer een deel van de winst moeten inleveren.
Bij de turbo met het laagste risico (NL0011047030) bedraagt de winst iets meer dan 20%. Bij de voorgestelde turbo’s met gemiddeld (NL0010930947) en hoog (NL0011046842) risico loopt het rendement op naar respectievelijk 30 en 40%. Enkele weken terug lagen deze cijfers nog hoger zodat de meeste investeerders die dit scenario volgden wellicht al winst hebben genomen. Voor wie dat nog niet deed, blijven de argumenten van begin april voor een hogere EUR/USD nog steeds intact. Op korte termijn zal de volatiliteit echter erg hoog blijven.
De nieuwsstroom rond Griekenland blijft bepalend en de markten schipperen tussen hoop en vrees. Wat we vandaag schrijven over de kwestie en de mogelijke impact kan morgen al achterhaald zijn. We verwachten dat de EUR/USD op korte termijn nog hevige bokkensprongen kan maken. Wie nog geen positie heeft ingenomen, raden we daarom aan om een extra veiligheidsmarge in te bouwen en het stoplossniveau van 1,04 niet te overschrijden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier