Ad van Tiggelen (ING): “Aandelen: gaat olie de feestvreugde verstoren?”
In februari zijn de olieprijzen met circa 10% gestegen. Tegelijkertijd bleven de markten voor wereldwijde aandelen de weg omhoog volgen, waarbij cyclische aandelen met een gevoeligheid voor olie en aandelen van financiële instellingen het voortouw namen.
Het is duidelijk dat beter dan verwachte groeicijfers en omvangrijke schepping van liquiditeit een groter effect hadden dan de hoge olieprijzen. Kan dit zo doorgaan?
Ad van Tiggelen (ING): “Historisch gezien hebben aandelenmarkten altijd goed kunnen omgaan met stijgende olieprijzen, zolang die stijging maar geleidelijk was en het gevolg van een toenemende vraag. Ten slotte valt een toename van de vraag naar olie doorgaans samen met een bevredigende economische groei, die de nodige compensatie biedt. Wanneer in het verleden de olieprijzen echter heel snel stegen (30%+ in drie maanden) en/of de stijging het gevolg was van verstoringen in het aanbod, kregen de aandelenmarkten altijd te maken met een terugval. In dat licht bezien was het positivisme van beleggers in februari ongewoon, aangezien de olieprijzen een aanzienlijke opwaartse beweging lieten zien die niet volledig kon worden verklaard uit vraagfactoren. Andere grondstoffenprijzen stegen in deze periode nauwelijks. Het is dan ook waarschijnlijk dat de stijging van de olieprijzen deels het gevolg was van de toenemende spanningen rond Iran, die tot toekomstige verstoringen in het aanbod zouden kunnen leiden. Maar dan nog is de geopolitieke risico-opslag in de olieprijs op dit moment minder dan 10 dollar, wat nog steeds weinig is vergeleken met de verwachte gevolgen van een ontsporing in de regio, die de prijzen gemakkelijk met 30 dollar of meer kan opstuwen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier