2008 ‘annus horribilis’ voor autosector

2008 is een ‘annus horribilis’ geworden voor de auto-industrie. General Motors, Ford en Chrysler, de drie grote Amerikaanse autobedrijven uit Detroit zagen zich bij wijze van spreken gedwongen om op hun knieën Washington om hulp te gaan smeken.

De rampen stapelden zich in de sector op. Eerst was er het probleem van de benzine- en dieselprijs die door het dak vloog, waarna de leasingmarkt als gevolg van het dichtdraaien van de kredietkraan door de banken in de problemen kwam.

Vervolgens werd de financiële crisis een economische crisis, waardoor zowat alle autobedrijven hun verkopen zagen instorten. De gebeurtenissen van 2008 zullen alvast niet snel vergeten worden.

De vraag is echter wat 2009 gaat brengen. In ieder geval zullen de kredietmarkten zich moeten herstellen, zoniet dreigen de autoverkopen in een diep dal blijven hangen.

Daardoor dreigt in de sector een kaalslag te gaan plaatsgrijpen die alleen de sterkste spelers gaan kunnen overleven.

Zowel de Dow Jones als de S&P 500 verloren 39% in 2008, maar de beursverliezen voor de autosector liepen veel hoger op. General Motors zag de koers met 87% kelderen, Ford verloor 66%.

De Aziatische autoverkopers deden het niet veel beter, met verliezen voor Nissan van 66%, voor Toyota van 38% en voor Honda van 36%. De Japanse autoverkopers werden vooral in de staart van het jaar met slecht nieuws geconfronteerd.

Maar enkele autogerelateerde bedrijven deden het vorig jaar beter. AutoZone zag kans om het beursjaar met een winst van 16% af te sluiten, de koers van Monro Muffler Brake won 31%.