Liever puts schrijven dan calls kopen
Wie denkt dat de koers van een aandeel zal stijgen, kan allerlei strategieën opzetten. Het aandeel kopen, lijkt het meest aangewezen. Maar in veel gevallen zal dat een aanzienlijke investering vergen. Met opties zijn heel wat alternatieve oplossingen mogelijk.
De meest voor de hand liggende opossing is een call te kopen. Daardoor krijgt de bezitter van het contract het recht gedurende een bepaalde periode het onderliggende aandeel te kopen tegen een vooraf afgesproken prijs.
Niet alle callkopers hebben de bedoeling de onderliggende waarde te kopen. Ze bezitten het recht om te kopen en dat recht kunnen ze ook verkopen. Ze creëren zo een hefboomeffect, aangezien de goedkopere calls procentueel sneller in waarde stijgen voor elk punt dat de prijs van het aandeel stijgt. De mogelijke winst is onbeperkt, het maximale verlies is de betaalde premie.
Doorgaans verkiezen we een geschreven put om à la hausse te gaan op een aandeel. Het opzetten van de strategie vergt geen investering. Als schrijver van de optie ontvangt u de premie, omdat u de plicht krijgt de aandelen te kopen (put) of te verkopen (call). Bovendien speelt de tijd in het voordeel van de schrijver. Doorgaans bestaat de premie uit intrinsieke waarde en tijdswaarde. De laatste waarde vermindert naarmate de tijd verstrijkt, om nul te worden op de vervaldag van het contract.
Voorbeeld
Het aandeel ABC wordt in februari verhandeld tegen 55 euro. We schrijven de put maart 55 euro en ontvangen daar 2 euro voor. Stel dat de koers van het aandeel ABC tot 60 euro stijgt tegen de vervaldag. De put die de koper het recht heeft verschaft het aandeel te verkopen tegen 55 euro wordt dus waardeloos, want hij kan er op de beurs 60 euro voor krijgen. De schrijver van de put mag de premie behouden. De winst is 2 euro x 100, omdat elke optie doorgaans betrekking heeft op 100 aandelen.
Dalen de aandelen ABC in waarde, bijvoorbeeld tot 50 euro, dan heeft de putoptie een intrinsieke waarde van 5 euro (55 – 50). De schrijver koopt de put terug en betaalt 5 euro, verminderd met de 2 euro die hij ontvangen heeft. Het verlies bedraagt dus 3 euro (x 100). Hij kan ook uitgeoefend worden en koopt dan de aandelen die nog 50 euro waard zijn tegen 55 euro. Hier is het neerwaartse risico beperkt tot 55 euro min de ontvangen premie van 2 euro. Het risico is dus iets beperkter dan voor een belegger die de aandelen bezit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier