Olie blijft onder druk
Elk tussentijds herstel van de olieprijs is een kort leven beschoren.
De prijs van een vat ruwe olie bereikte eerder deze maand het laagste peil sinds februari. Dit lijkt dus niet het meest geschikte moment om nog met een shortscenario op ruwe olie uit te pakken. Dat is slechts gedeeltelijk waar. Na de uitverkoop in januari zakte de prijs van een vat van de Amerikaanse West Texas Intermediate-variant (WTI) naar het laagste peil sinds 2003. Ook de Brent Noordzeeolie stond in meer dan twaalf jaar niet meer zo laag. Na een prijsdaling van zulke omvang is een tegenreactie bijna onvermijdelijk en die kwam er dan ook.
Uitverkocht
Op een bepaald moment zit alle slechte nieuws in de prijzen verrekend en hadden vrijwel alle speculatieve investeerders dezelfde posities ingenomen. Dit marktmechanisme zorgt altijd voor een ‘overshoot’ en op een bepaald moment was de markt dan ook ‘uitverkocht’. In zo’n situatie valt de omvang van het daaropvolgende herstel moeilijk in te schatten. De opwaartse reactie kan vrij beperkt blijven, maar evengoed spectaculair zijn. In het geval van ruwe olie was het deze keer het explosieve scenario met een klim van ruim 50% tussen eind januari en half maart.
Die prijsstijging werd in hoofdzaak gedragen door speculatie over een toekomstige productiebeperking. Na enkele valse starts werd met 17 april dan uiteindelijk toch een datum vastgeprikt waarop de belangrijkste aanbieders in het Qatarese Doha samenkomen. Dat belooft een heel moeilijke oefening te worden door de talrijke belangenconflicten tussen de grote olieproducenten. Met name Iran, dat nog maar net onder het juk van de sancties uit is, weigert zijn output te verlagen. Een vrijwillige productiedaling lijkt er op dit moment dan ook nog niet in te zitten. Een stabilisatie op het huidige niveau is wellicht het hoogst haalbare. Aan het huidige productieritme bedraagt het overaanbod nog steeds 1 miljoen vaten per dag.
Geen duurzaam herstel
Sinds het voorlopige hoogtepunt van het herstel is ruwe olie alweer met meer dan 15% gecorrigeerd. Fundamenteel bekeken was die nieuwe terugval onvermijdelijk, want er zijn nu eenmaal nog onvoldoende argumenten om een duurzame prijsstijging te verantwoorden. Dat is dan ook het punt dat we los van het timingaspect willen maken. Elk tussentijds prijsherstel is in de huidige marktomstandigheden een kort leven beschoren. Dat de olieprijs sinds 18 maart alweer flink is gedaald, verandert daar op zich niets aan.
Op korte termijn is een opwaartse technische reactie zelfs waarschijnlijker na de terugval van de jongste twee weken. Wie nieuwe shortposities wil innemen, wacht dus het beste dat prijsherstel af. De onderstaande shortscenario’s dienen dan ook in de eerste plaats ter illustratie. Maar we kunnen nu al zeggen dat ook deze beweging geen lang leven beschoren zal zijn.
We verwachten de hoogste prijsvolatiliteit bij WTI door het specifieke Amerikaanse probleem met de opslagcapaciteit. De Amerikaanse olievoorraden schommelen al een aantal weken in de buurt van historische recordniveaus. Nu het onderhoudsseizoen bij de raffinaderijen stilaan voorbij is, kan de vraag naar ruwe olie opnieuw op gang komen. Daarom zouden we op dit moment Brent als onderliggende waarde verkiezen, omdat die beter de fundamenten van de oliemarkt weerspiegelt.
Groot aanbod
Het aanbod aan hefboomproducten met ruwe olie als onderliggende waarde is heel groot. Bij de klassieke aanbieders is de keuze het grootst bij Goldman Sachs Markets (GS Markets) met vijftien turbo’s short op Brent en zelfs zeventien turbo’s short op WTI. Bij BNP Paribas Markets is dat dertien en negen. ING biedt tien sprinters short aan met Brent als onderliggende waarde en twaalf met WTI.
Wat de spreads betreft, zijn de verschillen erg klein. Zowel BNP Paribas als GS Markets hanteren een verschil van 2 eurocent tussen de aan- en de verkoopkoers. Bij ING wordt dit 4 eurocent bij Brent als onderliggende waarde en zelfs 5 eurocent bij WTI. Winsten op hefboomproducten met ruwe olie als onderliggende waarde zijn niet onderhevig aan de zogenoemde speculatietaks. U hoeft dus geen zes maanden te wachten om eventuele meerwaarden op die producten te verzilveren als u die belasting wilt vermijden.
Brent Crude Oil Turbo Short (laag risico)
Isin-code: NL0011422324
Munt: EUR
Financieringsniveau: 56,08
Referentieprijs: 38,72
Stoploss: 53,84
Hefboom: 2,23
Koers: 15,32/15,34
Deze turbo short van uitgever GS Markets heeft het juni-termijncontract op Brent als onderliggende waarde. De stoploss ligt bijna 40% boven de actuele referentieprijs en werd voor het laatst in oktober vorig jaar bereikt. Door het lage risico is ook de hefboom eerder bescheiden.
Brent Crude Oil Turbo Short (gemiddeld risico)
Isin-code: NL0011598230
Munt: EUR
Financieringsniveau: 48,03
Referentieprijs: 38,72
Stoploss: 46,11
Hefboom: 4,15
Koers: 8,24/8,26
Deze turbo short wordt eveneens door GS Markets uitgegeven, maar hier ligt het risico iets hoger met een verschil van 19% tussen actuele referentieprijs en de stoploss. Dat niveau werd tijdens de rally van eind januari tot half maart echter niet bereikt. De hefboom ligt al een stuk hoger dan in het vorige voorbeeld.
Brent Crude Oil Turbo Short (hoog risico)
Isin-code: NL0011795299
Munt: EUR
Financieringsniveau: 45,21
Referentieprijs: 38,72
Stoploss: 43,4
Hefboom: 5,97
Koers: 5,79/5,81
Bij deze turbo short van BNP Paribas Markets bevindt de stoploss zich 12% boven de actuele olieprijs. Gezien de vrij hoge volatiliteit, is het risiconiveau bijgevolg hoog. Dezelfde uitgever biedt nog een turbo aan met een hogere hefboom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier