Actieve belegger ziet het weer zitten

De ING-BeleggersBarometer bleef ook in april licht onder het neutrale niveau hangen, zo concludeerde Peter Vanden Houte, hoofdeconoom ING België.

De conjunctuur biedt nog altijd weinig redenen tot juichen. Maar de actieve belegger toont zich wel een stuk optimistischer dan zijn meer passieve evenknie.

Over beleggen wordt er buiten de familiale kring weinig gepraat, al blijkt de actieve belegger op dit vlak spraakzamer dan de gemiddelde Belg.

De ING-BeleggersBarometer trappelt ter plaatse in april. Voor de tweede opeenvolgende maand komt de barometer op 97 punten uit, een fractie onder het neutrale niveau van 100 punten.

Voorlopig lijkt de conjunctuur niet in staat om het humeur van de Belgische beleggers op te krikken. In de voorbije drie maanden vond 42% van de respondenten dat het economisch slechter ging, terwijl slechts 23% beterschap signaleerde.

Opmerkelijk is dat de actieve beleggers de economische toestand gemiddeld rooskleuriger inzien: in deze categorie houden de optimisten en de pessimisten elkaar perfect in evenwicht.

Ook de toekomst zien de actieve beleggers eerder door een roze bril, zeker in vergelijking met de gemiddelde Belgische belegger, die voor de komende maanden weinig verbetering ziet.

De verklaring waarom actieve beleggers optimistischer gestemd zijn, schuilt vermoedelijk in het feit dat deze categorie beleggers gemiddeld meer aandelen in portefeuille heeft.

En laat het nu net die categorie van beleggingen zijn die in april een mooie remonte heeft ingezet.

Zo zag liefst 47% van de actieve beleggers zijn portefeuille een mooi rendement neerzetten in de voorbije maanden, terwijl dat bij de niet-actieve beleggers amper bij 18% van de respondenten het geval was.

Als gepeild wordt naar de evolutie van de gezinsfinanciën in de voorbije drie maanden meldde 14% van de beleggers een verbetering, terwijl 25% zich over een verslechtering beklaagde.

Bij de actieve beleggers lag deze balans meer in evenwicht met 22% die zijn financiële toestand zag verbeteren, terwijl 21% gewag maakte van een achteruitgang.