Brengt 2014 beterschap voor zink?
Het zag er lang naar uit dat zink 2013 met verlies zou afsluiten. Een late eindsprint zorgde in extremis nog voor een positief jaarrendement.
Zink heeft vooral toepassingen in de bouwsector en in de staalindustrie. Het wordt ook vaak gebruikt in toepassingen met andere metalen. Een voorbeeld is messing, dat een legering is tussen koper en zink. De prijs van een pond geraffineerd zink steeg vorige maand van 0,84 naar 0,94 USD. Die klim kwam er om te anticiperen op een krapper marktevenwicht vanaf de tweede jaarhelft van 2014. Uit cijfers van de International Lead and Zinc Study Group (ILZSG) bleek dat het zinkaanbod gedurende het grootste deel van het jaar hoger lag dan de vraag. Zoals bij alle basismetalen speelt China ook bij zink een belangrijke rol in het evenwicht tussen de vraag en het aanbod. China is goed voor ongeveer 40% van de wereldwijde zinkvraag.
De ILZSG schat de totale zinkproductie van 2013 op ongeveer 13 miljoen ton. Dat cijfer zal de komende twee à drie jaar dalen met 1,7 miljoen ton. Dat komt doordat steeds meer zinkmijnen in de loop van vorig jaar onrendabel werden. De gemiddelde productiekosten bedroegen ongeveer 1700 USD per ton of 0,77 USD per pond. Daarnaast zijn een aantal grote zinkmijnen sneller dan verwacht uitgeput en staan de investeringen in nieuwe productiecapaciteit op een laag pitje.
Onzekere vraag
Op de evolutie aan de aanbodzijde hebben we dus een vrij goed zicht. Om weer naar een deficit te evolueren, moet ook de vraagzijde mee willen. Maar daar is de situatie veel minder duidelijk. Zo blijft het parcours van de Chinese economische groei voorlopig een groot vraagteken. De groei is weliswaar gestabiliseerd in 2013, maar de Chinese overheid lijkt de komende jaren vooral in te zetten op het stimuleren van de binnenlandse vraag en niet op bijkomende investeringen in infrastructuur. De ILZSG verwacht dat de vraag nog zal blijven groeien, maar niet meer zo snel als in het voorbije decennium. Ook in de andere belangrijke economische regio’s heerst veel onzekerheid. In Europa is van groei nauwelijks sprake, en van het herstel in de Verenigde Staten moet nog worden bewezen dat het duurzaam is. Bij gebrek aan groei in het Westen kunnen ook de andere opkomende markten de kar voorlopig niet trekken.
In de eerste tien maanden van dit jaar – tot oktober, de recentste cijfers die beschikbaar zijn – steeg de mijnproductie met 1,6% tegenover dezelfde periode het jaar daarvoor. De productie van geraffineerd zink lag wel 5,9% hoger. Tegelijk steeg ook de mondiale consumptie met 7%. China voerde in die periode een vijfde meer geraffineerd zink in dan een jaar eerder. Maar het is onduidelijk of dat een gevolg was van een hoger verbruik, of dat het bijkomende zink in hoofdzaak diende om de strategische voorraden aan te vullen. De wereldwijde zinkvoorraden zijn met ongeveer 2 miljoen ton comfortabel hoog. De recente prijsopstoot deed eigenlijk niets meer dan de zinkprijs naar de situatie van twaalf maanden eerder terugbrengen. Een duurzame prijsstijging zit er enkel in als de zinkmarkt weer naar een deficit evolueert. Het aanbod zal de komende jaren hoe dan ook afnemen, zodat de sleutel aan de vraagzijde ligt.
Turbo’s en minifutures
Beleggers die willen inspelen op een verdere klim van de zinkprijs, kunnen dat doen via hefboomproducten of trackers. Bij de hefboomproducten zijn er de turbo’s en minifutures van RBS Markets, die respectievelijk op Euronext Amsterdam (3 turbo’s long) en de Duitse beurs (4 mini’s long) noteren. De onderliggende waarde is niet de spotprice voor de fysieke levering, maar wel het termijncontract voor levering in juni 2014 op de London Metal Exchange (LME).
Zink Turbo Long
Isin-code: NL0006471781
Munt: EUR
Financieringsniveau: 1507,95
Referentieprijs: 2035
Stoploss: 1740
Hefboom: 3,67
Koers: 3,87
Bij de Zink Turbo Long (NL0006471781) bedraagt het verschil tussen de stoploss en de referentieprijs bijna 17%. Er noteren nog een turbo long en twee mini’s long met een hogere hefboom voor beleggers die wat meer risico aandurven.
RBS heeft ook een Zink Quanto Open End-certificaat (NL0000470045) in het aanbod. Dat certificaat schaduwt de evolutie van de zinkprijs op de LME. Door de prijsstructuur van de termijncontracten (contango of backwardation) loopt de evolutie van het certificaat en de zinkprijs niet volledig gelijk. Momenteel is er daardoor een hefboom van 0,79. Het certificaat dekt ook het muntrisico af dat ontstaat doordat zink in dollar noteert. De kosten van die bescherming bedragen momenteel 2,57% op jaarbasis.
De ETFS Physical Zink van het Britse ETF Securities is een alternatief voor het certificaat van RBS. Deze tracker noteert op de LSE in USD (JE00B41L4M99) en werd ontwikkeld om de spotprice (en dus niet de contractprijs) te volgen. De tracker wordt gedekt door fysiek zink dat door de uitgever wordt aangehouden in opslagplaatsen die door de LME zijn gecertificeerd. De deelbewijzen kunnen echter niet worden ingeruild voor fysiek zink. Naast een jaarlijkse beheersvergoeding van 0,69% brengt de fysieke dekking ook een verzekeringskostprijs van 0,12% per jaar en een opslagvergoeding (op dagbasis) met zich mee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier