Griekenland is terug
Nu de dollar onder druk staat, zoeken de Amerikaanse banken naar andere winstgevende oorden.
De terugkeer van Griekenland (Caa1) op de kapitaalmarkt verliep als vuurwerk. Wat een gewone test had moeten zijn, veranderde al snel in een politieke en financiële gebeurtenis van formaat. De plaatsing moest niet alleen een succes opleveren voor de Griekse regering, ze moest heel Europa ervan overtuigen dat de opgelegde bezuinigingstherapie de beste en snelste weg was om uit de problemen te komen.
Toch hebben we enkele bedenkingen bij die bijval. Van de oorspronkelijke 2,5 miljard euro (EUR) kreeg Griekenland voor meer dan 21 miljard aankooporders te verwerken. Uiteindelijk nam het 3 miljard op tegen een verlaagde rentevergoeding van 4,75%. Er daagden 600 institutionele investeerders op, waaronder opvallend weinig Europese. Plots zijn die beleggers niet langer afkerig van de torenhoge schuldengraad van dat land, die wordt geraamd op 175% van zijn bbp. Een schuld die, in alle redelijkheid, onmogelijk terug te betalen is, wat betekent dat er zich op termijn een herschikking zal opdringen.
Maar waarom waren die vreemde institutionele beleggers – vooral Amerikaanse – zo graag bereid om dat nieuwe Griekse papier te kopen ? Het antwoord is onduidelijk. Toch zijn er enkele recente feiten die de houding van de Amerikaanse investeerders verklaren. Vooreerst is er de trage, maar gestage vermindering van de maandelijkse bijdragen van de Amerikaanse centrale bank (Fed). Tot voor kort beschikten de marktoperatoren over een bijna verzekerde inbreng van 85 miljard dollar (USD) per maand. Sinds het begin van het jaar heeft de Fed haar inbreng met 10 miljard USD per maand verminderd. Inmiddels krijgen de marktoperatoren nog 55 miljard voorgeschoteld. Tegen oktober zal die bijdrage volledig uitgedoofd zijn.
Andere winstgevende oorden
Het verdwijnen van die monetaire expansie zal vermoedelijk gepaard gaan met een algemene rentestijging. Iedereen weet echter dat de Fed haar tarieven in toom zal houden, totdat het economisch herstel duurzamer wordt – wat vandaag verre van het geval is. Niettemin, zonder aanvullende financiële tegemoetkomingen zullen de verlieslatende schulden waarmee het bankwezen nog altijd worstelt, opnieuw problemen veroorzaken. Banken zijn permanent op zoek naar nieuwe uitwegen om die waardeloze vorderingen door te kunnen rollen.
Nu de USD onder druk komt te staan, zoeken de Amerikaanse banken naar andere winstgevende oorden. Zij herinnerden zich dat de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), Mario Draghi, onlangs aankondigde dat hij klaarstond om obligaties op de secundaire markt te kopen om de nakende deflatie te bestrijden. De ECB zal dus een monetaire versoepeling aanvatten precies op het ogenblik dat de Fed de hare stopzet. En door het feit dat de ECB uitsluitend op de secundaire markt mag optreden – zo niet, dan zou ze rechtstreekse staatssteun verlenen, wat de kortzichtige Europese verdragen ten strengste verbieden – komen alle Europese overheidsleningen aan bod.
Wie dus vandaag Europees staatspapier koopt, hoopt het te kunnen doorgeven aan de ECB als ze op de secundaire markt komt opdagen. Het is dus niet verwonderlijk dat de renteschalen in Europa – en zeker die van de probleemlanden – fors zijn gedaald de laatste weken. En vanzelfsprekend is de hoge schuldratio van sommige van die landen van geen tel meer. Dat zal de ECB, net zoals de Fed met het Amerikaans papier, zelf moeten zien op te lossen.
Kortom, wat er verleden donderdag plaatsvond, is zuivere speculatie en alweer een heuse rentemanipulatie. De uitlating van de Duitse bondskanselier Angela Merkel is dus voorbarig: Griekenland is zeker niet uit de crisis geraakt. Temeer omdat, als men een rondvraag georganiseerd door Bloomberg mag geloven, geen enkel bedrijf in de 18 eurolanden bereid is in een nabije toekomst te investeren. Ze gebruiken het geld liever om hun dividenden op te peppen of eigen aandelen te kopen. Hoe kan men dat hopen op een algemeen herstel?
Wachten op herstel
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) maakt zich ook zorgen over het ontbreken van enige relancemaatregelen in het Westen. In haar laatste jaarrapport schreef de instelling dat de landen te laks blijven tegenover de stijgende schulden. In het rapport staat dat de omvang van waardeloze vorderingen bij de Europese banken verdubbeld is sinds de aanvang van de crisis. De instelling ergert zich eraan dat de banken hun oude gebruiken opnieuw hebben hervat. Er komt meer en meer gestructureerd papier uit, meestal gedekt door dubieuze vorderingen uit de autoverhuur of studentenleningen. Ze klaagt ook aan dat veel speculatief aangelegde beleggers in zulk papier investeren met geleend geld. Een toestand die veel gelijkenissen vertoont met wat we vóór de crisis zagen.
Het IMF biedt echter geen oplossing om de zaken te verhelpen. Het hoopt dat de centrale banken nog voldoende middelen ter beschikking hebben in hun monetaire arsenaal om elke ontwrichting te voorkomen. Volgens het IMF moeten ze het terrein voorbereiden voor een duurzaam herstel, zonder de financiële stabiliteit in het gedrang te brengen. Hoe dat moet, weet echter niemand, zelfs het IMF niet.
Dollar verliest
De algemene financiële, economische en geopolitieke onzekerheid heeft de USD aardig wat parten gespeeld. Hij verloor 1,2% tegenover de EUR. De prestatie van de gemeenschapsmunt was voor een groot stuk te danken aan de succesvolle plaatsing van de Griekse lening. De Japanse yen (JPY) klom 1,2% hoger, precies op een vergelijkbaar ogenblik als dat van de ECB omtrent haar voornemens inzake een monetaire versoepeling. De Zwitserse frank (CHF) won 0,6% in deze turbulente tijden. De Russische roebel (RUB) werd onder druk gezet, nu Rusland contracten heeft afgesloten met China en Iran om uitsluitend in RUB te handelen. Iets wat de Verenigde Staten als onrechtmatig verklaarden. De RUB verloor 2,2%.
De internationale obligatiemarkt had een uitstekende week achter de rug. Met als gevolg dat de renteschalen overal naar beneden gleden, met een lichte verstrakking als resultaat : de kortetermijnrente daalde sneller dan de lange. Er waren gemiddeld dubbel zoveel stijgende noteringen dan dalende. In Zuid-Afrikaanse rand (ZAR) en Turkse lira (ZAR) was de verhouding nog sterker, van 20 tot 30 meer stukken à la hausse dan omgekeerd. De leningen van Lafarge blijven aantrekken en wonnen gemiddeld 2%, terwijl die van Holcim alweer 0,5% verloren.
Banken boven
De banken blijven de primaire markt overheersen. Ze brachten voor zowat 25 miljard EUR uit. De particuliere belegger krijgt alleen de uitgifte van de Duitse leasingmaatschappij Grenke (BBB+) in EUR aangeboden. Het stuk loopt 3,5 jaar en brengt 0,94% meer op dan het marktgemiddelde, wat vrij scherp geprijsd is, maar toch aanvaardbaar. De overige leningen in EUR richten zich tot institutionele beleggers.
De nieuwe schijven in TRY zijn allemaal te duur. U koopt het beste op de secundaire markt, liefst onder pari (100%), een van de alternatieve stukken opgesomd in de tabel. De nieuwe schijf van de EIB (AAA, supranationaal) in ZAR is goedkoper te bemachtigen op de secundaire markt (alt. 6). De nieuwe schijven op naam van KfW (AAA, met Duitse staatsgarantie) en EBRD (AAA, supranationaal) in Braziliaanse real (BRL) komen in aanmerking voor hen die een wisselverlies goed te maken hebben.
KBC Ifima (A3), brengt twee leningen in USD uit. De eerste met een vaste coupon van 2,6% is technisch correct. De tweede is een vast-variabele coupon. Gedurende de eerste drie jaar ontvangt de belegger 3,25%, nadien driemaal het verschil tussen de swaprente op tien jaar en die op twee jaar, zonder dat het resultaat lager dan 1% of hoger dan 4,5% kan uitkomen. Het rendement ligt dus tussen 2,2 en 3,69%, wat aan de lage kant is voor zo’n speculatief stuk waarvan de verhandelbaarheid zo goed als onbestaand zal zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier