Financiële crisissen zijn westers
De zware waarderingskloof ten nadele van de opkomende markten valt niet te rechtvaardigen.
Het is grappig dat wanneer in de financiële wereld acute liquiditeits- of solvabiliteitsproblemen ontstaan of er sprake is van een crisis, de blik van menig belegger nog steeds gericht is op de zogenoemde opkomende markten. Nochtans is er sinds de jaren negentig eigenlijk geen noemenswaardige financiële crisis meer geweest in die landen. We herinneren ons allemaal nog de Azië-crisis, die in juli 1997 in Thailand begon. De Thaise wisselkoers viel, de rente ging omhoog om nog iets van de munt te redden en als direct gevolg donderde de lokale economie volledig in elkaar. Als een olievlek verspreidde de crisis zich naar bijna alle andere Aziatische en later ook Latijns-Amerikaanse landen. Sindsdien is de opkomende wereld gevrijwaard gebleven van een financiële crisis, met uitzondering van enkele frontier markets zoals Argentinië of Turkije.
Die bijziendheid van de financiële kudde was de afgelopen week compleet. De recente eruptie van grote problemen in enkele regionale Amerikaanse banken zoals Silicon Valley Bank en aansluitend bij de grote Zwitserse bank Credit Suisse heeft veel beleggers verrast. Enkele regionale banken in de Verenigde Staten zijn inmiddels omgevallen en de Zwitserse bank is op de been gebleven door een samengaan met UBS. Honderden miljarden aan marktkapitalisatie gingen verloren in de dagen nadat de problemen aan het licht waren gekomen. Er worden nog steeds wonden gelikt. Het is eens te meer een voorbeeld van een crisis die zich afspeelt in de ontwikkelde landen. En wat denkt u? Er zijn geen fundamentele problemen in de bankensector van de opkomende landen.
Chaos in het Westen
Vrijwel alle financiële crises van de afgelopen twee decennia vinden hun oorsprong in de ontwikkelde wereld. In rijke industrielanden als de Verenigde Staten en Europa vonden fraudeschandalen plaats bij bedrijven als Enron, Ahold, World Online en nog vele andere. Ook de kredietcrisis van 2007-2008 begon in het rijke Westen, opnieuw in de Verenigde Staten. De ongebreidelde speculatie met afgeleide instrumenten op de Amerikaanse huizenmarkt leidde tot imploderende balansen bij veel westerse financiële instellingen. Het omvallen van het iconische Lehman Brothers in 2008 luidde de diepste financiële crisis uit de naoorlogse geschiedenis in. Het redden van de ‘oerdegelijke’ Europese banken staat nog in ons geheugen gegrift. Europa deed vervolgens een duit in het zakje met de grote eurocrisis die in de Zuid-Europese landen tot een economische crisis leidde. Alweer een crisis waarvan het epicentrum in het Westen lag.
Ondertussen liep de Japanse zeepbel van de jaren negentig langzaam leeg nadat gigantische overcapaciteit en speculatie op de aandelen- en onroerendgoedmarkt tot excessen hadden geleid in de financiële sector in Tokio. Ook daar waren het stuk voor stuk ontwikkelde landen die met enorme financiële chaos te maken kregen.
Waarderingskloof
We kunnen gerust concluderen dat verreweg de meeste crisissen in de afgelopen twintig jaar niet in de opkomende maar in de ontwikkelde wereld zijn ontstaan. Tegelijkertijd zijn beleggers nog steeds bereid een enorm hoge waardering te betalen voor westerse beursgenoteerde bedrijven. Zo noteert de Amerikaanse S&P500 op een gemiddelde koers-winstverhouding (k/w) van 18. De echte waarde is echter te vinden in de opkomende wereld, waar een gemiddelde k/w in de buurt van 11 geldt. In de opkomende wereld krijg je dus een aanzienlijke korting op je aandelenmandje in vergelijking met westerse equivalenten.
Die korting werd lange tijd gerechtvaardigd door zwakke balansen van veel overheden en bedrijven, en daarmee risico’s op crisissen. Maar nu is de situatie omgekeerd: er zijn zwakke balansen in het Westen, zowel op overheidsniveau als in de financiële sector. Denk wederom aan de Verenigde Staten, met omvangrijke tekorten op de begroting en op de lopende rekening van de betalingsbalans. In die optiek lijkt ons de zware waarderingskloof ten nadele van de opkomende markten niet volledig te rechtvaardigen. U kunt van die anomalie in de beleggingswereld profiteren door het gewicht ervan in de beleggingsportefeuille op te drijven. Dat kan bijvoorbeeld via de tracker iShares Core Emerging Markets ETF (27,49 euro; Euronext Amsterdam; EMIM NA; ISIN-code IE00BKM4GZ66).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier